Focus Afro-Amerikaanse componisten

V.l.n.r.: Samuel Coleridge-Taylor, Florence Price, en William Grant Still

Kunnen alleen witte mannen op hoog niveau componeren? Je zou het bijna geloven als je de canon van de klassieke muziek bekijkt. Toch hebben talloze zwarte componisten, zoals William Grant Still en Florence Price, de prachtigste muziek geschreven, die sinds de Black Lives Matter-demonstraties eindelijk in de spotlights staat.

Wedergeboorte

Je kunt schitterende muziek componeren, maar als niemand er aandacht aan besteedt ga je onzichtbaar – of als een voetnoot – de geschiedenis in. Dat gebeurde bijna met Florence Price (1887-1953). Zij was de allereerste zwarte vrouwelijke componist van wie een symfonie door een bekend Amerikaans orkest werd uitgevoerd. Ook was ze een belangrijke vertegenwoordiger van de Harlem Renaissance, een opleving van Afro-Amerikaanse cultuur in de jaren 1920. Toch speelde niemand na haar dood haar symfonieën, liederen en viool- en pianowerken meer.

Totdat in 2009 haar voormalige vakantiehuisje werd gerenoveerd en de nieuwe eigenaren honderden pagina’s bladmuziek zagen rondslingeren door de ruimte. Het bleken onbekende composities van Price, waarvan niemand wist dat ze ooit geschreven waren. Deze muzikale schatkist riep de interesse op van musici wereldwijd, zoals de Afro-Amerikaanse violist Randall Goosby en de Afro-Britse pianiste Samantha Ege, die dit jaar allebei een album uitbrengen met teruggevonden pareltjes van Price. De tijd blijkt rijp voor de wedergeboorte van een groot componiste en voor die van haar collega’s. Want Price is niet de enige zwarte componist die ten onrechte niet in de canon van de klassieke muziek is opgenomen.

Uitsluiting

Als je ernaar op zoek gaat, kom je vele schrijnende verhalen tegen over de discriminatie waar Afro-Amerikaanse componisten mee te maken hebben gekregen. Zo werd Florence Price vanwege haar huidskleur aan de meeste conservatoria van Amerika niet toegelaten. “Ik heb twee handicaps”, schreef ze eens.

“Ik ben een vrouw en ik heb wat negro blood in mijn aderen.”

William Grant Still (1895-1978), een andere Harlem Renaissance-componist, genoot weliswaar het nodige succes in zijn eigen tijd. Hij was “een man van vele eerste keren”: als eerste Afro-Amerikaan stond hij op de bok bij een bekend symfonieorkest, speelde een vooraanstaand orkest een van zijn symfonieën en was een opera van zijn hand te horen in een bekend operahuis en op nationale televisie. Toch ziet violist Randall Goosby daarin een aanwijzing dat zwarte componisten tot die tijd geen volwaardige kansen kregen. “Wie aanneemt dat Still níet talloze barrières heeft moeten overwinnen, suggereert in feite dat geen enkele Afro-Amerikaanse componist vóór hem iets geschreven heeft wat zulke publieke erkenning waard was.”


Negro spirituals

De uitsluiting van zwarte componisten had niet alleen met hun huidskleur te maken, maar ook met hun muzikale stijl, die soms afwijkt van wat men in de concertzaal gewend was. Beluister bijvoorbeeld eens de Spiritual Suite van Margaret Bonds, een leerling van Florence Price. Zij verwerkte, net als veel andere Harlem Renaissance-componisten, vaak negro spirituals in haar klassieke composities.

Spirituals zijn expressieve liederen die tot slaaf gemaakten op de katoenplantages zongen, die van generatie op generatie werden doorgegeven, en waaruit latere genres als blues en gospel zijn ontstaan. Price zelf leerde als jong meisje veel spirituals kennen via haar moeder en grootmoeder, en baseerde haar eerste Fantasie Nègre op de bekende christelijke spiritual Please Don’t Let This Harvest Pass. Ook in het melancholische Adagio uit de Afro-American Symphony van William Grant Still kun je duidelijke spiritual-invloeden herkennen, terwijl in Garmin, het derde deel van zijn Suite for Violin and Piano, een swingend bluesritme hoorbaar is.

Buiten Amerika lieten zwarte componisten zich eveneens door negro spirituals inspireren. Neem de jonggestorven Britse componist Samuel Coleridge-Taylor (1875-1912), wiens vader afstamde van Afro-Amerikaanse slaven. Coleridge-Taylor componeerde in de westerse romantische traditie, maar verdiepte zich tijdens zijn tournees door Amerika steeds meer in zijn Afro-Amerikaanse wortels. Zo publiceerde hij in 1904 Twenty-Four Negro Melodies, een pianotranscriptie van 24 spirituals in een klassiek-romantische stijl. Een van de spirituals uit de bundel, Wade in the Water, is een zogenaamd ‘codelied’, waarmee tot slaaf gemaakten verborgen boodschappen communiceerden over manieren om te ontsnappen. En volgens de overlevering was I’m Troubled in Mind, een van Coleridge-Taylors favoriete spirituals, ooit gezongen door een huilende slaaf nadat die door zijn slavendrijver bruut gegeseld was. Ook het hartverscheurende lied Sometimes I Feel Like a Motherless Child, bekend geworden in de prachtige uitvoering van burgerrechtenactiviste Odetta en door Coleridge-Taylor gearrangeerd voor piano, is oorspronkelijk een negro spiritual.

Coleridge-Taylor had vooral in Amerika succes en kreeg daar zelfs de bijnaam “Black Mahler”. Toch is ook hij na zijn dood in de vergetelheid geraakt, totdat in 1999 enkele onbekende werken van hem werden teruggevonden, die postuum in première gingen. Sindsdien krijgt ook de rest van zijn omvangrijke oeuvre weer enige aandacht.

Erkenning

“In de klassieke muziekwereld is lange tijd een beetje neergekeken op muziek van zwarte componisten, ze zou te eenvoudig klinken”, aldus chef-dirigente Karina Canellakis van het Radio Filharmonisch Orkest. Als een van de eerste dirigenten in Nederland zette zij de Afro-Amerikaanse componisten William Grant Still en George Walker op het concertprogramma. “Alles wat met blues te maken heeft of thema’s heeft uit negro spirituals zou tweederangs zijn, vergeleken met Brahms en Wagner. Niets is minder waar! We hebben het over een andere manier van componeren, een andere benadering van harmonie en melodie. Het is zo belangrijk om te erkennen hoeveel schoonheid deze muziek bevat.” Wie dit advies ter harte neemt, heeft een complete wereld aan onbekende muzikale parels te ontdekken.


Lees en luister ook