Favorieten van Víkingur Ólafsson

© Ari Magg

Terwijl de IJslandse pianist Víkingur Ólafsson vanwege de coronacrisis noodgedwongen thuis zit, stromen de enthousiaste reacties op zijn nieuwe album met werken van Rameau en Debussy binnen. Het idee voor het album, waarop hij even moeiteloos als overtuigend twee grote Franse componisten verbindt ook al zit er zo’n drie eeuwen tussen, ontstond vorig jaar tijdens een andere periode van noodgedwongen thuis zitten. ‘Ik was aan het wachten op de geboorte van mijn eerste kind’, zegt hij daarover. ‘Mijn vrouw was uiteindelijk twee weken overtijd. Die periode van gedwongen wachten en ongeduld heb ik toen gevuld met het spelen van werken van Rameau.’

Ólafsson raakte direct gebiologeerd door de muziek van deze tijd- en generatiegenoot van Johann Sebastian Bach. ‘Bach is als Shakespeare’, zegt de pianist over de componist die hij al eerder briljant aan de cd toevertrouwde. ‘Alle componisten houden van hem. Maar de muziek van Rameau is onvergelijkbaar met wie dan ook in die tijd. De kwaliteit is extreem hoog, de poëzie spat van de partituren en de programmatische elementen in zijn werk zijn net als veel van zijn harmonieën zijn tijd ver vooruit.’
Toen Ólafsson in die tijd ook werk van Claude Debussy speelde, viel hem de overeenkomst in vorm en intentie tussen beide componisten op. ‘Het skelet van het werk van Debussy is barok in vorm, alleen zijn taal is logischerwijs anders. Debussy was terecht dol op Rameau die hij als een van zijn voorgangers beschouwde. Ik wilde een dialoog tussen die twee tot stand brengen en ze ondanks een verschil van twee eeuwen voor even tijdgenoten maken.’
Het werkt wonderbaarlijk en de muziek van beide componisten gaat nagenoeg naadloos in elkaar over. Het is inderdaad slechts de taal die bij tijd en wijle doet beseffen dat de twee uit verschillende tijden stammen. Verder is het niet zo gek dat zowel Rameau als Debussy een plek hebben bij de vijf favorieten van de pianist. Al laat hij er meteen op volgen dat het ‘favorieten van dit moment’ zijn. ‘Volgende week is het weer heel anders en kan de muziek waar ik nu mee bezig ben opeens hoog op mijn lijstje staan.’ Welke muziek dat is houdt hij nog even ‘geheim’, maar dat het materiaal is voor een volgend album is zeker. ‘Ik wil er verder niet over praten, maar het wordt weer heel anders dan dit Rameau-Debussy-album.’


Jean-Philippe Rameau – Le Rappel des Oiseaux

Niet voor niets is deze ‘herinnering aan de vogels’ uit Rameaus Pièces de clavecin het eerste werk dat van Rameau op de cd van de IJslandse pianist klinkt. Hoewel het nog geen drie minuten duurt ‘staat het voor alles wat Rameau zo bijzonder maakt: zijn verbeeldingskracht, zijn klankschildering, het programmatische en ondertussen toch nog steeds die fabuleuze meerstemmigheid.’


Claude Debussy – Hommage à Rameau

Hommage à Rameau, het tweede deel uit boek I van Debussy’s Images noemt Ólafsson ‘een fantastisch werk dat heel bijzonder voor mij is’. Dat ligt vooral aan de ‘onvoorspelbaarheid’ van het stuk, aldus de pianist. ‘Debussy heeft dit geschreven met een reflectieve geest; hij gaat terug naar de tijd van Rameau, maar ondertussen blijft hij volledig zichzelf en klinkt het werk gewoon naar Debussy. Het is alsof je slaapwandelt en met de geest van nu even terug gaat in de tijd. Het is precies wat ik zo mooi vindt aan Debussy èn Rameau: ze blijven je verrassen.’


Wolfgang Amadeus Mozart – Requiem

‘Iets heel anders’, constateert Ólafsson zelf al. ‘Maar Mozarts Requiem is zo’n meesterwerk. Het geeft je tegelijkertijd een gevoel van tijd en van de onmogelijkheid van tijd. Je weet nooit wanneer en op welke manier het leven eindigt. Het is een wijs werk. Bovendien maakt het duidelijk hoeveel Bach er in Mozart schuilt. Mozart was goed bekend met Bachs Wohltemperierte Klavier en dat is te horen. Hij speelt met het metrum, met meerstemmigheid en met stijl in het Requiem. Soms lijkt het puur barok en soms is hij zijn tijd vooruit met negentiende eeuws aandoende passages. En dan hebben we het nog niet eens over de symboliek.’


Björk – Hidden place

‘Ja, ik houd ook van popmuziek. Al kun je Hidden Place van de IJslandse zangeres Björk nauwelijks een gewone popsong noemen. Deze single van het album Vespertine uit 2001 is een liefdeslied, maar het heeft iets van de sfeer van Schönbergs Verklärte Nacht. Niet zo gek; Björk heeft ooit Schönbergs Pierrot Lunaire uitgevoerd en is goed bekend met zijn werk. Haar muzieksmaak is zo breed, en ze kan alles. Bovendien herhaalt ze zichzelf nooit omdat iets succes heeft gehad. ‘Je moet steeds weer aan je eigen succes ontsnappen’, zei Debussy al eens. Dat doet zij, en dat probeer ik ook te doen. Je moet je hart volgen en steeds nieuwe wegen zoeken. Dat is voor mij de condition humaine.’


John Adams – Must the Devil have all the good tunes

‘Iedereen zou Johann Sebastian Bach in mijn top vijf verwachten omdat ik ook een cd met zijn werk heb opgenomen, maar ik kies liever voor een nieuw werk: Must the Devil have all the good tunes, het derde pianoconcert van John Adams. Een geweldig werk; ik mocht de première spelen en heb het onlangs ook in Amsterdam uitgevoerd tijdens de ZaterdagMatinee. Adams combineert zoveel werelden. Het is Stravinsky, Debussy, minimal music, de popsongs van de jaren dertig en veertig, het zit er allemaal in. Het eerste deel klinkt robotachtig, haast futuristisch, het tweede is een van de mooiste concertdelen van de twintigste en eenentwintigste eeuw en het laatste deel gaat terug naar het oude Amerika. En het klopt allemaal. Het heeft consistentie, een stuwende harmonie, alles. John Adams is een van de meest creatieve, nieuwsgierige en ruimdenkende mensen die ik ooit ontmoet heb.’


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook