Focus De verdwenen Stravinsky

© Peter Fischli / Lucerne Festival Orchestra

Vele decennia zochten musicologen naar de spoorloze Chant funèbre van Igor Stravinsky. Want dat werk zou een keerpunt in zijn oeuvre zijn. Drie jaar terug dook het stuk plotseling op tijdens een verbouwing van het conservatorium in Sint-Petersburg.

Vrijwel iedereen dacht dat de Chant funèbre vernietigd was

Na de dood van leermeester Nikolaj Rimsky-Korsakov schreef Igor Stravinsky als eerbetoon in 1908 zijn Chant funèbre. Eén uitvoering beleefde het werk in het conservatorium van Sint-Petersburg. Daarna verdween de partituur. Een eeuw later bleven enkele kenners nog volharden in zijn zoektocht. Ze werden met enige meewarigheid bekeken. De muziekwereld geloofde dat Stravinsky’s manuscript was vernietigd gedurende de Russische Revolutie. De componist zelf sprak over dit vroege werk, zijn opus vijf, met vertedering als een van de beste werken van zijn jeugd. Mede door deze uitspraak kreeg de muziek ook iets mythisch.
Stravinsky-specialist Natalya Braginskaya, onderdirecteur van het Petersburgse conservatorium, bleef speuren naar het werk. En uiteindelijk werd ze daarvoor beloond, hoewel het toeval haar de Chant funèbre in de schoot wierp. Bij een renovatie drie jaar geleden moest het conservatorium voor het eerst sinds de oprichting eind negentiende eeuw verhuizen naar een ander gebouw. Op een dag vond bibliothecaresse Irina Sidorenko bij het inpakken van de dozen met manuscripten plotseling de partij van de eerste fluit uit het stuk. En ze belde Braginskaya, die zich naar het conservatorium haastte. Daar vond zijn ook de andere zevenenvijftig orkestpartijen terug. Aan de hand daarvan was het niet moeilijk om een volledige partituur te reconstrueren.
Uiteraard was het de Russische muziektsaar Valery Gergiev die met zijn Mariinsky Orkest de wereld première speelde in Sint-Petersburg.

‘Iedereen in het orkest mag de overleden meester eren’

Nog geen twee maanden later hoorde het publiek van de Concertgebouw-serie NTR ZaterdagMatinee de West-Europese première. De eer viel te beurt aan het Radio Filharmonisch Orkest en dirigent Markus Stenz. ‘Het is betoverend’, vond hij, ‘dat een stuk van Stravinsky, van wie bijna alles is uitgegeven, plotseling uit het niets opduikt. Dit is de meest ongewone Stravinsky die ik ken. Nergens lijkt hij zo gefascineerd door het verleden als hier. Want we horen hem verwijzen naar de Wagner-opera Götterdämmerung, hij brengt een eerbetoon aan de geest van de Romantiek, van Rimsky-Korsakov. En de openingsmaten doen denken De Vuurvogel die Stravinsky een jaar later zou schrijven. Al zijn muzikale gedachten lijken in dit stuk samen te vloeien.’
Bijzonder aan het werk vond Stenz ook dat Stravinsky vrijwel iedere musicus in zijn Chant funèbre een solo gaf. ‘Niet alleen de aanvoerders mogen hun kunnen tonen, nee, ieder orkestlid krijgt de kans de gestorven leraar Rimsky-Korsakov te eren. Alsof ze allemaal, stuk voor stuk, langs de kist lopen en hun eigen ervaring mogen delen.’

Stravinsky neemt afscheid van het verleden

De wereldpremière van de Chant funèbre op cd staat op het Stravinsky-album dat dirigent Riccardo Chailly maakte met het Luzern Festival Orkest. De Engelse krant The Guardian gaf het de maximale vijf sterren, vanwege ‘de prachtige kleuren en de smetteloze klank’. Op het album staan de drie werken die aan Stravinsky’s Chant funèbre vooraf gingen, en het stuk dat de muziek voorgoed zou veranderen: Le Sacre du printemps.
Het is nauwelijks voorstelbaar dat er maar krap vijf jaar zit tussen Stravinsky’s begrafenismars voor Rimsky-Korsakov en de revolutionaire Sacre. En toch voel je in de Chant funèbre wel dat de jonge componist niet alleen afscheid neemt van zijn leraar, maar ook van diens denkwereld. Stravinsky had Rimsky nodig om de tradities te leren kennen. Maar na diens dood werd het tijd om op zoek te gaan naar een eigen stem.
En die is al hoorbaar in zijn Chant funèbre, waarin een fascinatie naar boven komt voor het mythische oerlandschap van de Wagner-opera’s, met hun vaak duistere en gewelddadige rituelen. Niet de melodische lijnen maar het ritme van de aarde zou hij verklanken. De moorddadige offerdans uit Le Sacre zou een jaar na de première ook de rest van de mensheid in de greep zou krijgen met twee wereldoorlogen en een revolutie tot gevolg. In dat opzicht lijkt de herontdekte Chant funèbre niet alleen een requiem voor Rimsky-Korsakov, maar ook voor een beschaving en een tijdgeest, die aan de rand van een afgrond staan.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook