Snapshot Klassiek Crossmediaal

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op maandagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Crossmediaal

Dat eeuwige genetwerk. Je briljante zelf met al je heldendaden continu van de daken moeten schreeuwen. Of je nou net komt kijken of al decennia bezig bent, het maakt geen verschil.

Wil je iets betekenen, wil je gezien en/of gehoord worden, wil je leuke concerten te spelen hebben, dan moet je met je kop op tv. Podium Witteman of Vrije Geluiden dus. Liefst allebei. Heb je meer ambities dan hoop je op een moment-of-fame bij Matthijs van Nieuwkerk. Mag je daar een hele minuut spelen, voor nop.

Lukt dat niet? Oké, op de radio spelen dan. Beter nog: radio met webcam. Ben je toch nog een beetje op tv. Maar jongens, wat is dat voor crossmediaal geneuzel? Waarom mag de radio de radio niet zijn? Kunnen we dan helemaal niet meer fantaseren? Zijn onze oren niet meer voldoende om iets tot ons te nemen? Anyway, je knalt er live een paar stukken uit in ruil voor een interviewtje en een rondje marketing. De webcam deed het niet trouwens, toen ik een tijdje geleden bij radio 4 was.

Krijg je de kans niet op de nationale media dan hype je jezelf op de socials. Je kondigt juichend je concerten op facebook aan. Natuurlijk met een foto erbij van die fan-tas-ti-sche recensie. Je fans roepen hoera onder je bericht, de duimpjes lopen in hoog tempo op, dus je ego kan er weer even tegen.

Dezelfde post zet je – in een quasi-zakelijk jasje – op Linkedin. En voor de durvers is er Twitter, het openbare mediatoilet. Dat – by the way – weinig verschilt van Facebook, want allejezus, wat een nonsens worden er gepost door zelfbenoemde journalisten die zich zitten te vervelen.

Ben je niet van het geschreven woord, gooi het op Insta! Plaatjes doen het goed. Moet je wel eerst selecteren uit 25 selfies, maar dat is makkelijk want op 24 foto’s sta je er suf op. Ik in ieder geval wel.

Ik raak er bijna burned-out van. Moet het echt zo? Je netto-uitlekgewicht staat of valt volgens mij toch nog steeds met de kwaliteit van je spel, en niet met de hoeveelheid uitingen in de media.

Dit gezegd hebbende: ik doe er keihard aan mee. Ik heb het met professionele en niet professionele marketeers besproken en hun adviezen ter hand genomen. Ik zet me voor de zoveelste keer over mijn weerzin heen. Want het grote al dan niet digitale zelfhypen helpt dus wel. Zeker voor zelfstandige musici.

Op mijn toilet hangt een kaartje van – daar is ze weer – Loesje: je kop in het zand steken, daar kun je beter mee wachten tot je dood bent. Oké dan, ik hou vol en marketeer mezelf een bult. Maar du moment ik met pensioen ga slaak ik een diepe zucht. Rust.

Dood ben ik dan nog lang niet trouwens.


Lees en luister ook