Album van de week Benjamin Grosvenor

© Patrick Allen/Opera Omnia

De Engelse pianist Benjamin Grosvenor is niet bepaald een musicus die zijn publiek overvoert met opnamen. Nadat hij in 2011 als jongste Britse artiest ooit een exclusief contract met Decca aanging, bracht hij slechts vier albums uit, waarvan de laatste in 2016. Dat hij een paar jaar nodig had om met wat nieuws te komen is te horen aan de intensiteit van zijn jongste plaat. En dat terwijl zijn nieuwe album ‘gewoon’ de twee pianoconcerten van Chopin bevat.

Dat Benjamin Grosvenor thuis is in de wereld van Frédéric Chopin is geen geheim meer. Op zijn voorlaatste album, Homages, kreeg Chopins Barcarolle nog een modeluitvoering en zijn eerste album voor Decca bevatte een aardige bloemlezing uit het oeuvre van de Poolse componist. Ooit zei de pianist al eens dat Chopin de eerste componist was waarmee hij ‘als jongetje van acht à negen jaar een zekere affiniteit voelde’. Met de twee pianoconcerten waagt hij zich echter op glad ijs. Niet alleen behoren beide werken tot het geliefde en gekende pianoconcertenrepertoire, ook de concurrentie aan opnamen is op zijn zachtst gezegd groot.
Grosvenor lijkt zich daar gelukkig weinig van aan te trekken en zet samen met het Royal Scottish National Orchestra onder leiding van vaste gastdirigente Elim Chan, ook zo’n even eigenwijze als gretige en bevlogen jonge hond, een zeer overtuigende interpretatie neer die je met ver- en bewondering doet luisteren.

Matig orkestrator

Chopin schreef beide concerten in 1829 en 1830 kort na elkaar. Eerst het concert dat als het Tweede de wereld in zou gaan, daarna pas zijn Eerste Pianoconcert dat als eerste gepubliceerd werd. Hoewel hij goede kritieken kreeg op beide concerten en zelfs de ‘Paganini van de piano’ werd genoemd, kreeg de componist steeds vaker het verwijt een matig orkestrator te zijn. Het moet gezegd dat Chopin  al zijn werken voor piano en orkest, zoals de Variaties op ‘La ci darem la mano’  en de Fantasie over Poolse Melodieën schreef nog voor hij 21 werd. Hij was relatief onervaren en componeerde verder heel weinig voor orkest. Het is ook waar dat er registraties bestaan die de strenge critici gelijk lijken te geven. Maar toen was Elim Chan er nog niet.
Deze vrouw, die sinds dit seizoen zowel de eerste vrouwelijke als de jongste chef is die het Antwerp Symphony Orchestra ooit aanstelde, trekt zich weinig aan van de conventies en de gangbare meningen over Chopin en zet het Royal Scottish National Orchestra direct op scherp in die lange orkestinleiding van het Eerste Pianoconcert. Voor deze opname beschikt ze over een volledig bezet symfonieorkest dat in verhouding tot het vaak gebruikte kamerorkest veel meer body heeft, maar het is ook en vooral de wijze waarop ze de orkestpartijen neerzet. Niet als een begeleidend tapijt waarboven de piano kan schitteren, maar als een ware ‘gesprekspartner’. Er is diepte, gelaagdheid, een prachtige wisselwerking tussen de stemmen. Nergens ook maar de schijn van een slecht orkestrator, geen moment verveling, Chan pakt de luisteraar meteen bij de strot. En als Grosvenor uiteindelijk met het bekende thema inhaakt, is het geen verademing, maar gewoon een extra laag die aan het toch al rijke veld toegevoegd wordt.

Onbeantwoorde liefde

Daarbij is Grosvenor niet alleen een lyricus die de taal van Chopin inderdaad uitstekend aanvoelt, maar ook een kamermusicus die elk mogelijk moment de dialoog met het orkest opzoekt. Zo klinkt de flirt met de fagot in het eerste deel van het Eerste Pianoconcert even echt als een duet. En zo is de stille liefdesbrief voor zijn studiegenote Konstancja Gładkowska, wat het meeslepende Larghetto van het Tweede Pianoconcert feitelijk is, geen puberale natte droom van een onbeantwoorde liefde, maar een intens samenspel tussen piano en orkest dat nog lang na blijft gonzen. Vooral de verhouding tussen de piano en de vervaarlijk tremulerende strijkers is adembenemend.

Nieuw elan

In dit organische geheel zet het parelende pianospel van Grosvenor de toon zonder opzichtig de show te stelen. De pianist, die in 2004 op 11-jarige leeftijd de BBC Young Musician Competition won, is een poëet die de muziek op de eerste plaats zet en op geen enkele wijze epateert. En dat, in combinatie met het door Chan aangevoerde orkest, maakt van dit ogenschijnlijk ‘gewone’ Chopin-album een must have die die de componist niet alleen als heerlijke dromer neerzet, maar ook als een wijze jongeman die het orkest in alle geledingen beheerst. En bovenal is het een plaat die de twee pianoconcerten bijna tweehonderd jaar na dato van nieuw elan voorziet en ze laat stralen voor wat ze werkelijk waard zijn.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook