Focus Muziek bij de Dodenherdenking

© iStock

Overal in Nederland wordt op de avond van 4 mei stilgestaan bij de slachtoffers die de Tweede Wereldoorlog eiste. Er is echter geen plek waarop zoveel ogen zijn gericht als Amsterdam. Op de Dam gedenken jaarlijks duizenden mensen fysiek, en miljoenen mensen via de tv, de geschiedenis. De ceremonie met stilte, kransleggingen, gedichten en toespraken maakt het voorbije verleden tastbaar en doet ons onze zegeningen als inwoners van een vrij land beseffen. De diepe indruk die het geheel op verschillende mensen achterlaat, is niet in het minst te danken aan de krachtige muziek die ieder jaar weer als een rode draad door de herdenking loopt.

De proloog

Het eerste muziekwerk dat onze aandacht vraagt, is Rob GoorhuisTot de Doden – een werk dat speciaal voor deze jaarlijkse gebeurtenis werd geschreven en sinds 2000 op de Nationale Herdenking op De Dam klinkt. De muziek heeft iets melancholisch en gedragens, maar is toch ook met een zeker hoopvol optimisme begeesterd – het spreekt van overwinning, maar is zich bewust van de hoge prijs die daarvoor is betaald. Het is gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Ed Hoornik (1910-1970):

Tot de doden

Wij kunnen U niet meer bereiken
Wij komen een zintuig te kort
Wij leggen ons neer bij feiten
Dat gij minder en minder wordt

De enkele keren dat ge
In dromen nog ons verschijnt
Wordt ge al ijler en ijler
Tot ge voor altijd verdwijnt

Straten houden uw namen
Voor heden en morgen in stand
Maar onze kinderen brengen
Ze niet meer met u in verband

Het land ligt nog net als het toen lag
Van polder tot polder te kijk
De mensen die er in wonen
Blijven zichzelven gelijk

Maar éénmaal per jaar is de stilte
Tot de hemel toe van u vervuld
En belijden wij zonder woorden
Onze dankbaarheid, onze schuld

Tijdens de proloog van Tot de Doden loopt de koning vanuit de Nieuwe Kerk naar het monument op de Dam. De duur van het vierdelige muziekstuk is precies afgestemd op de duur van de plechtigheid en de verschillende kransleggingen. Het is bovendien geschreven voor de grote bezetting van de Marinierskapel der Koninklijke Marine die jaarlijks de muziek op de Dam verzorgt.

Taptoe

Wanneer de eerste krans zijn juiste plek heeft gekregen, komt het voor velen zo bekende signaal. Voor de twee minuten stilte eist een eenzame trompet onze aandacht op. Vaak wordt, verkeerd, gedacht dat hier The Last Post klinkt. Maar het gaat hier om de zogeheten Taptoe die de stilte aankondigt. Hoe zwaarmoedig de melodie nu ook mag zijn, zij heeft een minder plechtige oorsprong. Waarschijnlijk moest men vroeger, rond de zestiende eeuw, de titel vrij letterlijk nemen: ‘Tap toe’ betekende dat de tap in het café of de kazerne dicht ging. Langzamerhand werd het een signaal dat het einde van de dag inluidde, en uiteindelijk een steeds gedragener karakter kreeg. Maar wat voor een simpele oorsprong de Taptoe ook had, nu eist het ieders aandacht en ontneemt het iedere stem.

Strijdlied

Wanneer de trompetklanken zijn uitgestorven, breken de befaamde twee minuten stilte aan. Zo imposant als de muziek die de sfeer tot nu toe schiep, zo indrukwekkend is de oorverdovende leegte na al het geluid. Wanneer de stilte is uitgeklonken, is het echter opnieuw muziek die het volgende gedeelte van de herdenking inluidt. Het Wilhelmus wekt ons uit onze gedachten en brengt ons terug naar het nu. Hoewel een oud lied uit de Gouden Eeuw dat net als een taptoe een wat andere oorsprong had, raakt ons volkslied nog steeds relevante thema’s. Als geuzenlied was het een strijdlied in het gevecht tegen een andere onderdrukking: die van de Spaanse overheersing. De melodie moest de vechtlust opwekken; de bevolking klaar én warm maken voor een onafhankelijkheidsstrijd. Die ruige kantjes is het Wilhelmus nu kwijt. Toch blijft een deel van diens optimistische en hoopvolle boodschap overeind: aan alle vijandige overheersingen zal een einde komen, de vrijheid zal overwinnen.

Lest we forget

Na het volkslied is de stilte voorgoed voorbij. Het herdenken gaat verder, maar dan met woorden. Jongeren met een vloeiende pen en hoogwaardigheidsbekleders met een gouden tong – de toekomst en het heden – laten met hun gedichten en toespraken horen dat het verleden ook voor hen nog steeds van betekenis is. Ook de kransleggingen dragen een zelfde boodschap uit: wederom zijn het de jeugd en hoogwaardigheidsbekleders, deze keer bijgestaan door veteranen, die de vele slachtoffers – militairen én burgers – een laatste eer bewijzen. Beide eerbetonen worden bijgestaan door de laatste twee delen uit Goorhuis’ Tot de Doden. Een laatste bloemlegging markeert het naderende einde van de herdenking waarin de tijd even heeft stil gestaan en we even terug in het verleden zijn gedoken. Toch doen de twintig minuten ons ook beseffen hoe gebrekkig woorden en ceremonies zijn. Hoe kunnen zij ons nu de verschrikkelijke geschiedenis beschrijven en laten ervaren? Gelukkig is daar de muziek, de kunstvorm die moeilijk iets concreets uitdrukt, maar des te meer zoveel kan zeggen. Samen met de ceremonies en de woorden maakt muziek het verleden even gedeeltelijk tastbaar, waardoor we Rudyard Kiplings befaamde dichtregel kunnen vervullen: “Lest we forget”, “opdat we niet vergeten”.


Lees en luister ook