Focus Het Machtige Hoopje

Echt vaak horen we hun naam niet. Toch zou de muziekgeschiedenis heel anders verlopen zijn als Nicolai Rimski-Korsakov, Modest Moessorgski, Mili Balakirev, César Cui en Aleksandr Borodin er niet waren geweest.

De toekomst

Het negentiende-eeuwse Rusland stond op een tweesprong, het moest kiezen. Wat was de toekomst? Zou het haar economie hervormen naar West-Europees model, of juist vasthouden aan de oude tradities? Al snel ontstonden er twee kampen. De ene groep was klaar om van Rusland een West-Europese natie van bruisende steden en stomende fabrieken te maken; de andere groep wilde vasthouden aan landelijke gemeenschappen met adellijke figuren aan het hoofd. Welke richting zou het op gaan? Dezelfde vraag gold ook voor de kunsten. Moest Rusland naar het Westen kijken, naar het moderne en hippe West-Europa, of naar naar zichzelf, op zoek naar een eigen cultuur? Van de ‘Europa-gezinde’ componisten is Tsjaikovski het meest bekende voorbeeld. Zijn ogen waren gericht op de muzikale meesters en ontwikkelingen in het Westen. Natuurlijk, in zijn composities keek Tsjaikovski ook landinwaarts. In veel van zijn balletten en opera’s baseerde hij zich op Russische verhalen en sprookjes – af en toe komen we er zelfs een Russisch melodietje in tegen. Toch voelde de componist zich verbonden met alle West-Europese muzieksystemen. Hij componeerde op die manier, gaf les op een Europees-gemodelleerd conservatorium en schreef zelfs een hand- en oefenboek over het West-Europese harmoniesysteem.

Wars van regels

Daar moesten componisten als Nikolaj Rimski-Korsakov, Modest Moesorgski, Mili Balakirev, César Cui en Aleksandr Borodin niets van hebben. Voor hen was Europa een mooi voorbeeld, maar niet meer dan dat. Rusland moest haar eigen muziek ontwikkelen en al het nodige materiaal daarvoor was al aanwezig. Zij keken niet alleen naar het Westen, maar ook naar het Oosten en landinwaarts, naar de eigen cultuur en die van de verschillende stammen en volkeren uit het enorme Russische gebied. Deze muziek werd, net als de West-Europese muziek, zorgvuldig bestudeerd en geanalyseerd. Wat ze goed vonden gebruikten ze, de rest gooiden ze overboord. Zo werden ook de door Tsjaikovski gebruikte regels onwaardig geacht. Wat wel of niet mocht volgens de regels zou ‘De Vijf’ worst wezen. Rimski-Korsakov, Moessorgski, Balakirev, Cui en Borodin verwierven er al snel bekendheid en aanhang mee. De groep ging de geschiedenis in als ‘het Machtige Hoopje’ – een wat armzalige naam voor vijf componisten die een zware stempel op de Russische muziekgeschiedenis drukten. In het Engels klinkt de verwijzing naar de groep componisten al een stuk indrukwekkender: ‘The Mighty Five’.

Amateurs

Hoe indrukwekkend hun Engelse naam ook is en hoe invloedrijk hun muziek ook was: de componisten van het Machtige Hoopje waren eigenlijk maar amateurs. Zeer getalenteerde amateurs wel te verstaan! Borodin was scheikundige, Moesorgski verdiende zijn geld als ambtenaar en Rimsky-Korsakov en Cui waren beiden militair. Zelfs Balakirev, de enige van het stel die aan het conservatorium gestudeerd had, was van oorsprong wiskundige. Deze mannen wilden niet leren aan een muziekinstituut, zij verzorgden liever hun eigen opleiding. Vanuit het veilige Sint Petersburg, ver verwijderd van het machtige Moskou, waar het Westerse kamp het voor het zeggen had, konden zij hun eigen curriculum bepalen. Beroemde composities waren hun studieboeken, discussies hun colleges – ze zouden hun titel ‘amateur’ trots en als geuzennaam gedragen hebben. Het leidde tot unieke muziek. Luister maar naar Moesorgski’s Schilderijententoonstelling — bekend geworden door Ravels machtige orkestratie. De klagelijke vervlogenheid in Het Oude Kasteel en de mythische duisternis in De Hut op Kippenpoten geven blijk van een rijke, soms magische wereld. En wat te denken van Sherehazade? Met nieuwe middelen creëert Rimsky-Korsakov een droomachtig sprookjeslandschap vol beeldende en levendige verhalen. Zo pakkend als in De Zee en Sinbads Schip werd dit duizend-en-een-nachtverhaal niet eerder verteld.

Invloed

De invloed van De Vijf was ongekend — niet alleen in Rusland, maar ook in Europa beïnvloedden ze hele generaties componisten. Het predicaat ‘Machtig’ was zeker niet onterecht. Maar De Vijf gaven ook op directere wijze het ambacht door: veel van hun leerlingen bereikten de hoogste muziekregionen. De ironie wil dat van De Vijf Rimsky-Korsakov, de componist met de minste vernieuwingszucht, het meest invloedrijk zou worden in de progressieve Russische muziek. Juist zijn leerlingen zouden decennia lang de toon bepalen. Een naam als Prokofjev zegt al genoeg. Maar er was nog een leerling die het ver zou schoppen – een jonge, nogal unieke man. Van zijn leraar Rimsky-Korsakov leerde deze rechtenstudent de regels te schikken naar zijn wil – hij erfde het talent voor klankschilderen en muzikaal spreken als geen ander. De jonge man zou de wereld veroveren en veranderen met ongekende klanken, technieken en ideeën; hij zou de muziek bevrijden en een van de grootste namen uit de twintigste eeuw worden. Dat alles begon bij zijn docent Rimsky-Korsakov, die de basis legde van zijn kunnen. Zijn naam? Igor Stravinsky. De Vijf hadden hun plek in de muziekgeschiedenis verzekerd.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook