Album van de week Lucas & Arthur Jussen

© Carli Hermès

Na Mozarts eindeloos mooie melodieën en operateske pianoduetten verkennen de broers Lucas en Arthur Jussen op hun nieuwe album ritmes en kleuren in de muziek, bij Saint-Saëns, Poulenc en Say.

Keet schoppen op niveau in Saint-Saëns

lka jussen kcoTwee Franse componisten als vervolg op Mozart, het is nog niet zo gek bedacht van de broers Jussen. Want in zijn beroemde Concert voor twee piano’s dweept Francis Poulenc bij tijd en wijle nadrukkelijk met ‘het wonder dat God geboren liet worden in Salzburg’. En Camille Saint-Saëns was – zei collega en landgenoot Gabriel Fauré ooit – ‘het dichtste dat Frankrijk in de muziekgeschiedenis was bij het voortbrengen van een eigen Mozart’.
Saint-Saëns bezat eenzelfde muzikaal gespleten karakter als Mozart, waar ernst en luim soms streden om voorrang. De Oostenrijker beleed zijn humor openlijk, bijvoorbeeld door een canon voor koor dat met de titel Leck mich im Arsch, lik mijn reet, niets te raden overliet. Saint-Saëns was wat voorzichtiger, kennelijk uit angst dat zijn reputatie als componist kon lijden onder grappen en grollen. Onder vrienden was daar weinig van te merken: hij improviseerde een ballet met Tsjaikovski als danspartner, zong met een blonde krullenpruik op en een hoge stem de Juwelenaria uit Gounods opera Faust en doopte soms ook zijn pen in humoristische inkt, bijvoorbeeld toen hij – gedurende een vakantie in Mozarts geboorteland Oostenrijk – voor een jarige cellist zijn Carnaval des Animaux componeerde. Drie keer speelde hij het werk in besloten soirées, alleen vrienden en muzikale
kennissen kregen het te horen. Daarna stopte Saint-Saëns de partituur weer in een bureaula. Te frivool voor het publiek, oordeelde hijzelf. Hij nam erin ook de nodige vakgenoten op de hak, en in Personages met lange oren krijgen carnaval 220ook de muziekcritici ervan langs.
Maar drie maanden na de dood van de componist beleefde Le Carnaval des Animaux dan toch zijn première op het concertpodium. In de bijna honderd jaar die daarna verstreek, overtrof dit werk in roem alle andere muziek van Saint-Saëns. Met acht musici uit het Koninklijk Concertgebouworkest zetten Lucas en Arthur Jussen het dierenrijk op zijn kop. Carnaval is Limburgers wel toevertrouwd. Contrasten in de muziek worden stevig uitvergroot. Daardoor komt de bizarre humor van het werk goed tot zijn recht. Het is keet schoppen op niveau wat de Jussens doen.

Een harde les werpt nu zijn vruchten af

poulenc VKOok Francis Poulencs Concert voor twee piano’s bruist van componeerplezier. Evenals Saint-Saëns parafraseert hij tal van voorgangers. Het helderst komt in het langzame deel zijn liefde voor Mozart naar voren. De broers Jussen spelen dit concert al sinds hun kindertijd, en in de afgelopen jaren reisden ze ermee naar heinde en verre en kregen zo alle kans om de muziek van alle kanten te bekijken. In het cd-boekje vertellen ze schrijver Peter Buwalda een smakelijke anekdote daarover. Ze maakten hun opname met het Concertgebouworkest, en de Franse dirigent Stéphane Denève. Een oude bekende voor de Jussens, want in Shanghai deden ze eerder met hem ook Poulencs dubbelconcert. Arthur was vijftien, Lucas achttien. Ze hadden het stuk al meerdere keren gespeeld tijdens hun Chinese tour. En het liep lekker, vonden ze. Totdat ze Denève ontmoetten in Shanghai. ‘We kregen ervan langs’, zegt Lucas. Want de dirigent wees hen meteen al zeven foute noten aan. ‘Hij kende iedere noot van dat stuk. Alles’, vertelt Arthur. Gedwee incasseerden de broers de les dat je als musicus nooit te snel ergens genoegen mee moet nemen. En dat werpt nu – zo’n vijf jaar later – zijn vruchten af. Op twee manieren: ze konden zich bij Denève revancheren, en hun nieuwe opname parelt en blinkt. Lichtvoetig snellen ze door het concert van de jonge Poulenc, die als begin dertiger en autodidact nog de muziek aan het ontdekken was door te luisteren naar de meesters uit vervlogen tijden.

De Turkse Fazil Say deel met de Fransen zijn liefde voor kleuren

say 220Als slotstuk is er dan muziek van een ander karakter, van de Turkse componist Fazil Say. Althans Night is niet humoristisch, maar eerder beladen. En er druipt spanning van de noten. Say schreef het speciaal voor de Jussens, die het werk meenamen op een Turkse tournee. Maar de zaaldirecteuren ontraadden hen Night op het programma te zetten. Say is in Turkije een omstreden figuur, na zijn verklaring dat hij een trotse atheïst is en enkele kritische opmerkingen en vragen over de islam op social media. Hij moest zelfs voor de rechter komen, die hem tot tien maanden voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeelde, vanwege belediging van de islam.
Maar Lucas en Arthur Jussen speelden het werk van Say toch, tot groot enthousiasme van het publiek in vooral Ankara, de geboortestad van de componist-pianist. Hoewel anders van karakter past Say toch goed bij Poulenc en Saint-Saëns, want hij heeft evenals de Fransen de typische neiging om zijn muziek veel kleur te geven. De Jussens geven met dit werk ook een statement richting de toekomst, namelijk dat ze met het klimmen van de jaren hun roem en populariteit ook willen inzetten om eigentijdse muziek te promoten. Deze zomer bijvoorbeeld zullen beiden tijdens het Holland Festival het werk Mantra voor twee piano’s en elektronica van Stockhausen spelen.


Aanbevolen opnamen

lka jussen kcoshop jussenpl piano duo


top 10 pianoconcerten 220Luister en lees meer