Focus Klaus Mäkelä

© Marco Borggreve

De dageraad van een nieuw tijdperk: zo introduceerde het Koninklijk Concertgebouworkest in juni 2022 de toekomstige chefdirigent Klaus Mäkelä. Met al twee andere orkesten onder zijn hoede, neemt hij in 2027 pas echt het stokje over in Amsterdam. Tot die tijd zal hij regelmatig op de bok staan als artistiek partner van het orkest. Een langverwachte opmaat naar een nieuw tijdperk in het Concertgebouw.

Piepjong

In de krantenkoppen verschijnt de naam Mäkelä te pas en te onpas in combinatie met de omschrijving ‘piepjong’. Want inderdaad, met slechts 26 levensjaren op de teller deze positie in de wacht slepen is niet niks. Toch moet Mäkelä wat leeftijd betreft iemand voor zich dulden in het rijtje illustere voorgangers. Willem Mengelberg was 24 toen hij het chefdirigentschap op zich nam. En de in 2021 overleden Bernard Haitink was 32 toen hij met slechts zes jaar dirigeerervaring in zijn rugzak het roer overnam van Eduard van Beinum.

Dirigentendroom

De weg naar het dirigentschap is voor Mäkelä dan ook niet per toeval gekozen. Opgegroeid in een muzikale familie wist hij in Finland als solocellist en kamermusicus al hoge ogen te gooien. Maar al sinds zijn kinderjaren richtte hij zijn pijlen ook op het dirigeren. Meezingen in het kinderkoor bij een uitvoering van Bizets opera Carmen had het zaadje op zijn zevende geplant. Als tiener volgde hij directielessen bij Jorma Panula, de ‘verborgen hand’ achter meerdere Finse dirigeerwonders zoals Esa-Pekka Salonen en Osmo Vänskä.

Stravinsky

Het was Stravinsky die Mäkelä internationaal op de radar deed verschijnen. Na een verpletterende uitvoering van het ballet Petroesjka in 2016 begon de telefoon te rinkelen met aanvragen van orkesten buiten Finland, die het jonge dirigeertalent ook graag voor langere periodes aan zich verbonden. Als jongste ooit werd hij in 2018 voor drie seizoenen aangesteld als chefdirigent van het Symfonieorkest van de Zweedse Radio. Sinds 2020 is hij chefdirigent van het Oslo Filharmonisch Orkest en sinds 2022 ook van het van het Orchestre de Paris. Ook het Concertgebouworkest was snel weg van Mäkelä: ‘Zelden hebben we zo’n overweldigende steun ervaren van onze musici voor een nieuwe chef-dirigent,’ zei Jörgen van Rijen, voorzitter van de Artistieke Commissie en bestuurslid toen het nieuws bekend werd. Eerste violist Marc Daniel van Biemen vertelde aan NRC: ‘Je voelt dat het een hele bijzondere, amicale samenwerking gaat worden. Hij is zo makkelijk in de omgang, ons vertrouwen in hem is zo groot.’

Artistiek partner

Mäkelä echt leren kennen, dat moeten we vooral in de concertzaal gaan doen. Als artistiek partner zal hij de komende jaren steeds vaker voor het Concertgebouworkest staan. ‘Zo groeien we in de relatie richting het chefdirigentschap,’ zegt hij zelf. In seizoen 22/23 leidt hij vijf producties. Dat aantal zal elk jaar groeien naar uiteindelijk twaalf in 2027. Met Mäkelä’s interesse en verantwoordelijkheidsgevoel voor hedendaagse muziek zullen daar ook heel wat premières tussen zitten. In seizoen 22/23 dirigeert hij er al vier: Alexander Raskatov en Sauli Zinovjev in december, Jimmy López Bellido in januari en Sally Beamish in april. Onlangs liet Mäkelä weten zich ook in de Nederlandse muziek te verdiepen: daar kunnen we de komende jaren vast en zeker ook programma’s van verwachten.

‘Ambitieus is een understatement’

Met muziek uit zijn thuisland zette Mäkelä zijn eerste stappen in de opnamewereld. Voor Decca nam hij de integrale symfonieën van Jean Sibelius en het symfonisch gedicht Tapiola op met het Oslo Filharmonisch Orkest. Het leverde hem lovende kritieken op in de pers (‘als heerlijk puur en koud stromend water’ – Trouw) en een Edison in de categorie Debuut. Uit het juryrapport: ‘Klaus Mäkelä koos ervoor om alle symfonieën van zijn moeilijk te doorgronden landgenoot Sibelius op te nemen met het Oslo Philharmonic. De toon is letterlijk gezet vanaf het eerste moment, wanneer de ijzige klarinet boven de pauken opdoemt; Mäkelä weet overduidelijk naar welke kleuren hij zoekt en weet ze ook naar boven te halen in zowel het hele orkest als individuele spelers – de kracht van een inspirerende dirigent. Het is nooit extreem, net als de tempi die hij kiest, en met een duidelijk doel voor ogen, dat in dienst staat van de muziek.’ Met Mäkelä’s exclusieve platencontract bij Decca staat ons ongetwijfeld ook op opnamegebied nog veel moois te wachten.


concertgebouw-dirigentenLees en luister ook