Album van de week Angela Gheorghiu

Angela Gheorghiu
Angela Gheorghiu en Roberto Alagna © Decca / Vivianne Purdom

De muziekwereld zag in haar de gedoodverfde opvolgster van Maria Callas. ‘Ze bezat iets wat uit een andere wereld kwam’, vond dirigent Georg Solti. De 8CDbox Autograph van Warner vat een kwart eeuw samen van de Roemeense Angela Gheorghiu’s zangcarrière. Een portret.

Geboren met tranen in haar stem

Angela Gheorghiu groeide op in het land van de stilte. Onder dictator Nicolae Ceauşescu heerste in Roemenië, schreef balling Constantin Roman, ‘dood door stilte, een samenzwering van stilte’. Haar wieg stond in Adjud, een dorp in het stroomgebied van de rivier de Siret, dat door de oostelijke uitlopers van de Karpaten gescheiden wordt van Transsylvanië, de streek waarvan de naam dankzij graaf Dracula zo’n mythische bijklank bezit. Het kleine Adjud is een knooppunt van spoorwegen, waar haar vader werkte als treinmachinist. Haar moeder, een naaister, vrolijkte het grijze bestaan van Angela en haar zus Elena op door het namaken van galajurken die ze op televisie zag.
De herfsten en winters waren kil in Roemenië, want om de staatsschuld te verminderen, mocht er van de Conducator, de grote leider, nauwelijks worden gestookt. Er heerste honger, al beweerde Ceauşescu dat zijn volk te veel at. De angst voor de communistische dictatuur bleef overal en altijd tastbaar. De armoede leverde veel verklikkers aan de grootste geheime dienst ter wereld, de Securitate. Zelfs binnen de beschutting van het eigen gezin voelden mensen zich niet veilig. En daarom kon je hier maar beter zwijgen. Roemenië was een droef en vaal land in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Misschien dat Angela Gheorghiu daarom, zoals ze later zelf zou zeggen, werd geboren met tranen in haar stem.

‘Die pruik gaat het toneel op, met of zonder jou eronder’

Ze heeft zeker zoveel bijnamen als de dictator, maar de hare werden niet bedacht door vleiers. In de wereld van de opera heet zij La Draculetta en Vampira. De operawereld gonst van anekdotes over haar grillige en ijdele karakter. Nederland maakte er kennis mee, toen Gheorghiu weigerde te verschijnen op de uitreiking van de Edisons zo’n tien jaar terug. Afspraak was dat ze er zou zingen als eregast, maar zelf vond ze dat ze niet op een prijzenfestijn kon komen zonder gelauwerd te worden. En dus riep de organisatie speciaal voor haar een Personality Award in het leven. Vervolgens eiste ze de mooiste kleedkamer die al was toegezegd aan bariton Thomas Hampson, als winnaar van de oeuvreprijs de belangrijkste gast van het gala. En toen die problemen opgelost leken, haakte Gheorghiu uiteindelijk af, omdat haar naam niet prominent genoeg aanwezig was in de aankondigingen en affiches.
Het is maar één van vele verhalen.
Zo haalde ze middenin een televisie-uitzending van het Requiem van Verdi, waar ze een van de solisten was, een lippenstift uit haar decolleté en begon haar mond bij te werken. Ze eiste een kapper en een visagist voor een radio-interview. In de Metropolitan Opera in New York weigerde Gheorghiu de blonde pruik te dragen die bij haar rol hoorde, waarop directeur Joe Volpe haar toebeet: ‘Dat haar gaat het toneel op, met of zonder jou eronder.’ En zo verjoeg ze ook haar impresario Levon Sayan, die wel wat gewend was als manager van onder andere Placido Domingo, Frank Sinatra en Liza Minelli. ‘Ik kan alleen werken met normale mensen’, was zijn enige verklaring, nadat hij Gheorghiu aan de kant had gezet.

‘Waar zouden muziek en theater zijn zonder diva’s?’

Misschien is het de honger die haar kwelt.
Wie het eerste kwart eeuw van haar leven lijdt onder een gebrek aan eten, een eigen identiteit, vrijheid en luxe, die raakt niet eenvoudig meer verzadigd als deze verlangens in de resterende jaren vervuld worden. ‘Als er eten om me heen ligt, graai ik als een beest met honderd handen’, zei ze eens in een interview. Maar de honger van Gheorghiu lijkt niet enkel lichamelijk, maar ook metafysisch. De Roemeense dictatuur degradeerde de mens tot een betekenisloos deel van de massa zonder eigen identiteit en individualiteit. Het eigen leven in handen nemen was gevaarlijk; de macht over het bestaan behoorde aan de staat . Om haar heen zag ze de rijkdom van de Ceauşescu’s verrijzen, achter deuren die de indruk wekten voor altijd gesloten te zullen blijven. De enige manier om armoede en anonimiteit te ontstijgen, waren het veroveren en uitoefenen van macht. Dat bewezen de Ceauşescu’s.

soltiWie zich van een dictatuur heeft bevrijd laat zich niet eenvoudig meer de wet voorschrijven door anderen, maar die rekt de macht over het eigen bestaan tot zijn verste grenzen op. Eenmaal in het westen leek de beroemde Hongaarse dirigent Georg Solti al feilloos aan te voelen waar Gheorghiu’s zwakte lag. Hij had ervaring met dictaturen. Op de avond van zijn debuut als dirigent in Boedapest, 11 maart 1938, marcheerden de Duitsers Wenen binnen. Zijn eigen land zou in 1956 ten prooi vallen aan het Russische communisme. Jarenlang zwierf hij als een balling over de wereld. Hij wist wat een dictatuur met mensen kan doen, toen hij haar adviseerde zich niet op de roem te richten, maar op de zang. Dat was halverwege de jaren negentig.
De waarschuwing was niet aan haar besteed. In interviews valt haar kinderlijke zelfverafgoding op. Ze laat zich op een cd met heilige muziek zelfs afbeelden als een Hindoe-godin. Ze vindt dat ze als zangeres ‘geen normaal mens kan zijn’. ‘Waar zouden de muziek en het theater zijn zonder diva’s? Ik zal het u vertellen: rottend in hun graf. Zonder ons is iedereen gelijk, zoals onder de communisten. Ik ken die situatie, dat is een schrikbeeld. Als mensen naar de opera gaan om mij te zien, dan komen ze niet voor de werkelijkheid, maar voor een droom. Die geef ik hen.’

Elke dag behoorde haar toe, en niemand anders

Haar eigen operadroom koesterde ze reeds als peuter in het grijze Adjud, al suggereert ze zelf dat het niet een droom maar een uitverkiezing betrof. ‘Zingen is voor mij meer dan een lotsbestemming, ik denk dat het iets goddelijks is.’ De donkere Angela en de blonde Elena – haar één jaar jongere zus – imiteerden de operasterren naar wie hun vader bijna elke zaterdagmiddag keek op televisie. ‘Onder de dictatuur was klassieke muziek de enige vrijheid – alleen in de opera konden we zeggen wat we dachten’, zal ze enige jaren na de val van Ceauşescu zeggen. De wereld van de muziek ontsnapte blijkbaar goeddeels aan de censuur van de Wakende Eik aan de Donau.
In het jaar dat dorpsgenoot Nelly Miricioiu in het plaatselijke theater van Adjud haar loopbaan begon als Mozarts Koningin van de Nacht, besteeg ook de zesjarige Angela hetzelfde podium om met Elena een lied van Johannes Brahms te zingen. Bijna een kwart eeuw later zouden ze voor het laatst samen optreden, Angela als Adina en Elena als Gianetta in Donizetti’s L’elisir d’amore in het operahuis van het Franse Lyon. Niet lang daarna stierf Elena, slechts dertig jaar oud, bij een auto-ongeluk. Een tragedie die Angela leek te sterken in de gedachte dat elke dag haar toebehoorde en niemand anders.
Samen bezochten ze vanaf hun vroege tienerjaren het George Enescu Lyceum voor muziek in de hoofdstad Boekarest, zo’n driehonderd kilometer ten zuiden van Adjud. Beide meisjes kwamen er in 1979, twee jaar nadat een aardbeving grote delen van de stad had verwoest. En in de jaren dat ze er in internaten woonden, zagen ze het megalomane Paleis van het Parlement verrijzen, het grootste monument dat de dictator voor zichzelf zou oprichten. In de dagen van Ceauşescu was grootheidswaan het enige waaraan Roemenië geen gebrek had.

De Roemeense opstand opende de deuren

Na het lyceum volgde het conservatorium, waar de studenten elke maand in een hoge en koude hal met een aria en een lied hun vorderingen moesten tonen voor een comité van leraren. Het waren altijd zenuwslopende minuten, want voor het gevoel van de leerlingen zaten de docenten slechts te wachten op hun fouten. Later zou ze beseffen, zei ze, dat ze juist door die sessies nu nooit meer last had van nervositeit.
Vanaf haar achttiende mocht ze ook mee naar optredens in het buitenland. Maar ook daar bleef de dictatuur dichtbij. Agenten van Ceauşescu’s geheime dienst, de Securitate, reisden mee, de hoteltelefoon werd afgeluisterd en mensen belden midden in de nacht op met bedreigingen. ‘Het overkwam niet alleen mij, maar iedereen die voor de troepen uitliep. Onder Ceauşescu had niemand recht van spreken, recht op ideeën of op zelfs maar een eigen geest. Wij moesten onze mond houden
alagnaen doorwerken’, vertelde ze aan de Times. Ergens in die jaren ontmoette ze een loodgieter, van wie ze nu nog de achternaam Gheorghiu draagt. Het huwelijk liet ze halverwege de jaren negentig ontbinden om te kunnen trouwen met de tenor Roberto Alagna, die zijn eerste vrouw aan kanker verloor.
Aan het einde van haar conservatoriumstudie brak de revolutie uit, die Ceauşescu ten val bracht. De finale van de opstand begon in Timisoara, opvallend genoeg op het Plein van de Opera, waar 21 december 1989 honderdduizend demonstranten zich verzamelden en riepen dat ze bereid waren om te sterven. In Boekarest werd de stilte verbroken door schotenwisselingen, die haar gedurende de nacht wakker hielden. Het einde van Ceauşescu betekende voor de afstuderende Gheorghiu dat de deuren open gingen voor een loopbaan in de grote operahuizen van het westen.
Daar waar alles anders was.

‘Haar stem lijkt op een viool, benadert de volmaaktheid’

Toen ze in 1991 voor een auditie in Covent Garden door Londen zwierf, waren de enige foto’s die ze maakte en naar haar ouders opstuurde, die van etalages vol vlees en fruit. Ze sprak nauwelijks Engels. In het doolhof van straten drukte het 26-jarige meisje met de bleke huid, die scherp afstak tegen een rode jurk en het ravenzwarte haar, voorbijgangers een papier in de hand. Na enkele armgebaren van een Londenaar vervolgde ze haar weg, totdat ze eindelijk de arcaden van de voorgevel van de Royal Opera House voor zich zag opdoemen.
In de repetitieruimte van het koor nam castingdirecteur Peter Katona haar een auditie af. Hij was onder de indruk. Zo jong als Gheorghiu was, haar stem klonk al volgroeid. ‘Als ik het moet beschrijven, zou ik zeggen dat haar stem lijkt op een viool. Er zijn geen scherpe randen, maar er is genoeg kleur en karakter. Het is een bijna feilloos instrument. Geen zanger zingt vlekkeloos, dat zou bijna onmenselijk zijn, maar Angela’s stem benadert de volmaaktheid’, vertelde hij de schrijfster van het boek Diva, Helena Matheopoulos.

la traviataDrie jaar later beleefde Gheorghiu in Covent Garden haar grote doorbraak in een productie van La Traviata van Verdi. Katona adviseerde dirigent Georg Solti om haar te nemen voor de hoofdrol van courtisane Violetta Valéry. Tijdens een auditie was de 82-jarige Hongaar sprakeloos en in tranen over zoveel schoonheid. ‘Het was de puurheid van haar benadering’, zou zijn weduwe tien jaar later zeggen. ‘Gheorghiu ademde nog een onschuld in die tijd. Ze bezat iets wat uit een andere wereld kwam, een soort spiritueel geheim. Mijn man was door haar betoverd.’ Solti belde met zijn platenmaatschappij Decca en sommeerde iemand naar Londen. Hij wilde meteen een plaatopname maken. Binnen een week was het geregeld. De BBC brak zelfs het programmaschema open voor een live-registratie vanuit Covent Garden, die door anderhalf miljoen Britten op televisie werd bekeken. De euforie was groot over dit nieuwe, nog onbedorven talent. A star is born, kopte de Financial Times. En een andere criticus noemde haar a diva to die for, een diva om voor te sterven.

‘Zij zag iedereen slaaf zijn van haar schoonheid’

In de enorme gouden zaal van het Londens operahuis zweefde ze in de eerste acte van La Traviata over het podium tussen het gezelschap feestgangers als Violetta Valéry, de vrouw die niet weet – zo zingt ze – hoe ze moet beminnen of bemind kan worden. In de verlatenheid van het eerste ochtendlicht vraagt ze zich af of ze zich moet overgeven aan de echte liefde, die de jongeling Alfredo Germont haar net heeft verklaard, of dat ze haar jacht op plezier moet voortzetten.

E sdegnarla poss’io, Per l’aride follie del viver mio?
Kan ik zoiets versmaden voor de voze dwaasheden van mijn bestaan?

De vraag is exemplarisch voor Gheorghiu’s huidige verhouding met de opera, waarin ze voor de keuze staat tussen de liefde voor de muziek en de zucht naar roem. Een kort moment mijmerde La Traviata, de Verdoolde, in gedachten, maar daarna barstte ze uit.

‘Dwaasheid!… Dwaasheid… ijdele hersenschimmen!… Vrij en doelloos moet ik fladderen
van genot naar genot, scherend over de oppervlakte van het pad van plezier.’

En dat lijkt ook het antwoord dat Gheorghiu elf jaar na die doorbraak, heeft gegeven aan de muziek. Sindsdien leeft ze, zoals Voiletta’s minnaar Alfredo zingt, in een wereld ‘waar zij, gewend aan vleierijen, iedereen slaaf zag zijn van haar schoonheid’.


traviataLees en luister ook