Snapshot Klassiek Oskar Back

© Foppe Schut

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op vrijdagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Oskar Back

Het is zaterdagmiddag, vier uur, op 18 april 1987. Ik ben 21 en sta in de gang van het Concertgebouw. Klaar om de deuren door te gaan, de afgrijselijk lange trap af naar het podium, waar ik met het Nationaal Jeugdorkest het vioolconcert van Brahms op de finale van het Oskar Back Concours moet spelen. Ik ben geschminkt en mijn haar is gedaan. Ik durfde niet te zeggen dat ik geen staartje wil. Mijn nieuwe jurk zit, bij nader inzien, toch niet zo lekker. Ik loer door het ruitje. De zaal zit vol. Het orkest stemt en de camera’s draaien, want de NOS maakt een documentaire. Het zweet breekt me uit en ik kan niet helder denken. Ik weet opeens de eerste noot niet meer. Mijn hartslag versnelt als ik aan de onmogelijke cadens denk.

Achter me loopt de jury langs, op weg naar hun plek op het balkon. Er zwaait een – denk aan Trump – opgeheven vingertje: ‘Let op je intonatie, die moet beter.’ Ik bedank voor de tip en wil een gat in de grond om in te verdwijnen.
Maar verdwijnen is geen optie. In het gat zijn 4000 ogen en oren benieuwd naar wat ik ervan ga bakken. De jury zit en het licht wordt gedimd. Op van de zenuwen ga ik de lange trap af.

Als ik aan het eind van die middag hoor dat ik heb gewonnen, in een kamer met alleen de finalekandidaten en de jury, raak ik in paniek. Ik mag het tegen niemand zeggen. Het moet een verrassing blijven voor de feestelijke uitreiking vanavond. Daar moet ik wéér dat hele vioolconcert spelen. Weer een volle zaal. Weer overal camera’s. En de volgende ochtend – kers op de taart – nog een keer in Utrecht. Binnen 18 uur drie keer het vioolconcert van Brahms spelen. Ik zie Sven Kramer niet drie keer de NK-finale van de 10 kilometer rijden.

Begin dit jaar deed ik weer mee. Maar nu aan de andere kant, als jurylid. Wát een verschil met toen. Concoursdirecteur Aart-Jan – op sneakers – was losjes en voor iedereen aanspreekbaar. De sfeer in de jury was open, we hadden lol. Onze jurygesprekken met de kandidaten waren positief en opbouwend.

Voor hen is het nog steeds een enorme klus. Ze moeten ruim twee uur repertoire instuderen voor drie ronden. Het meeste moet uit het hoofd. Sonates, korte stukken, Bach, hedendaags repertoire, technisch spektakelwerk, en een Mozart vioolconcert met zelfgeschreven cadensen. Last but not least: de Performance.

Die Performance was er in mijn tijd niet. De opdracht: maak een voorstelling met als thema Signs, Games & Messages. Zoek de verbinding met andere kunstdisciplines. Je mag gebruik maken van licht, video en geluid en je mag andere kunstenaars uitnodigen om samen op te treden.
Met hulp van coaches hadden ze allemaal iets bijzonders gemaakt. Allemaal lieten ze zien dat ze meer kunnen dan vioolspelen. De musicus van 2020.

Die musicus is net zo serieus en gedegen als in mijn tijd. Het niveau was torenhoog. Toch voelde het luchtiger. Ik kreeg sterk de indruk dat deze jonge mensen beter kunnen relativeren. Dat ze anders met hun angsten en onzekerheden omgaan. Zelfbewuster en realistischer zijn. En dat ze, meer dan vroeger, allround zijn opgeleid.

De uitslagen van de eerste en tweede ronde zijn nu in bijzijn van familie en vrienden. Met een glaasje erbij. Er zijn vrolijke toespraken en er wordt geklapt en gejoeld. Iedereen wordt in het zonnetje gezet, ook pianisten en productie.
Natuurlijk zijn er teleurstellingen, zeker als je niet door bent naar de volgende ronde. Maar ik sprak ook kandidaten die desondanks tevreden waren. Omdat het gelukt was om te spelen zoals ze in gedachten hadden.

Winnares Coraline Groen zei het zo: ’Ik wil niet alleen goed vioolspelen. Ik wil laten zien wie ik ben. Daar ben ik het meest trots op.’


Lees en luister ook