Album van de week Janine Jansen

Janine coverfoto Brahms Bartok
Janine Jansen / Decca © Marco Borggreve

Eigenlijk zijn de vioolconcerten van Brahms en Bartók liefdesbrieven, vindt dirigent Antonio Pappano. Hij nam ze op met violiste Janine Jansen. ‘Ze speelt met een onweerstaanbaar vuur, daar moet, daar wil je als dirigent in mee.’

Alle muziek van Brahms ademt hartstocht

janine brahms bartokJohannes Brahms bleef zijn hele leven ongetrouwd. Soms waren er wel liefdes en toekomstplannen, en er was natuurlijk die langdurige passie voor de vrouw van zijn vriend Robert Schumann, waarvoor hij na de vroegtijdige dood van de oudere componist toch terugschrok. Brahms betoogde wel dat hij teveel had gezien in de Hamburgse bordelen – waar hij op jonge leeftijd als pianist geld verdiende – om nog oprecht in de liefde te geloven. Wat het ook was: hij bleef zijn hele leven vrijgezel. Maar de verbittering kreeg geen vat op hem, althans niet op zijn muziek, want alle werken die hij schreef zijn evenzovele toonbeelden van hartstocht. ‘Ik hoor in het Vioolconcert’, zegt dirigent Antonio Pappano, ‘altijd een liefdesbrief aan Clara Schumann.’ Hij nam het stuk op met violiste Janine Jansen. ‘Zij speelt deze muziek ook met een onweerstaanbaar vuur, daar kwamen wij als dirigent en orkest niet onderuit, daar moesten we in mee, daar wilden we in mee.’

Ook Bartók bezong een onvervulde liefde

De combinatie van het Brahms Vioolconcert met dat van de Hongaar Béla Bartók is zeldzaam, maar in vele opzichten ook logisch. Er zitten drie decennia en werelden van verschil tussen de concerten, maar toch kun je ze eenvoudig aan elkaar koppelen. Waar Pappano Brahms ziet als een heimelijke liefdesverklaring aan Clara Schumann, belijdt Bartók openlijk zijn hartstocht voor de violiste Steffi Geyer. Maar deze tiener verwierp zowel Bartók als zijn Eerste Vioolconcert, de muziek moest een halve eeuw wachten op publicatie, die pas plaatsvond na de dood van beide ‘geliefden’. Brahms en Bartók verklankten hun verlangen op verschillende manieren, maar stonden wel onder invloed van de Hongaarse muziektradities. Bartók begon in de periode dat hij zich boog over zijn Vioolconcert met onderzoek naar de melodieën op het platteland. En ook de Duitser Brahms was al jong een verzamelaar van volksmuziek en maakte door zijn vele tournees als begeleider van de Hongaarse violist Eduard Reményi kennis met de zigeunermuziek uit het oosten. Brahms was bovendien een belangrijke inspiratiebron voor de jonge Bartók. ‘Wat beide concerten met elkaar verbindt in mijn ogen’, zegt Janine Jansen, ‘is ook het feit dat de eerste vier noten waarmee Bartók Geyer schetst – het zogenaamde liefdesakkoord – in D-groot staan, dezelfde toonsoort als het Brahms Vioolconcert.’

Pappano leerde de Italianen te luisteren naar elkaar

In de Brahms kun je niet spreken van een orkestbegeleiding: beide partijen zijn gelijkwaardig. Het is in zekere zin een soloconcert en symfonie in één. In het Orchestra dell’Academia Nazionale di Santa Cecilia vond Jansen daarvoor een ideale bondgenoot. Sinds dirigent Antonio Pappano tien jaar terug artistiek leider werd, maakte het ensemble een enorme ontwikkeling door. De zangerigheid, die de Italianen zo eigen is, was er altijd wel, maar in klank vormden de musici vaak geen eenheid, zoals elf fantastische voetballers ook niet automatisch garant staan voor een winnende ploeg. Het lukte Pappano om teamgeest te kweken in Rome. Hij bracht de musici de belangrijkste wet van muziek spelen bij: het luisteren naar elkaar. Het leidde tot een wendbaar ensemble, dat zich moeiteloos plooit rondom het intense en karakteristieke spel van Janine Jansen. Een opname om verliefd op te worden.

Janine Pappano


janine-jansen-2-446x446_220x220Lees en luister ook