Snapshot Klassiek Stress

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op maandagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Stress

Laatst dirigeerde Claus Peter Flor bij ons. We speelden de Derde van Bruckner in de oerversie uit 1873. Bij de aanblik van de eerste vioolpartij zonk me de moed in de schoenen. Ik hou niet zo van Bruckner. Laat staan 47 bladzijden vol onmogelijke passages.

Met je linkerhand zit je het hele stuk acrobatische toeren uit te halen ter hoogte van de eeuwige harsvelden. Je linkerhand zit dan vlakbij je ingeharste strijkstok. Enorm hoog en ongemakkelijk. Maar iedereen was tot in de puntjes voorbereid en we begonnen opgewekt aan de repetities. Want als Flor ervoor staat weet je dat het goed komt.

We weten ook dat-ie tot het gaatje gaat. Alles moet perfect. Hij weet van iedere noot hoe hij het wil. En hij dramt net zo lang door tot het ook zo klinkt. Vermoeiend soms, maar dan heb je wel wat. Het uiteindelijke resultaat, als je je aan zijn visie kan overgeven, is zonder uitzondering fenomenaal.

Zijn verbale kwaliteiten zijn daar ook debet aan. Niet dat we alles begrijpen, integendeel, we snappen soms de ballen van zijn uitspraken. In Duits, Engels en Italiaans door elkaar ook nog. Maar geestig zijn ze wel. Ik kon het niet laten om er een paar stiekem op de kaft van mijn orkestmap te schrijven tijdens de repetitie. Onze bibliothecaris appte me dat ze zich kostelijk had geamuseerd toen ze na het laatste concert de partijen uit de mappen haalde.

Zijn beroemdste oneliner: ‘STRESS! And then ANÓTHER STRÉSS!’
Iedere keer veren we zenuwachtig op als hij het – met de nodige decibellen – het orkest inslingert. Maar hij bedoelt alleen dat de noot een beetje nadruk moet krijgen. Van stress is geen sprake. Althans, bij hem niet.

‘Sie spielen am falschesten.’
Vrij vertaald: slechter kan het niet.
Toch bedoelt hij het niet zoals het klinkt. Met een glimlach maakt hij je zelfverzekerd duidelijk dat de componist het toch echt anders bedoelt. Zonder dat je jezelf hoeft te verwijten dat je dat niet wist.

‘This thema is 24 hours of LSD.’
Jaja, trippen hoor, die Bruckner.

‘Please! Ostinató-TÓ-TÓ-TÓ-TÓ-TÓ!’
Ostinato is een terugkerend motief. Kun je nagaan wat nu de bedoeling is.

Als er een mobiel van iemand afgaat is hij er als de kippen bij. ‘Out of tune!’ Weer met die lach. Maar de opgetrokken wenkbrauw is genoeg om te laten weten dat je telefoon dus uit had moeten staan.

‘Just go on your knees with a light in the hand.’
Drie bladzijden later dacht ik er nog over na. Voorzichtig, bedoelt hij waarschijnlijk. Kijk en luister.

‘Put all your lipsticks up.’
Nog een doordenker. Laat jezelf horen. Niet zo bescheiden. Of zoiets.

‘Quasi softissimo.’
Wat moet je daar nou mee? Uiterst zacht, maar dan quasi? Je dient in ieder geval de indruk te wekken dat iets heel zacht klinkt. Maar je kan ook wat harder spelen en doen alsof het zacht is. Bijna hogere wiskunde.

Hij knalt er nog wat Russisch in. ‘Spasiba Bolshoi!’
Ik snapte niet waarom hij over het beroemde balletgezelschap begon. Blijkt gewoon dankjewel te betekenen.

‘No, it’s not the same tempo as yesterday. And it could be a different tempo tomorrow. I’m not God. Even God has different tempi.’

We zijn er weer, met de voetjes op aarde.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook