Legende Quartetto Italiano

Decca / Remmelt van Heerde

In het land van de opera ontbolsterde vlak na de oorlog een strijkkwartet, dat ruim dertig jaar aan de wereldtop stond. Het Quartetto Italiano speelde ‘met een volmaaktheid die niemand ooit gehoord heeft’. De complete opnamen verschenen in een 32cd-box.

‘Een grote openbaring op het terrein van de kamermuziek’

lk quartetto italianoTieners en twintigers waren ze bij hun eerste ontmoeting in 1940, gedurende het Concorso Nazionale in La Spezia, de Noord-Italiaanse havenstad waar de zieke Richard Wagner in een sluimerslaap de eerste noten van zijn Rheingold hoorde. Hun land stortte zich dat jaar definitief in de Tweede Wereldoorlog, aan de kant van nazistisch Duitsland. De eerste jaren speelde de strijd zich vooral buiten Italië af, en dus troffen de musici – uitgezonderd altist Piero Farulli – elkaar in 1942 in Siena voor een zomercursus. Ze studeerden daar Debussy’s Strijkkwartet, een inspirerende ervaring die het verlangen aanwakkerde elkaar snel weer te willen opzoeken.
Die ontmoeting moest door de geallieerde inval wachten tot na de oorlog. Iedereen zat vast in zijn eigen dorp of stad. Reizen was levensgevaarlijk. Dus troffen de vier elkaar pas weer in augustus 1945, in het ouderlijk huis van de 23-jarige violist Paolo Borciani in Reggio Emilia. Ze noemden zich het Nuovo Quartetto Italiano. Altviool speelde Lionello Forzanti, die ruim tien jaar ouder was dan de rest. Hij werd twee jaar later vervangen door Farulli. In de drie decennia daarna zou de samenstelling niet meer veranderen.
Primarius Borciani en cellist Franco Rossi wierpen zich op als muzikale bazen. Tweede violiste Elisa Pegreffi en de altist Farulli kozen ervoor om het cement tussen deze beide sterke ego’s te zijn, zoals middenstemmen wel vaker doen. ‘We slikten wat ze zeiden’, zei Pegreffi, ‘omdat ze geweldige musici waren.’ Hun eerste recitals oogstten meteen bewondering. ‘Men mag’, schreef een recensent in Milaan, ‘zonder twijfel spreken van een grote openbaring op het terrein van de kamermuziek.’

Ze baarden opzien door uit het hoofd te spelen

quartetto italiano 1Die eerste jaren noemde Borciani de Toscanini-tijd van het kwartet, naar de beroemde Italiaanse dirigent, beroemd en berucht door zijn strenge aanpak. ‘Alles zat op zijn plek, maar de wereld veranderde en gelukkig groeiden wij mee’, zei de eerste violist. De ommekeer kwam in 1951, bij het festival in Salzburg. Daar studeerde het kwartet op een avond, met dirigent Wilhelm Furtwängler het Pianokwintet van Brahms. De schellen vielen van de ogen, door de keuzes die Furtwängler zich aan de vleugel veroorloofde. Hun kijk veranderde. Ze behielden hun warm menselijke toon, maar de klank werd gespierder en het ritme vrijer. ‘Want het tempo, leerde Furtwängler ons’, herinnerde Borciani zich, ‘moet het kloppen van een gezond hart weerspiegelen, niet het slaan van een metronoom.’
De koerswijziging leidde ook tot een andere naam. Ze schrapten Nuovo en vervolgden hun reis als Quartetto Italiano. Opzien baarden de musici door alles uit het hoofd te spelen, indachtig de uitspraak van dirigent Hans von Bülow dat een musicus de partituur in het hoofd moet hebben, en niet het hoofd in de partituur. Het bood hun meer mogelijkheden om elkaar te zien en te horen tijdens een uitvoering. En het bleef niet onopgemerkt. ‘Nimmer zag ik zo’n gelijke streek, hoorde ik zo’n heldere klank en voelde ik zo’n grote toewijding aan een gezamenlijk doel’, schreef de recensent van het Franse blad Spectateur na een recital in Parijs.

‘In een huwelijk moet je elkaar ook begrijpen en aanvullen’

top-10-quartets-446Ook Nederland maakte kennis met het Quartetto Italiano. Tussen 1950 en 1977 speelde het zeven keer in de kamermuziekserie in Nijmegen. Een bezoeker van al deze optreden zou getuige zijn geweest van de hele levensgeschiedenis van dit ensemble. ‘En de ene kwartetavond deed niet voor de andere onder in perfectionisme, spelvreugde en eenheid van geest’, staat te lezen in de annalen van De Vereeniging. In 1952 sprak de aanwezige criticus van ‘een vervoerende muzikaliteit, een spirituele vertolkingskunst, het volmaakt samengaan en de eenheid van geest en wil’. De musici speelden alles uit het hoofd ‘zonder dat er ook maar één nuance verloren ging’. Over hun laatste recital werd geschreven dat er nog ‘geen greintje routine te beluisteren viel’ en dat het spel ‘even fris en overtuigend klonk’ als een kwart eeuw eerder.
Hoe lukte het om zo lang samen te blijven? Dat vroeg journalist en musicoloog Jan de Kruijff in 1972 aan primarius Borciani, toen inmiddels zo’n twintig jaar getrouwd met het enige vrouwelijke kwartetlid Pegreffi. ‘In muzikaal opzicht hebben we gelijkgestemde temperamenten’, verklaarde de eerste violist. ‘En na een discussie van een halfuur gaan we meestal spelen, en zijn we het snel eens. Je kunt af en toe je muzikale aard aanpassen, dat moet zelfs, maar dat kan alleen als er sprake is van wederzijdse affiniteiten. Dat is de belangrijkste voorwaarde om een kwartet in stand te houden. Als je een huwelijk aangaat, moet je elkaar ook begrijpen en aanvullen. De karakterverschillen die er wel degelijk waren, werden door drie zaken steeds overwonnen: onze liefde voor de muziek, het besef hoe belangrijk dit kwartet voor ieder van ons was, en het oprechte vertrouwen in de oprechtheid en het fatsoen van de anderen.’ De sfeer was altijd serieus, zei zijn vrouw Pegreffi: ‘We maakten wel onderling ruzie, maar nooit grappen.’

Mee de ruimte in met de Voyager

voyager 220Het was opvallend dat het Quartetto Italiano zo’n mooie klank voorbracht, zonder op kostbare instrumenten te spelen. Dat was ook niet nodig, volgens Borciani. ‘Zonder eigenwijs te willen zijn’, zei hij, ‘geloof ik dat de strijker voor tachtig procent de klank bepaalt, en niet het instrument.’
Ondanks de gelijkgestemde muzikale temperamenten viel het kwartet eind jaren zeventig toch uiteen. In 1977 waren er plannen om de strijkkwintetten van Mozart op te nemen met altist Dino Asciolla als vijfde lid. Maar voor het zover kwam, kreeg Farulli een hartaanval. Het vijfkoppige project kon niet doorgaan, maar de drie overgebleven leden vroegen Asciolla vervolgens om voorlopig de plek van de zieke Farulli in het kwartet zelf over te nemen. Die bleek daardoor zo beledigd dat het tot een definitieve breuk kwam tussen hem en de rest. Drie jaar later verliet nieuweling Asciolla onverwacht het ensemble. Die klap kwam het Quartetto Italiano niet meer te boven.
Aan boord van de Voyager bevindt zich nog wel een foto van het Quartetto Italiano. Als buitenaardse wezens ooit dit ruimteschip ontdekken, en daarin de hoogtepunten uit de menselijke geschiedenis zullen aantreffen, dan vormen Borciani, Pegreffi, Farulli en Rossi het eerste strijkkwartet, waarmee deze aliens kennismaken.


Aanbevolen opnamen

koop italianopl string quartetemerson string


Top 10 Altvioolmuziek VKLees en luister ook