Album van de week Keith Jarrett speelt Bach – live

Johann Sebastian Bach is volgens velen niet alleen de beste barokcomponist, hij is ook wel, en niet ten onrechte, de eerste minimal musiccomponist en zelfs de eerste jazzcomponist ooit genoemd. Wie de uitvoeringen van jazzpianist Keith Jarrett hoort van Bachs Wohltemperierte Klavier begrijpt die kwalificaties direct. Bach was niet alleen zeer ouderwets (althans volgens zijn zonen), hij was zijn tijd ook ver vooruit. Dat is de boodschap die spreekt uit de enerverende live-registratie van het Wohltemperierte Klavier boek I door Jarrett die onlangs verscheen.

In 1987 bracht ECM New Series de studio-opname uit van Wolhtemperierte Klavier boek I gespeeld door Keith Jarrett. Een zet die uitstekend paste in het beleid van ECM-baas Manfred Eicher die zich vooral richtte op nieuwe klassieke muziek en bijzondere uitvoeringen van bekende klassiekers. Een jazzpianist Bach laten spelen was zo’n bijzonderheid. Op 7 maart 1987, kort voor de release van de studio-opname, speelde Jarrett het eerste boek van het Wohltemperierte Klavier live in de Troy Savings Bank Music Hall in New York. Uiteraard was ECM erbij met opnameapparatuur, en niet alleen vanwege de zeer goede akoestiek van de zaal.
Nu, ruim dertig jaar later, is deze liveregistratie eindelijk op twee cd’s uitgebracht. Een zinvolle release die niet alleen de kwaliteit van Jarrett als pianist onderstreept, maar die ook laat horen hoezeer de pianist live, al dan niet meegesleept door de atmosfeer, net weer andere accenten legt, iets lagere of hogere tempi kiest en de noten van Bach laat dansen alsof het ter plekke geïmproviseerde noten zijn van een barokke jazzpianist.

Supertalent

Wie Keith Jarrett alleen kent als die grootse solo-improvisator van bijvoorbeeld het beroemde ECM-album The Köln Concert of als de spil van het roemruchte Standards Trio, heeft het een en ander gemist. De inmiddels 74-jarige pianist begon op driejarige leeftijd met pianospelen en groeide uit tot een supertalent dat op 7-jarigeleeftijd zijn eerste recital gaf met werken van Bach, Mozart, Beethoven en Saint-Saëns. Hij leek een groot klassieke pianist te worden, maar toen hij oud genoeg was om de studie serieus aan te vangen, raakte hij door het Dave Brubeck Quartett in de ban van de jazz. In plaats van de mogelijkheid aan te grijpen om compositie te studeren bij de fameuze Nadia Boulanger, vertrok Jarrett naar New York om zich vol overgave in het jazzcircuit te storten. Hij speelde onder anderen met Art Blakey’s The Jazz Messengers en hij nam met het kwartet van Charles Lloyd de onder jazzliefhebbers nog steeds gekoesterde plaat Forest Flower op, om vervolgens zijn eigen trio’s en kwartetten te formeren.

The Köln Concert

Voordat het zover kwam, flirtte Jarrett nog even met Miles Davis. Vanaf 1969 tot 1970 speelde hij een jaar in de fusiongroep van de grote trompettist om daar tot de conclusie te komen dat hij absoluut geen elektrisch pianist was en graag vasthield aan de akoestische vleugel en later zelfs ook het klavecimbel. De soloconcerten die daaruit voortvloeiden werden beroemd om hun ellenlange improvisaties die vaak even onnavolgbaar als beluisterenswaardig waren. Tijdens een concert in 1975 in de Keulse Opera maakte een ECM-technicus een opname, in eerste instantie voor privégebruik. Manfred Eicher was zo slim de plaat uit te brengen. Het zou een van de beste verkochte jazzalbums ooit worden met inmiddels meer dan 3,5 miljoen verkochte exemplaren.

Referentieopname

Voor Jarrett bleef de klassieke muziek altijd een inspiratiebron. Dat is duidelijk waarneembaar op bijvoorbeeld The Köln Concert, maar het spreekt ook uit de klassieke werken die hij op de plaat zette. In de jaren tachtig bracht hij een studio-opname van het complete Wohltemperierte Klavier van Bach uit, gevolgd door onder andere diens Goldberg Variaties, suites van Händel, de Preludes en Fuga’s van Sjostakovitsj en ook pianoconcerten van Mozart, Bartók en Barber. Bovendien was Jarrett de pianist op de eerste uitgave van ECM New Series in 1984, het beroemde album Tabula Rasa, gewijd aan het werk van Arvo Pärt, met onder andere de nog steeds door velen als referentieopname beschouwde registratie van Fratres met Gidon Kremer als violist.
Zijn Bachalbums werden in die late jaren tachtig zeer goed ontvangen, al fronsten puristen hun wenkbrauwen en moesten de aanhangers van de historische uitvoeringspraktijk al helemaal niets van Jarretts Bach hebben. Over de studio-opname van het Wohltemperierte Klavier schreef Gramophone destijds in eerste instantie nog voorzichtig: ‘Dit zijn uitvoeringen waarin tempo’s, frasering, articulatie en de uitvoeringen van de ornamenten overtuigend zijn.’ Om vervolgens een groot compliment uit te delen: ‘Zowel het instrument als de uitvoerder dienen als onopvallende media waardoor de muziek zonder verdere opsmuk kan stralen.’

Heerlijke swing

Dit geldt onveranderd voor de nu verschenen liveversie van het eerste boek. Ondertussen ligt er voor iedereen die de studio-opname kent een heerlijke puzzel in het verschiet, die zich laat samenvatten als ‘zoek de verschillen’. Want Jarrett is te veel een improvisator om een klassiek werk elke keer op min of meer dezelfde manier te spelen. Zo valt direct op dat de obsessieve drive waarmee hij in de studio die overbekende eerste Prelude in C speelde plaats heeft gemaakt voor een veel lyrischere lezing. En onder meer de hoekige wijze waarop hij live de Fuga in Es BWV 852 speelt of de repeterende groove onder de Prelude in e BWV 855 legt, is misschien ook de hedendaagse puristen een gruwel, doch de heerlijke swing die Jarrett zo etaleert, maakt van Bach niet alleen wederom de grootste barokcomponist, maar inderdaad ook een pionier avant la lettre op het gebied van de jazz en de minimal music.


Lees en luister ook