Album van de week Astor Piazzolla

Piazzolla
© 123rf

De tango heeft vele gezichten, zeker die van Astor Piazzolla, die je gerust de Bach van de tango mag noemen. Hij vernieuwde de muziekvorm en bracht die van de café’s naar de concertzaal. En tal van klassieke musici werpen zich nu op zijn muziek.

‘Hier lijk je op Stravinsky, hier op Bartók, daar op Ravel, maar waar is Piazzolla?’

Het scheelde niet veel of Astor Piazzolla had rond zijn dertigste de tango vaarwel gezegd. Hij was opgegroeid als een kosmopoliet: geboren in Argentinië als kind van Italiaanse ouders bracht hij zijn jeugd door in New York, waar hij vier talen leerde spreken én de taal van de muziek. Op zijn achtste kreeg hij zijn eerste bandoneón en een paar jaar later nam hij pianolessen bij een oud-leerling van Sergei Rachmaninov, die hem ‘Bach leerde waarderen’. Hij keerde op zijn vijftiende terug naar zijn geboortegrond, maar had moeite zijn plek te vinden in de tango-scene. Buenos Aires beschouwde Piazzolla’s klassieke aanpak als vervreemdend. ‘Ik hoorde in mijn hoofd meer Bach, Schumann en Mozart, dan tango.’

nadia-astorZelf voelde hij zich ook uiteen getrokken door verschillende krachten. ‘Wie iets wilde veranderen aan de tango kon beter boksen of een andere vechtsport leren.’ Dus besloot Piazzolla klassiek componist te worden. Hij liet de bandoneón voor wat hij was en begon Stravinsky en Bartók te bestuderen. Hij won een Franse studiebeurs en vertrok halverwege de jaren vijftig naar Parijs om les te nemen bij de beroemde Nadia Boulanger.
‘Ik toonde haar kilo’s van mijn symfonieën en sonates’, schrijft Piazzolla in zijn memoires. ‘Ze begon te lezen en kwam ineens met de vreselijke zin: “Ze zijn erg goed geschreven.” Na een lange stilte, zei ze: “Hier lijk je op Stravinsky, hier op Bartók, daar op Ravel, maar waar is Piazzolla?” Ze begon me uit te vragen over mijn privéleven. Wat deed ik? Wat speelde ik wel en niet? Was ik alleen, getrouwd of woonde ik samen. Ze verhoorde me als een FBI-agent. Schaamtevol bekende ik een tangomuzikant te zijn. “Als je dan geen pianist bent”, vroeg ze, “welk instrument bespeel je dan wel?” Uiteindelijk gaf ik toe. Boulanger wilde een van mijn tango’s horen op de bandoneón. Ze luisterde en pakte daarna mijn hand. “Idioot”, riep ze, “dit is Piazzolla.” Ik pakte alle klassieke muziek die ik de tien jaar ervoor had geschreven, en stuurde die in twee seconden naar de hel.’ Vanaf dat moment besloot Piazzolla beide muziekvormen met elkaar te combineren.

Het leverde Piazzolla uiteindelijk de erkenning op, waarnaar hij op zoek was. Wat Bach was voor de klassieke muziek, dat werd de Argentijn voor de tango: een componist in wie alles samenkwam. Ook de klassieke wereld ontdekte Piazzolla en zijn volgelingen. Plotseling dook de tango op in de grote concertzalen. De fascinatie van klassieke musici voor Piazzolla is immens en zo verschijnen er allerlei bewerkingen van zijn stukken. De Nederlandse violiste Isabelle van Keulen bracht al een tango-cd uit, die door de pers werd verwelkomd met de lovende woorden ‘crème de la crème’.
En nu ligt er het mooie album Escualo van harpiste Ann Hobson Pilot en violiste Lucia Lin, beiden Amerikaans, en de Argentijnse bandoneónist J.P. Jofre. De bandoneón neemt overigens maar een bescheiden plek in, want Jofre speelt mee op slechts vier van de elf stukken. De andere zeven zijn intieme dansen tussen harp en viool. Het zijn arrangementen waarin Piazzolla volledig zijn recht komt. De beurtelings lome en opgewonden sensualiteit spat er vanaf.


bachLees en luister ook