Instrument Het geheim van Antonio Stradivari

Janine Jansen © Una Bernand
Janine Jansen © Una Bernand

Antonio Stradivari. Al eeuwen genieten luisteraars en musici van de violen die hij bouwde. Maar wie was deze man? En wat was zijn geheim? Twee mooie documentaires, The Quest for Tonewood en Falling for Stradivari, en een fascinerende nieuwe cd met Janine Jansen in de hoofdrol, 12 Stradivari, proberen antwoord te geven op deze vragen. Definitieve antwoorden blijven uit, maar het levert wel prachtige beelden en veel meeslepende muziek met de klank van topviolen op.

Antonius Stradivarius Cremonensis Faciebat

Gemaakt door Antonio Stradivari uit Cremona’. Zo gauw een viool dit label bevat en de echtheid vastgesteld is, raakt een compleet leger vioolbouwers, -handelaren en musici in rep en roer. Het gaat immers om een Stradivarius, volgens kenners de beste en volgens de feiten de duurste violen die er op aarde te vinden zijn. De Italiaan Antonio Stradivari, wiens naam gelatiniseerd Antonius Stradivarius werd, bouwde tijdens zijn lange leven – hij werd maar liefst 94 jaar – zo’n twaalfhonderd instrumenten. Niet alleen violen, maar ook celli, altviolen, harpen en gitaren. Ruim vijfhonderd hebben de tand des tijds doorstaan, waaronder zo’n vierhonderd violen. Vele van deze instrumenten liggen veilig achter slot en grendel als beleggingsobject, of zijn zonder een ingrijpende revisie niet bespeelbaar, maar de instrumenten die onder de beste violisten de ronde doen, zorgen immer voor opwinding.

Onzekerheid

Hoewel Stradivarius (1644-1737) al tijdens zijn leven gold als de beroemdste vioolbouwer van zijn tijd, is er erg weinig over zijn doen en laten bekend. Ook het geheim achter zijn formidabele violen is nog steeds niet ontrafeld. Deels omdat Stradivarius weinig bruikbare documentatie achterliet en deels omdat hij het zelf waarschijnlijk ook niet wist. De onzekerheid begint al bij zijn precieze geboortedatum. De goede man is rond 1644 geboren, maar het kan net zo goed 1640 of 1649 en alles daar tussen in zijn. Ook over zijn opleiding en vroegste stappen in het vak is weinig bekend. De een veronderstelt dat hij in de leer was bij Nicolò Amati, de ander dat hij misschien wel opgeleid werd tot architect of beeldhouwer en later, omdat hij zo’n goede houtsnijder bleek, begon met het bouwen van muziekinstrumenten.

Zonen

Feit is dat Stradivari rond 1700 gold als de belangrijkste vioolbouwer in Cremona. Niet alleen vanwege de kwaliteit van de violen, maar ook omdat hij een behoorlijk zakelijk instinct had en zich goed in de markt wist te zetten. Het leverde hem toen al een flink vermogen op. Als men in Cremona wilde aangeven dat iemand veel geld had, dan was hij ‘zo rijk als Stradivari’. Feit is ook dat de vioolbouwer een harde werker was en veel, zo niet alles in eigen hand hield. Hoewel Stradivari deels samenwerkte met zijn zonen Francesco en Omobono, misten zij het vakmanschap en het artistieke en zakelijk inzicht van hun vader. Daarom stortte de reputatie van Cremona als centrum van de vioolbouw vrij snel in na de dood van Stradivari.

Perfectionist

Wat overbleef was een zoektocht naar het geheim van de bouwer. De Stradivarius werd de meest gekopieerde viool op aarde. Alleen was er wel een probleem. De door de eeuwen heen nog bespeelbare violen van Stradivari vertonen allemaal kleine of grote verschillen. Met andere woorden: geen Stradivarius is hetzelfde. De vioolbouwer was zo’n perfectionist dat hij doorlopend op zoek bleef naar de beste viool die hij maar bouwen kon. Hij experimenteerde met afmetingen, houtsoorten, laklagen enzovoort, wat het onderzoekers lastig maakt om eensluidende conclusies te trekken.

Mecenas

Een zekerheid is dat een Stradivarius duur is. Voor een normale en zelfs een hedendaags succesvol musicus zelfs onbetaalbaar. De duurste Stradivarius die via de officiële kanalen van eigenaar wisselden is The Lady Blunt, een viool die ooit in het bezit was van de kleindochter van Lord Byron. Er hing een prijskaartje aan van bijna zestien miljoen dollar. Er zijn inmiddels al Stradivariussen waarvan gezegd wordt dat ze minstens twintig miljoen opbrengen als ze in de verkoop gaan. Voor musici rest er weinig anders dan de gunst van puissant rijke mecenassen en instrumentenfondsen die zo’n topinstrument in bruikleen geven. Zo bespeelt Janine Jansen nadat ze jaren op een Stradivarius met de naam Rivaz-Baron Gutmann uit 1707 had gespeeld, nu met dank aan een Europese mecenas een Stradivarius uit 1715 die eerder door Pierre Rode en Oscar Shumsky bespeeld is.

© Una Bernand

Houtsoort

Een andere (bijna-)zekerheid is het hout dat Stradivari gebruikte. Zijn ideale hout was ebbenhout voor de toets en esdoornhout van bomen van minstens driehonderd jaar oud voor de kast. Hout dat destijds al niet voor het oprapen lag en tegenwoordig helemaal zeldzaam is. Dat bleek uit de queeste van de hedendaagse topvioolbouwer uit Cremona Gaspar Borchardt die het geheim van Stradivari wilde ontsluieren en een viool voor Janine Jansen wilde bouwen die kan wedijveren met een Stradivarius. Zijn zoektocht naar hout van zulke oude bomen is vastgelegd in de documentaire The Quest for Tonewood die 16 september in première gaat in de Nederlandse filmhuizen. Het is een documentaire die leidt naar de Balkan en die werkelijk alles heeft. De spanning van de zoektocht, de grimmigheid van louche handelaren, de liefde voor het hout, de verhouding tussen Borchardt en zijn vrouw met wie hij samenwerkt en die zijn haast manische obsessie niet helemaal deelt, de contacten met Janine Jansen, de muziek die langskomt en de schitterende beelden van de Bosnische en Kroatische natuur.


Bekijk hier de speeltijden en filmhuizen. Of kijk online via Picl.

Imperfecties

Alleen het raadsel Stradivarius blijft. Onderzoek naar de manier waarop Stradivari zijn hout conserveerde, naar de laklagen en de vorm van de klankkast hebben tot nu toe geen doorslaggevende conclusie opgeleverd. Ook het onderzoek van Italiaanse wetenschappers die meenden dat Stradivari met opzet kleine imperfecties en vormen van nauwelijks merkbare asymmetrie in de violen aanbracht waardoor de klank voller en rijker zou worden heeft nog geen doorslaggevend antwoord opgeleverd. Al is het wel erg leuk om vast te stellen dat de meest perfecte viool ontstaan is door (bewuste) imperfectie.

De 12 instrumenten die Janine Jansen bespeelt op het album 12 Stradivari.

 

Een dozijn topviolen

De zoektocht gaat door en het raadsel blijft. Vandaar dat het project dat de Londense vioolmakelaar Steven Smith bedacht om een dozijn Stradivarius-violen bij elkaar te brengen en die te laten bespelen door één en dezelfde topviolist zo’n weerklank vond. Janine Jansen was maar wat graag bereid om al die bijzondere instrumenten, waarvan sommige zo’n tweehonderd jaar niet bespeeld waren, te toetsen en naast elkaar te laten horen. Het heeft met Falling for Stradivari en 12 Stradivari waarop ze, begeleid door Antonio Pappano achter de vleugel, alle instrumenten laat horen in bijpassende werken, een prachtige documentaire en een even schitterende als fascinerende cd opgeleverd. Ze lossen, net als The Quest for Tonewood, het raadsel niet op. Wel doen ze de bewondering stijgen voor deze schitterende violen, de deskundige bouwers zoals Borchardt die ze onderhouden en proberen na te maken en voor een groot violist als Janine Jansen die werkelijk in staat is om naast haar eigen Shumsky-Rode ook elf andere Stradivariusviolen te laten klinken alsof ze nooit een ander instrument bespeeld heeft.

Waar te zien? Op het gratis digitale kanaal NPO 2 Extra
Wanneer? 12 sept, 19.15 uur (direct na Podium Witteman); 14 sept, 15.10 uur; 16 sept, 13.30 uur; 17 sept, 02.20 uur; 18 sept, 6.00 uur


brahmsbruchLees en luister ook