In de spotlights Remy van Kesteren

Remy over harp gebogen
Remy van Kesteren © Peter van der Heyden

‘De duisternis van de nacht achter je laten en vertrouwen op een nieuwe dag’, is de rode draad op het nieuwe album Tomorrow Eyes, waarin harpist Remy van Kesteren zich voor het eerst laat horen als componist. ‘Inspiratie en verbeeldingskracht zijn het wezen van de muziek’, gelooft hij.

‘Ik wilde graag iets maken wat er nog niet was’

Hij is die ochtend op bezoek geweest bij Erika Waardenburg, de lerares die hem vanaf zijn tiende onder haar hoede nam op het conservatorium. ‘Mijn muzikale moeder’, noemt Remy van Kesteren haar. ‘Ze gaf me alle handvaten om het beste uit mezelf te halen. Behalve volledige beheersing van de harp leerde zij me ook dat muziek niet alleen gaat over noten, maar ook over het leven.’ Een les die weerklinkt op zijn nieuwe album Tomorrow Eyes. ‘Dit is wie ik nu ben, dit is hoe het leven er nu voor mij uitziet’, zegt hij. ‘Je kunt je afvragen of ik mijn eerste stappen als componist meteen op een album had moeten zetten. Ik vind van wel. Een musicus moet zichzelf laten zien in alle openheid en kwetsbaarheid. De harp is het verlengde van mijn karakter, niet andersom. Dat stond me soms ook tegen op het conservatorium – dat het daar vooral ging om het conserveren van muziek, om iets te behouden, niet om iets te scheppen. Ik wil geen conservator zijn, maar kunstenaar.’ Hij kreeg van platenlabel Deutsche Grammophon carte blanche voor zijn album. ‘Ze wisten niet wat ik ging maken. En voor mezelf was het ook een ontdekkingstocht. De mensen die ik het heb laten horen, kunnen het niet plaatsen. Dat is ook precies mijn bedoeling. Want grenzen – of ze nu van genres of van landen zijn – veroorzaken alleen maar problemen. Ze scheiden mensen. Bovendien wilde ik iets maken wat er nog niet was.’

‘Muziek gaat om putten uit inspiratie en fantasie’

Op zijn vijfde ontdekte Van Kesteren de harp en sindsdien is het instrument zijn metgezel. ‘Ik ervoer mijn jeugd wel als heftig, maar in de muziek voelde ik me altijd veilig.’ Hij herkent zich in het citaat van de Amerikaanse schrijfster Maya Angelou, die zei: ‘Muziek was mijn toevluchtsoord. Ik kon in de ruimtes tussen de noten kruipen en de eenzaamheid de rug toekeren.’ Dat geldt ook voor de harpist. ‘Voor mij vormt muziek een parallelle wereld waarin je alles om je heen even kunt vergeten tijdens het spelen.’
Bij het musiceren zou in zijn ogen het verhaal en de verbeelding altijd de rode draad moeten zijn. ‘Bij de eerste muziekles krijgen kinderen meestal meteen een leerboek in de handen gedrukt. En daaruit leren ze noten naspelen. Maar het wezen van muziek zijn niet je ogen maar je oren, vind ik. Het gaat om het putten uit inspiratie en fantasie. Dat kinderen afhaken kan maar één reden hebben: dat we ze de verkeerde weg laten bewandelen. Want wie houdt er nu niet van muziek? Het kan niet waar zijn dat kinderen het niet mooi vinden om muziek te maken. Iedereen heeft verbeeldingskracht en wil dat gebruiken. Toen ik op mijn tiende naar het conservatorium ging, vond ik al die boeken ook het moeilijkst. Ik weet dat het goed was om die literatuur onder de knie te krijgen. Maar toch… Gelukkig begon Erika me daarna uit te dagen om mijn verbeelding te gebruiken. “Speel hetzelfde eens alsof je verdrietig bent”, zei ze bijvoorbeeld. Dan stond ik meteen weer op scherp.’

‘Chopin noemde eenvoud de hoogste beloning van de kunst’

Zijn album Tomorrow Eyes komt voort uit zijn geloof dat het draait om inspiratie en verbeelding. Van Kesteren liep aan tegen de grenzen van de muziekpraktijk. ‘Ik kwam op een gegeven moment 49 van de vijftig keer ontevreden van het podium. Soms ging ik met tegenzin naar een concert. Waarom stond ik daar eigenlijk? Dat is een vraag die een artiest zich altijd moet stellen. Ik was vaak onderdeel van iets van iemand anders. Onlangs zat ik in de trein met enkele orkestmusici. Zij hadden die avond net een symfonie van Mahler uitgevoerd. “Thuis zou ik dat nooit opzetten”, zei de één. “Het is ook niet mijn idee van een avondje uit”, antwoordde een ander. Waarom zit je dan op dat podium? Dan kun je het verhaal toch niet op het publiek overbrengen? Ik herkende het van mezelf. Ook ik voelde de urgentie niet meer. Sommige musici stappen de klassieke traditie in en wijden hun hele leven aan Beethoven. Maar jouw universum kan nooit parallel lopen aan dat van een componist. Ik heb alles wat voor de harp geschreven is wel gespeeld. Zou ik dat nu de rest van mijn leven moeten herhalen? Ik wilde mijn eigen bron van muziek worden. Het conservatorium leert je dat het klassieke repertoire ver boven alles verheven is. Absurd. Ik ken veel slechte klassieke muziek en fantastische popsongs. Maar er was een soort schuldgevoel waaraan ik me moest ontworstelen. Mijn instrument en mijn opleiding verplichtten me om in een traditie te staan. Toen ik les nam bij componist Willem Jeths was mijn eerste gedachte: als ik bij hem aankom met mijn eenvoudige composities lacht hij me uit. Dus ik stopte er dissonanten in en allerlei andere ingewikkelde zaken. Willem luisterde welwillend en zei na afloop: “Dit is volgens mij niet wat je wilde maken. Laat me je eerste schetsen eens zien.” Aarzelend deed ik dat. Hij knikte. “Nu snap ik het”, zei hij. Willem moedigde me aan het vooral in de eenvoud te zoeken: muziek hoeft niet diep en academisch te zijn. Kijk naar de pianowerken van de Catalaanse componist Federico Mompou. Die blinken uit in simpelheid, maar die paar akkoorden hebben een geweldige impact. Chopin noemde eenvoud “de hoogste beloning van de kunst”.’

‘Dit album gaat over waarom we in de ochtend uit bed komen’

Met collega-musici als saxofonist Ties Mellema, trompettist Eric Vloeimans en componist Martin Fondse ging Van Kesteren op zoek naar het verhaal dat hij met muziek wilde vertellen. Want dat alle muziek een verhaal is, daar gelooft hij heilig in. ‘Dit album ontstond niet vanuit een vooraf bedacht concept. Ik heb me laten inspireren door de wereld en mensen om me heen. Achteraf ontdekte ik toch zoiets als een rode draad: hoop. Tien van de elf stukken zijn in een mineur-toonsoort. Daarin weerklinkt de melancholie die mij eigen is, maar uit dat gevoel put ik hoop. Saxofonist Ties Mellema begon – een week na de cd-opnamen – aan een zware chemotherapie. Hij vindt dit album een nieuw begin, voor hemzelf en voor mij. “Dit album gaat over wat ons ertoe drijft om in de ochtend uit bed komen”, schreef hij in het cd-boekje. Voor hem was dat letterlijk zo. Het gedicht dat ik schreef voor het titelnummer Tomorrow Eyes – een lied – weerspiegelt misschien het beste de betekenis van deze muziek: de duisternis van de nacht achter je laten en vertrouwen op een nieuwe dag.’


avdw-remy-vkLees en luister ook