In de spotlights Thomas Adès

Zoals Nederland na Jan Pieterszoon Sweelinck op compositorisch gebied in een gat viel, zo zat Engeland na de gloriedagen van Henry Purcell te wachten op een nieuw boegbeeld. In Nederland werd de leemte eeuwen later ingevuld door Louis Andriessen en tegenwoordig Michel van der Aa. In Engeland kon men opgelucht ademhalen met de komst van Edward Elgar en in zijn voetsporen Benjamin Britten. Inmiddels is Engeland ook in de eenentwintigste eeuw verzekerd van een krachtige vaandeldrager: Thomas Adès. De componist die volgend jaar vijftig wordt, kan wereldwijd rekenen op uitvoeringen van zijn werk en staat dit seizoen onder andere in de spotlights bij het Koninklijk Concertgebouworkest.

Een geluk bij een ongeluk; de opera Powder her Face genereerde door deze ophef veel meer aandacht dan doorgaans aan een première in een klein theater zou worden geschonken. Los van alle rumoer ontdekte de wereld zo en passant dat er een brutaal nieuw Engels talent was opgestaan die zonder problemen de muzikale werelden van Alban Berg, Igor Stravinsky, Kurt Weill en de tango van Astor Piazzolla op een hoop gooide en er aan de andere kant iets origineels en aanstekelijks uit wist te destilleren.
Brutaal stuk

György Kurtág

Hoewel Adès al decennia ook als meer dan uitstekend pianist en dirigent optreedt, besloot hij na deze gebeurtenis het beste stuk te schrijven dat hij maar schrijven kon. Dat werd zijn opus 1, Five Eliot Landscapes (1990), waarin indirect de invloed van György Kurtág – van wie Adès als 18-jarige enige tijd les kreeg – te bespeuren is. ‘Zijn muziek heeft een emotionele lading die ik niet bij andere hedendaagse componisten hoorde. Dat opende voor mij de deur naar een klankwereld vol emotie.’
Grote thema’s
Adès trok en trekt zich daarbij weinig aan van een scheidslijn tussen de zogenaamde hogere en lagere cultuur en laat zich net zo makkelijk beïnvloeden door een band als Madness, die zijn jonge jaren vulde met muziek, als Beethoven, Mozart en Schubert, die langskomen in zijn even intrigerende als maffe strijkkwartet Arcadiana uit 1994. Juist die mix, gecombineerd met grote thema’s zoals de inmiddels redelijk adequaat gebleken rampspoed voorspellende teksten uit de Mayacultuur in America (A prophecy) uit 1999 en de strijd tussen leven en dood op basis van een anonieme vijftiende eeuwse tekst in het mede voor het Koninklijk Concertgebouworkest geschreven Totentanz (2013), draagt ertoe bij dat elk werk van Adès een nieuw avontuur is waarin nostalgisch bekend en schokkend onbekend elkaar vinden in beklijvende partituren als zijn tweede opera The Tempest (2004), zijn vioolconcert Concentric Paths (2005), het pianoconcert In Seven Days (2008), zijn jongste opera The Exterminating Angel (2016) en zijn filmmuziek bij de biografische film Colette over de twintigste eeuwse Franse schrijfster Sidonie-Gabrielle Colette die in 2018 de Hollywood Music in Media Award won voor de beste filmscore.
Carte blanche

Zoals in het ruim twintig jaar geleden geschreven Asyla rollen in dit pianoconcert heden en verleden vrolijk over elkaar heen en speelt Adès met de traditionele vorm van het aloude soloconcert, terwijl componisten als Rachmaninov en Prokofjev op de achtergrond meedeinen. ‘Ik doe nog steeds hetzelfde als toen ik begon’, sprak Adès al met zijn kenmerkende bescheidenheid. ‘Dat is geen vorm van afnemende rebellie of een herhaling van zetten, het is het almaar verder verkennen van een vorm van componeren waar ik hopelijk steeds beter in wordt.’
Lees en luister ook
Top 10 Pianoconcerten na 1950
Componist Mieczyslaw Weinberg
Top 10 Componisten uit de 20e eeuw
Legende Reinbert de Leeuw
Top 10 Onbekende opera’s
Top 5 Violist als inspiratiebron



