Snapshot Klassiek Niet zeiken

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo met Marieke Grotenhuis, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Discotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere maandagavond kun je haar column Snapshot Klassiek beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Niet zeiken

‘You play so boringk’. De Russische violist en concertmeester Viktor Liberman zei het een jaar of 30 geleden tegen mij en twee jonge collega’s. We waren op tournee met het Europees Jeugdorkest, en hij was er coach en drilde de eerste violengroep. Op een vrije middag speelden we voor hem het eerste pianotrio van Mendelssohn. You play so boringk. Met zijn onderkaak naar voren, en met dat vette accent. Hij zei gewoon wat-ie te zeggen had, zonder omwegen. Twee dagen later, op het kamermuziekconcert, zagen we een glimlach. ‘Ai thienk yoe underrrstood my message.’

Een jaar later, toen ik – vanwege die ene opmerking – besloot om eens een les bij hem te halen, zei hij: ‘Where is legato?’ Wow, die knalde er weer in. Hoe kan het, dat iemand met drie woorden een zaadje plant voor de rest van je leven? Want ik ben er dagelijks mee bezig, een mooi legato spelen is een kunst. Onontbeerlijk voor lange muzikale lijnen. Mijn leerlingen horen het me nu ook zeggen.

Davina van Wely, mijn docente aan het Haagse conservatorium, kon er ook wat van. ‘Daar zit al veel goeds in’. En dan kwam het. ‘Maar…’  Vervolgens werd op iedere slak zout gelegd. Op íedere noot. Níks was goed. In al die jaren dat ik les bij haar had heb ik een keer of drie een echt compliment gehad. Maar ze was er voor je, week in, week uit, jaar in, jaar uit, met engelengeduld.

‘Je moet niet zeiken’. Weer een andere aanpak. Ik was al concertmeester, maar Jaap van Zweden leerde me in een paar lessen écht in mezelf te geloven. Als ik voor mijn gevoel stond te knoeien en een pesthumeur kreeg van mijn violistische imperfecties hoorde ik: ’Het zijn maar kleine dingetjes’. Ook hij wond er daarna geen doekjes om, maar ik ging na iedere les vrolijk en vol zelfvertrouwen naar huis.

Jarenlang heb ik gezocht naar die ene perfecte noot, naar de soepelste vingerzetting, en naar de allermooiste frasering. Ik heb er een paar decennia vlieguren, bloed, zweet, tranen, en ervaringen opzitten, en dat boringk is goed gekomen. Maar zoeken, dat doe ik nog steeds. Want ook al heb je iets al eerder gespeeld, je doet levenservaring op, en je perspectief verandert. Daarmee verandert ook je interpretatie van een stuk.

Het gaat gelukkig met een stuk meer relativering. Een docent is er niet meer, ik doe het zelf, samen met mijn trouwe metgezel, mijn digital recorder. Die zet ik regelmatig aan tijdens repetities en concerten. Daarna terugluisteren maakt veel helder: je hebt letterlijk meer afstand, je bent opeens de luisteraar in de zaal. Soms baal ik als een stekker. Huh? speel ik dat zo? Of ben ik verrast omdat iets veel mooier klinkt dan ik dacht. De interpretaties, en tips en tricks van anderen zijn nog steeds een grote bron van inspiratie. Maar uiteindelijk volg ik mijn eigen hart en intuïtie. Daar kan niemand tegenop.



Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook