Het meesterwerk Dvořák Celloconcert

De cello als solist in een orkestwerk, daarin geloofde bijna niemand aan het slot van de negentiende eeuw. De Tsjech Antonín Dvořák wel. Zijn Celloconcert betekende de doorbraak voor het instrument.
Een eerste poging die zestig jaar vergeten werd
Toch koesterde hij ook eerst twijfels. Al op zijn 24ste ondernam Antonín Dvořák een poging tot het schrijven van een Celloconcert. Hij verdiende zijn brood als altviolist in het orkest van het Nationale Theater, maar wilde hogerop als componist. Voor een collega, de cellist Ludvik Peer, maakte hij een concert. Dvořák hechtte waarschijnlijk weinig waarde aan het werk, want hij leverde de opdracht bij Peer in, zonder orkestratie en vergat het daarna. Pas zo’n zestig jaar later dook dit Eerste Celloconcert weer op, twee decennia na Dvořáks dood. Pas toen ook bogen musici zich over de reconstructie van het manuscript en maakten van de pianopartij een orkestversie. In 1929 beleefde het stuk zijn première in een middelmatige bewerking van de Duitse componist Günter Raphael. Bijna een halve eeuw later deden twee Tsjechen – componist Jarmil Burghauser met hulp van cellist Milos Sadlo – dat werk nog eens over, met een veel mooier resultaat.
‘Blijkbaar moet ik de Amerikanen de weg naar het beloofde land wijzen’

Dvořák woonde inmiddels in de Verenigde Staten, waar hij directeur was van het conservatorium in New York, maar de eigenlijke reden van zijn komst was het verlangen van de Amerikanen naar een eigen klassieke traditie. ‘Blijkbaar moet ik ze de weg naar het beloofde land wijzen’, schreef hij naar huis, ‘naar het koninkrijk van een nieuwe, onafhankelijke kunst. Kortom, ik moet voor hen een nationale muziek scheppen.’ Dvořák maakte die verwachting waar in 1893 met zijn Negende Symfonie ‘Uit de Nieuwe Wereld’. Een jaar later, niet lang voordat de heimwee hem terugdreef naar Bohemen, begon hij aan zijn Celloconcert. Zijn reserves tegen de cello als solist – bezat dit instrument de kracht om op te boksen tegen een romantisch orkest? – verdwenen, toen Dvořák op een dag in maart 1894 tijdens een optreden van de New York Philharmonic het Tweede Celloconcert van Victor Herbert hoorde. Herbert had een carrière als cellist in Wenen, voordat hij, met zijn opera zingende vrouw, verhuisde naar New York, waar beiden een baan kregen bij de Metropolitan Opera. Beroemdheid verwierf Herbert vooral als componist van musicals voor Broadway.
Het Celloconcert eindigt gestaag ‘als een zucht’

‘Waarom wist ik niet dat je zulke meesterwerken voor cello kon schrijven?’
Het Celloconcert ging in première op 19 maart 1896 in Londen, met een andere solist. Het zou een paar jaar duren voordat Wihan zich kon verzoenen met het werk, zoals Dvorak dat voor ogen had. Maar daarna werd hij er toch een vurig pleitbezorger van. Bij de eerste uitvoering herkende niet iedereen meteen een meesterwerk in het Celloconcert. ‘Dvořáks muziek bezit geen diepte’, oordeelde de Wiener Abendpost. ‘ Alles gaat hem te eenvoudig af. Bij de Tsjechen zal dit concert altijd weerklank blijven vinden, maar in de wereldgeschiedenis van de grote kunst is een regel wel voldoende, al zal het met ere zijn’. Zoals de Finse componist Sibelius dan zou zeggen: ‘Voor een recensent is nog nooit een standbeeld opgericht.’
De uitdrukkingskracht en de vele prachtige melodieën – Dvořáks sterke punt – zorgden ervoor dat het Celloconcert wel degelijk toetrad tot de eregalerij van de grote kunst met meer dan één regel. Al was het maar, omdat Dvořáks mentor en vriend Johannes Brahms er liefst twee regels aan wijdde. ‘Waarom, in hemelsnaam, wist ik niet dat het mogelijk was zulke meesterwerken voor cello te schrijven? Had ik het maar geweten, dan zou ik er lang geleden één gecomponeerd hebben.’
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 20 Cellowerken
Het meesterwerk Bachs Cellosuites
Kijk Alisa Weilerstein speelt Golijov
Playlist Cello Melancholy
Top 10 Legendarische cellisten
Album van de week Originals
Sterk verhaal Dvořáks Humoreske






