Album van de week Sergei Babayan

© Marco Borggreve

Pianist Sergei Babayan won in 1989 de prestigieuze Casadesus International Piano Competition. Daarna volde nog een reeks andere prijzen bij onder andere de Busoni International Piano Competition en de Koningin Elisabethwedstrijd. Het begin van een grootse carrière zo leek het. Desondanks bivakkeerde  Babayan sinds die tijd vooral in de schaduw, mede omdat zijn discografie buitengewoon bescheiden en obscuur bleef. Daar lijkt nu verandering in te komen.

Sergei Babayan is wat men noemt een ‘pianist’s pianist’. Bij het grote publiek resoneert zijn naam niet echt, maar onder collegapianisten wordt hij hogelijk gewaardeerd. Zo overlegt Daniil Trifonov, die zes jaar les bij deze Armeens-Amerikaanse gigant had, nog steeds zijn recitalprogramma’s met hem en vond Martha Argerich de bewerkingen voor twee piano’s van Prokofjevs balletmuziek zo goed, dat ze meteen een heel album met Babayan samen opnam. De plaat die twee jaar geleden verscheen was Babayans officieuze DG-debuut. Nu maakt hij op 59-jarige leeftijd zijn officiële solodebuut op het gele label. En hoe… Het is tekenend voor de veronachtzaming van de talenten van Babayan, die begin vorig jaar pas zijn debuut in het Amsterdams Concertgebouw maakte, dat de opname van een ketting vol juwelen uit het piano-oeuvre van Sergei Rachmaninov al sinds 2009 op de plank liggen. Blijkbaar wilde niemand ze hebben. Onbegrijpelijk.

Eeuwenoude ziel

Sergei Babayan werd geboren in Armenië. En hoewel hij al jaren in de Verenigde Staten woont en werkt, draagt hij de Armeense ziel diep in zich. Dat is een eeuwenoude ziel vol onvervuld verlangen waarin de gevolgen van de genocide van het begin van de vorige eeuw nog diep zitten en waarin de Turkse en Russische overheersing altijd een pijnpunt is gebleven. Het is ook een ziel die ondanks het juk van ellende en wanhoop, vervuld is van hoop, liefde en compassie. En precies dat resoneert met de geest van Rachmaninov, die ooit zei: ‘Muziek wordt geboren vanuit het hart en spreekt exclusief tot het hart; muziek is liefde. De zuster van Muziek is Poëzie en de moeder is Droefenis’.

Nostalgia

En dat is precies zoals de keuze van Babayan uit de Preludes op 23 en op. 32, de Études-Tableaux, de Moments Musicaux op.16 en de transcripties van Volodos en Rachmaninov zelf uit de Twaalf liederen op. 21 klinken. Babayan kan virtuoos uitpakken zoals in de iets meer dan een minuut durende Prelude op. 32 nr. 6, maar vaker, veel vaker en ook in deze prelude, zingt hij van diepere lagen en brengt hij de lyricus in Rachmaninov naar boven, de getourmenteerde geest die vol heimwee zingt van zijn wortels, die verlangen tot kunst verheven heeft en die dat prachtige Russische woord nostalgia (ностальгия) de best mogelijke muzikale invulling geeft. Luister naar het derde deel van de Études-Tableaux dat direct op die razendsnelle virtuoze prelude volgt en wordt getroffen door de diepte, de rust en de emotie die Babayan daarin weet te leggen. Hier kruipt een pianist naar de rand van de afgrond van de ziel van Rachmaninov, hier weet een toetsenist een arsenaal aan kleuren uit zijn instrument te halen die letterlijk ongehoord en adembenemend zijn.

Grootste kracht

Daarbij weet Babayan in elk stuk werkelijk een meeslepend verhaal te vertellen, een verhaal dat de luisteraar – zoals in Études-Tableaux op. 39 nr. 2 – aan zijn lippen doet hangen en dat de indruk wekt dat het precies het verhaal is dat Rachmaninov had willen vertellen. En dat is misschien wel de grootste kracht van dit indrukwekkende solodebuut van deze ‘pianist’s pianist’: hij schildert Rachmaninov niet als die eeuwige ontembare klavierleeuw die in de verkeerde tijd bleef vertrouwen op onvoorstelbare doch weinig zeggende virtuositeit. Nee, hij maakt van deze dwarsdoorsnede van het pianorepertoire van de componist een doosje exquise chocoladebonbons die zowel gezamenlijk als afzonderlijk staan voor een man van vlees en bloed. Voor een man die een juk vol ellende en wanhoop in zich draagt en desondanks vervuld is van hoop, liefde en compassie. Zelfs in dat dartele en ultrakorte Morceau de fantaisie in g ‘Delmo’.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook