In de spotlights Harriet Krijgh

© Thomas Heil

Op 1 oktober verschijnt het tweede album van celliste Harriet Krijgh bij Deutsche Grammophon: Silent Dreams. Ze koos voor zestien liederen in bewerking voor cello en piano van een gevarieerde reeks aan componisten: Schubert, Schumann, Poulenc, Chausson, Glinka, Rachmaninov, en meer. “Dit album is me ongelooflijk dierbaar, je zou het een levensproject kunnen noemen. De zestien liederen die ik geselecteerd heb zou je kunnen beschouwen als een dagboek, mijn dagboek.” Tijd om de eerste bladzijde om te slaan…

De kracht van verlangen en stilte

‘Ruhn in Frieden alle Seelen.’
Mogen alle zielen rusten in vrede.

Harriet Krijgh: “Deze woorden uit Schuberts lied Litanei draag ik al bij me sinds mijn kinderjaren. Mijn Duitse grootmoeder zong me ermee in slaap, zittend op de rand van mijn bed. Was zij het misschien, die toen in mijn dromen het zaad van de Sehnsucht plantte, van die stille hunkering naar iets onbenoembaars? Ze wakkerde mijn fascinatie aan voor dat magische huwelijk tussen woord en klank. De zangstem blijft immers een van de mooiste mysteries die we kennen. Hoe natuurlijk laat – diep vanuit het lichaam – dit onzichtbare mechanisme de muziek stromen. Niet voor niets riep de beroemde pianist Vladimir Horowitz vaak tegen zijn vleugel: ‘Zing dan! Zing!’ Voor ons, instrumentalisten, vormt zingen het ideaal.

Op mijn dertiende vervolgde ik mijn cellostudie in Wenen. Daar ontkiemde pas echt mijn liefde voor liedkunst. Ik dompelde me niet alleen onder in de muziek, maar ook in de gedichten die componisten als Schubert, Schumann, Brahms en Richard Strauss inspireerden. Vooral het onbestemde verlangen erin trof me als een blik van herkenning: die liederen vertelden me iets over mijzelf waarvoor ik nog geen woorden had. En ze brachten me wijsheid en troost. De eenzaamheid van het bestaan, die soms opdook, werd verlicht wanneer ik naar Morgen van Richard Strauss luisterde, een lied waar zoveel hoop, vertrouwen en liefde uit spreekt. Met een slotzin die oplost in een gelukzalig zwijgen.”

“Dit Glückes stummes Schweigen is een van de vele verschijningsvormen van de stilte op dit album. Tegenover die vervoering staan Schumanns Stille Tränen, de tranen die de dag gedurende de nacht vergiet om in de ochtend met een schoon gemoed te kunnen ontwaken. En Wie Melodien van Brahms bezingt de stilte die intreedt als de woorden de grenzen van hun zeggingskracht bereiken. De dichter Heinrich Heine zou gezegd hebben dat de muziek begint waar de taal eindigt. Dat gevoel ervaar ik heel sterk.

Stilte hoort bij mij. Ik ben een ingetogen mens, hoewel mijn leven als reizend musicus hectisch en lawaaiig is. Het liefst ben ik in stilte, weg van drukte, weg van onrust. Ik ben nog niet zo oud, maar met het verstrijken van de jaren groeit het verlangen hiernaar. Het klinkt paradoxaal, maar de cello brengt me dichter bij die stilte. Een ervaring die moeilijk in woorden te vatten valt, maar de klank opent een poort naar een plek in mijn ziel waar innerlijke stilte heerst.

Sehnsucht en stilte vormen de grondtonen van wie ik ben. In de zestien liederen zijn beide te horen; ze keren steeds terug in het ongeschreven dagboek van mijn leven. Een persoonlijker verhaal dan dit kan ik met muziek niet vertellen. Dat is waarom ik deze liederen wilde opnemen. De wereld verwacht vaak – zeker nu – dat we ons open, vrolijk en sterk tonen. Maar het is zoveel beter en mooier als mensen hun ware gevoelens en kwetsbaarheden laten zien. Die harde les toonde het leven mij, toen ik enkele jaren geleden zo’n acht maanden lang niet kon spelen door een handblessure. Ik werd letterlijk overvallen door de stilte. Ik verloor mijn stem. Ik wist niet meer wie ik was en wat ik deed op deze wereld. Kon ik het volhouden? Wilde ik het volhouden? In de stilte zocht ik troost, want op dat moment was alle muziek te veel. Ik ontdekte de waarde van Stille Tränen: hoe huilen confronteert maar ook reinigt, hoe tranen ruimte scheppen, hoe ze verbittering wegwassen, hoe ze me in staat stelden om los te laten. En toen ik weer kon musiceren, toen de duisternis week, voelde ik me een ander mens: rijker, rijper, dankbaarder.”

“Corona veroorzaakte opnieuw een stiltepunt, en ditmaal voor iedereen op de wereld. De gedwongen rust bracht me terug bij deze liederen, bij de gedichten. Ze boden me houvast en inspiratie. Ik weet wat ze onze ziel kunnen geven. En daarom wil ik ze spelen en delen, met de enige muzikale stem die ik bezit, die van de cello. Het gaat me niet om de schoonheid en de lange lijnen, maar om dichtbij de betekenis van de woorden te komen. Wanneer het in een lied om Schmerz gaat, moet mijn cello niet mooi zingen, maar juist die pijn voelbaar maken. En omdat ze zo belangrijk zijn, staan de gedichten verderop in dit boekje. Ik hoop dat u de tijd en de rust neemt om ze te lezen, om zo nog dichter bij het wezen van het lied te komen. Ik kan die woorden nu eenmaal niet zeggen, maar op de cello probeer ik ze met heel mijn ziel te verklanken.”

“Mijn muziek is het reinste filter dat ik bezit. Het vervult me met dankbaarheid, omdat ik met woorden over het algemeen niet zo heel ver kom in het leven. De verdieping die ik in muziek vond, was altijd sterk, ook voor mijn lichamelijke crisis, maar de blessure – het niet kunnen spelen – maakte me nog bewuster van wat muziek in mijn leven en in dat van anderen kan betekenen, en welke kracht zij bezit. De kracht om deuren te ontsluiten naar betere tijden en werelden, zoals Schuberts An die Musik belooft. Daarom moeten we deze kunst koesteren. Onze samenleving kan niet zonder. Het doet me plots denken aan de woorden van de dichter Grillparzer op Schuberts grafsteen: ‘De dood begroef hier een rijk bezit, maar nog schoner verwachtingen.’ Ik hoop dat muziek zijn waarde en toekomst zal blijven houden. Ik geloof daarin. Haar kracht is vergelijkbaar met die van de liefde: en ook die zal nooit verdwijnen.

Pianist Magda Amara en ik voelden dat bij de opnamen. In de avonden lazen we elkaar de gedichten voor, proefden de letters, zogen de woorden op en lieten ons op Mendelssohns Flügeln des Gesanges meevoeren naar verre oorden. De titel van het album, Silent Dreams, komt uit een lied dat Magda dierbaar is, dat haar kindertijd in Rusland weerspiegelt: Rachmaninovs Zdes’ khorosho, hoe mooi is deze plek. Het verhaalt over uitgestrekte weiden, erboven witten wolken en een rivier die als een vuur gloeit in de verte. De dichteres Gálina kijkt rond:

‘Er is niemand.

Alles is stil…

Hier ben ik alleen met God.

En met de bloemen en de oude pijnboom.

En met jou, mijn droom.’”


Lees en luister ook