Snapshot Klassiek Duimpjes

© iStock

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo met Marieke Grotenhuis, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Discotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere maandagavond kun je haar column Snapshot Klassiek beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Duimpjes

Een jaar geleden begon ik aan een schrijfopleiding, met als doel columns te schrijven over mijn vak. Er is zoveel méér voor het publiek om te ontdekken en er valt zoveel te lachen. Lang verhaal kort, ik voltooide de opleiding en solliciteerde. I did it, de columns zijn er.

Nu de lezers nog. Ik heb me over mijn social media-weerzin heen gezet, en ging op op Facebook. Niet zonder slag of stoot, ach man, ik zat dagen, nee, weken te worstelen voordat ik het een beetje snapte. Er ging een wereld voor me open, en de reacties zijn hartverwarmend. Al heb ik nog niet gemerkt dat mijn levensgeluk er met de hartjes en duimpjes opeens met sprongen op vooruit gaat. Ik wás al gelukkig. En ik vraag me af of ik in een depressie moet zakken als ik 50 duimpjes krijg in plaats van 100. Ook niet gebeurd, die depressie bedoel ik.

De Facebookmores zijn me nog niet helemaal helder. Moet ik iedereen die mij een duimpje stuurt bedanken? Moet ik hún post nu liken als tegenprestatie? Ben ik een egoïst als ik alles wat mijn digitale vrienden posten laat voor wat het is? Ik twijfel. Want ook ík wil aardig gevonden worden. Maar ik heb last van de constante druk om online te zijn en om alles van iedereen te moeten weten. Geen zin in. Ik voel me een fossiel als ik op een NS-perron de enige in de massa wachtende zombies ben die niet op zijn social media-schermpje staart. Als ik eindelijk een moment voor mezelf heb, wil ik niksen, of zoals een Drentse boer kan zeggen: ‘Sitt’n en kíek’n’. Maar dan maak ik het wel héél bont.

Oké, natuurlijk gluur ik bij anderen. Ik vind het een groot Hé-kijk-mij-nou-gebeuren. Iedereen bericht schaamteloos over zijn volbrachte en aanstaande heldendaden op het podium. Ik doe het ook soms, het hoort er blijkbaar bij. Maar ik voel gêne. Want waarom wil ik dat anderen zien dat ik Iets Ontzettend Belangrijks ga spelen, of dat ik ergens trots op ben? Komt het echt mijn vak ten goede, of is het ego?

Ja, ik weet het, we willen de klassieke muziekwereld laagdrempeliger maken en laten zien hoe mooi het is. Facebook helpt daarbij. En de voordelen zijn duidelijk: soms komen er meer mensen naar je concert, je blijft in de picture, het levert zelfs werk op. Mijn facebookposts trokken de aandacht van Deutsche Grammophon en ze publiceren nu mijn columns op Classics To Go. Kappen dus met commentaar leveren. Toch zit er voor mij een luchtje aan. Misschien vanwege het feit dat het vandaag de dag nodig is, wil je verder komen. En omdat tijd kostbaar is. Als ik die aan muziek of schrijven zou kunnen besteden in plaats van aan digitale zelfpromotie zou het leven er een stuk aangenamer op worden.

Genoeg nu. Dit stuk moet online.



Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook