In de spotlights Benjamin Grosvenor
In Engeland zien de kenners in de twintiger Benjamin Grosvenor de pianist die oude tijden laat herleven. ‘De noten moeten niet bevriezen, maar blijven vloeien.’
‘In mijn ogen mag een pianist gerust zijn fantasie inschakelen’
De 24-jarige Brit Benjamin Grosvenor musiceert met verleden, heden en toekomst in zijn achterzak. Zijn spel doet onwillekeurig denken aan de grootheden die hun voelsprieten nog in de negentiende eeuw hadden: Alfred Cortot, Vladimir Horowitz of Wilhelm Kempff, pianolegenden zonder de angst voor componist en partituur. Bij hen stonden de noten niet in steen gebeiteld, maar hoor je met de oorspronkelijke gedachten van het stuk ook de verbeelding van de pianist meeklinken. ‘En dat mag ook’, vindt Grosvenor. ‘Want componisten brachten een paar weken, maanden of jaren met een werk door, maar de moderne pianist doet zijn hele leven met de Nocturnes van Chopin, de Sonates van Beethoven en de Concerten van Mozart. Dat is overigens niet mijn eigen observatie, maar die van Jorge Bolet. Je mag niet verwachten dat een musicus altijd hetzelfde tegen de noten blijft aankijken. Vroeger bewonderden componisten de pianisten, die iets eigens toevoegden aan hun muziek. Nu worden ze door kenners vaak beschimpt. Ergens onderweg werd de partituur heilig verklaard. In mijn ogen mag een uitvoerder gerust zijn fantasie inschakelen. Dat deden mensen als Cortot, Horowitz en Richter ook. Hun stijl was hoogstpersoonlijk en ademde vrij, maar toch zal niemand beweren dat ze Chopin, Scarlatti of Bach geweld aandeden.’
‘Mijn broer heeft Down, maar ook een open geest’
Het nadeel van de huidige tijd, stelt Grosvenor vast, is dat musici blootstaan aan veel vastgeroeste tradities en zienswijzen. ‘Ik moet me de geschiedenis eigen maken’, zegt hij, ‘maar die moet wel naar het nu worden vertaald. Muziek moet vloeien, zei Mozart eens. Je moet de noten niet bevriezen, ze moeten blijven stromen. Het was vroeger natuurlijk eenvoudiger om als musicus je eigen stempel op Beethoven te drukken. Tegenwoordig kunnen we tweehonderd versies van zijn Mondschein Sonate vergelijken, maar in de negentiende en begin twintigste eeuw kregen concertbezoekers dat werk misschien eens in de tien jaar te horen, door een beroemd pianist. Dat is een ander referentiekader. Het vereist nu meer moed om beroemde muziek op je eigen manier te vertolken. Uiteraard moet dat geen doel op zich zijn. We spelen niet anders om het anders zijn, we blijven dienaren van de muziek. Het is een paradox: je wilt de componist laten horen, maar ook jezelf. Alles begint met het lezen van de partituur, maar die lijkt op een gedicht: iedereen kan er verschillende betekenissen in ontdekken.’
Het belangrijkste is om steeds weer de muziek met een open geest tegemoet te treden. En precies dat lijkt een van de kenmerken van Grosvenors spel. Misschien heeft dat te maken met het feit dat hij in het ouderlijke huis – dat hij nog niet zo lang geleden verliet – een slaapkamer deelde met zijn broer Jonathan, die het syndroom van Down heeft. ‘Of dat invloed heeft gehad op mijn manier van musiceren, kan ik niet zeggen, want ik weet niet beter dan dat hij er was. Jonathan is een wonderbaarlijk mens, in wie veel onschuld zit en veel muziek. Hij hoort alles en hij schrijft veel. Momenteel werkt hij zelfs aan een boek. Het bijzondere aan hem vind ik dat hij anderen niet de maat neemt, hij accepteert ons zoals we zijn. Hij oordeelt niet. Dus die open geest, ja, dat heb ik misschien wel van hem geleerd.’
‘Er zit veel lijden in Bachs Chaconne’
Niet alleen zijn spel is een eerbetoon aan het verleden. Dat geldt ook voor Grosvenors nieuwe album Homages. ‘Ik hou ervan een verhaal te vertellen’, zegt hij, ‘niet alleen in de muziek zelf, maar ook in een verzameling van stukken. Op Homages gaat het om componisten die een monument oprichten voor iemand of iets anders. Busoni eert Bach in zijn bewerking van diens Chaconne uit de Tweede Partita voor viool solo. Er zit veel lijden in de Chaconne. Het is fascinerend om te zien hoe Busoni dat vertaalt. Brahms – ook een bewonderaar van Bach – maakte eveneens een bewerking van het stuk, voor alleen linkerhand. Dat leidt ertoe dat de piano toch te veel een viool probeert te zijn. Busoni heeft voor zijn versie naar orkest en orgel gekeken. Hij roept met de piano catastrofale climaxen op en tekent overweldigende landschappen. Veel mensen kunnen zijn aanpak niet waarderen, maar de tragiek die het origineel ademt, hoor je hier prachtig terug, in een stijl die bij Busoni’s tijd hoort, maar die nu ook nog altijd veel gevoelens bij luisteraars kan oproepen.’
‘Ook Franck en Mendelssohn brengen een ode aan de aartsvader van de klassieke muziek. Chopin en Liszt – ook op het album – zetten de belcanto-traditie uit Italiaanse steden als Venetië en Napels in het zonlicht. En Ravel ten slotte, zijn Tombeau de Couperin paste helaas niet meer op mijn cd, maar is nu via internet te beluisteren. Hij herdacht in dat werk niet alleen zijn voorganger uit de barok, maar ook zijn kunstenaarsvrienden die sneuvelden aan het front in de Eerste Wereldoorlog. Een dubbele hommage dus.’
De stukken op Grosvenors album zijn er een bewijs van dat de geschiedenis van de muziek geen stilstaand water is. In de manier waarop Busoni, Mendelssohn en Franck zich lieten inspireren door de oude Bach, versmelten vroeger en nu. De muzikale stenen bestaan allemaal al – de vernieuwing zit hem in het huis dat je ermee bouwt, en de uitvoerders verzorgen in zekere zin de inrichting. Die is doorgaans aan modes onderhevig, al slagen sommige lang vervlogen pianisten erin vandaag de dag nog steeds te boeien. Dat zijn de echte groten. En wellicht gaat ook Grosvenor tot hen behoren.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Album van de week Homages
In concert Benjamin Grosvenor
Kijk Animatie Rhapsody in Blue
Top 20 Pianisten
Focus Cho en Horowitz
De vergelijking Bachs Chaconne