Focus Pianotechnicus Michel Brandjes

Michel Brandjes en pianist Vikingur Olafsson
Michel Brandjes en pianist Víkingur Ólafsson © Ari Magg

Kijk eens goed in de colofons van de cd’s van de grote pianisten van de afgelopen dertig jaar. De kans is groot dat je steeds weer één naam tegenkomt onder het kopje ‘pianotechnicus’: Michel Brandjes. De Nederlander wordt op handen gedragen door de grootmeesters van de toetsen. Dit voorjaar vroeg Víkingur Ólafsson hem nog naar Reykjavik te komen om de ideale omstandigheden te scheppen voor zijn nieuwe cd Mozart & Contemporaries. Daarom nu een portret van deze belangrijke man achter de schermen.

‘Ik heb door de jaren veel meer respect gekregen voor de pianisten’ zegt Michel Brandjes al snel. ‘Zij stellen zich werkelijk kwetsbaar op. Zij staan onder grote spanning en moeten iedere keer presteren.’ De gevierde pianotechnicus – grootheden als Maria João Pires, Radu Lupu en Arcadi Volodos vragen speciaal om zijn diensten – stelt zich graag bescheiden op en blijft liever op de achtergrond. ‘Ik ben meer op mijn plek als dienaar dan als koning. Ik wil de goden van de vleugel bedienen en haal er veel voldoening uit als een pianist zonder zorgen om het instrument achter de vleugel zit.’


Choreografie van de pianist

Ook Víkingur Ólafsson maakt inmiddels graag gebruik van de kennis en magie van de Nederlandse pianotechnicus. Dit voorjaar liet hij hem overvliegen naar Reykjavik om in de Harpa Concert Hall de twee Steinwayvleugels te prepareren die de pianist tot zijn beschikking had voor de registratie van zijn cd Mozart & Contemporaries. ‘Mijn belangrijkste werk gaat vooraf aan de komst van Ólafsson’, haalt Brandjes meteen de glamour van zijn vak af. ‘Ik bereid het instrument voor. Dat is heel intensief.

“Ólafsson is een van die pianisten met een enorm kleurenpalet. Elke beweging moet zich kunnen vertalen in een klankverandering.”

Een mechaniek heeft vijftien bewegingspunten. Die moet ik afstellen en wrijvingsvrij maken en dan aanpassen aan de ‘choreografie’ van de pianist in kwestie.’

Een spiegel van vilt, staal en hout

Brandjes beschouwt zijn rol graag als ondergeschikt. ‘Ik geef de pianist alleen maar een spiegel van vilt, staal en hout die zijn spieren en bloed moet reflecteren. Op de cd overbrugt Ólafsson een tijdsspanne van tweehonderd jaar. Daarin komen zoveel kleuren langs. Mozart had bijvoorbeeld een stem die heel intiem was, maar ook intens. Het instrument moet dat gewoon over kunnen brengen. En dat kan, want een piano is geen slaginstrument, zoals men wel eens zegt. Het is een compleet orkest en Ólafsson is een grootmeester in het bespelen van dat orkest.’

Michel Brandjes en pianist Víkingur Ólafsson aan het werk voor het album Mozart & Contemporaries © Ari Magg

Sudoku

Dat Ólafsson juist om Michel Brandjes vroeg, komt volgens de pianotechnicus omdat hij tien jaar gelden bij de inwijding van de Harpa Concert Hall de vleugels prepareerde en Ólafsson daar ontmoette. ‘En hij kent mijn werk van andere cd’s. Een pianist wil nu eenmaal vergelijkbare omstandigheden als op de cd’s die hij geweldig vindt.’

Dat Brandjes zo goed is in zijn werk dat hij door de grootste pianisten der aarde op handen gedragen wordt, zal ook meespelen. Toch blijft hij daar Hollands nuchter onder. ‘Dat afregelen van een vleugel stoelt inmiddels op een ervaringstraject van decennia, en dat helpt. Zeker als je de vleugel beschouwt als een ingewikkelde sudoku met niet negen maar negentig vakjes. Als alle scharnierpunten voor elke snaar optimaal samenwerken en elke klanknuance die de pianist wil aanbrengen er uit komt heb ik de sudoku opgelost. Het is een verantwoordelijkheid, want het welslagen van een optreden van een pianist is met een zijden draadje verbonden aan het werk dat ik lever.’

© Ari Magg

Plakkertje

Een geheim heeft hij daarbij niet, zegt Brandjes. ‘Ik weet het ook niet; het is complexe materie. Op een gegeven moment vertelt een instrument dat het klaar is. Dat bepaal ik niet zelf. Ik doe dan mijn jas aan, wordt mij bewust van de vreselijke stilte, want doorgaans is het inmiddels midden in de nacht, dan ga ik zitten, speel ik een frase en doe mijn jas weer uit. Of niet.’

Zo klinkt het eenvoudig, maar Brandjes heeft zijn methoden en protocollen. Als het werk eenmaal gedaan is, is het meestal goed. ‘Ik ben heel onzeker. Dat noopt mij altijd om mij heel goed voor te bereiden en alles optimaal te prepareren. Maar het kan wel eens mis gaan. Ik heb het een keer meegemaakt met de in 2015 overleden Tsjechische pianist Ivan Moravec. Hij trad op in de Grote Zaal van het Concertgebouw en er zat een plakkertje op het pedaal dat bleef kleven. Op een gegeven moment hield hij op met spelen en vroeg hij of Michel Brandjes naar beneden kon komen. Ik stoof de trap af, loste het op en kreeg een aai over mijn bol van de pianist en applaus van het publiek. Daar zat ik niet bepaald op te wachten.’

Jongensdroom

Vandaar dat hij ook geen pianist is geworden, al speelde ook mee dat hij snel doorhad niet de kwaliteiten te hebben om een groot solist te worden. Dat hij uiteindelijk pianotechnicus werd, had alles te maken met een aftandse piano die bij zijn vader in de werkplaats stond. ‘Zo’n veertig procent van de toetsen deed het niet’, herinnert Brandjes zich. ‘De pianostemmer wilde zijn handen er niet aan branden, dus ben ik zelf maar begonnen. Zo ging het heel organisch.’

Het laatste zetje kwam toen hij ontdekte dat pianisten als Lupu, Pollini en Pires op dezelfde Steinway toch klinken als Lupu, Pollini en Pires. ‘Toen begon de sudoku voor mij. Want waarom klinkt de een anders dan de ander en is het zoveel meer dan piano en forte, zacht en hard.’

Hij was uiteindelijk de eerste die bij Steinway de opleiding tot pianotechnicus doorliep en letterlijk in het diepe werd gegooid. ‘Opeens kon ik in de Grote Zaal werken met mensen van wie ik voorheen alleen maar cd’s kon kopen. Dat was een jongensdroom die in vervulling ging.’

Pires was uiteindelijk de eerste die Brandjes ook meenam naar concerten in het buitenland. ‘Ze vroeg mij mee te gaan naar Montpellier. Ik was een jongetje van dertig en kwam opeens onder de vleugels van de hogepriesteres van de piano. Ik heb zoveel van haar geleerd. Ze is zich heel bewust van wat ze doet en ze gaf mij vele lessen die ik nog steeds als essentieel beschouw.’

© Ari Magg

Acupunctuur voor de piano

Ook na dertig jaar in het vak is Brandjes nog niet uitgekeken en uitgeleerd. ‘Het is werken met hele kleine verschillen, vaak niet logisch te onderbouwen. Maar alles wat je doet kan grote consequenties hebben. Zoals het steken van naalden in de vilten hamertoppen. Acupunctuur voor de piano is dat. Ik weet door ervaring wel steeds beter waar ik kan prikken, maar elke vleugel levert weer nieuw studiemateriaal. Je bent in dit vak altijd in ontwikkeling. Daarom voel ik mij ook helemaal geen zestig jaar oud. Waar ik ook ben, ik ben weer dat jongetje vol nieuwsgierigheid. Er zit inmiddels alleen een mantel van ervaring en volwassenheid omheen. Maar als alles op zijn plek valt, is het moment van betovering nog altijd even groot en tijdloos.’

Het resultaat van het werk van Michel Brandjes hoor je op het nieuwe album Mozart & Contemporaries van Víkingur Ólafsson: luister of koop hier.


Lees en luister ook