Kinderklassiek Meesterverteller van dertien

Nikola Meeuwsen
Nikola Meeuwsen © Tomek Dersu Aaron

Talenten tussen de negen en veertien jaar proberen dit weekend in de Kleine Zaal de finale van het Koninklijk Concertgebouw Concours te bereiken. Pianist Nikola Meeuwsen uit Den Haag won vorig jaar de eerste editie. Hij heeft wel een tip voor de deelnemers. ‘Denk niet te veel aan winnen, want daar ga je niet beter van spelen.’

Op een dag kunnen bekende noten je treffen als een wonder

Klassieke klanken waren er vanaf zijn geboorte. Zijn vader is violist en doceert muziekgeschiedenis en zijn moeder speelt dwarsfluit. In huis stond bovendien een piano. Maar ook wanneer de muziek altijd om je heen is, wanneer je ermee opgroeit, wanneer de klank ervan net zo vanzelfsprekend lijkt als de stem van je ouders, ook dan kunnen de noten je nog treffen als een wonder. Zoiets overkwam hem, vertelt Nikola Meeuwsen (13), rond zijn zesde jaar, toen zijn vader op een dag een opname draaide van Rachmaninovs Derde Pianoconcert, door de Rus Vladimir Horowitz. Voor het eerst drong muziek helemaal bij hem naar binnen. ‘Wat gaaf, dacht ik plotseling’, zegt hij. ‘Het is een berucht concert. Ik weet dat er een bioscoopfilm is, Shine, waarin dat werk een pianist tot waanzin drijft. Voor de lol heb ik wel eens een pagina van de partituur uitgeprint om te zien of het voor mij te doen was. Maar mijn inschatting is dat het nog wel wat jaren gaat duren, voordat ik aan Rach Drie toe ben.’

‘Een rasverteller met een verbluffende techniek’

nikola-vk-iVanaf zijn zesde nam hij pianoles. En sindsdien ging het snel. Vier jaar later won Nikola het Steinway Concours. Vorig jaar – op zijn twaalfde – was er dan de hoofdprijs van het Koninklijk Concertgebouw Concours. ‘Een rasverteller met een verbluffende techniek’, vond de jury van gelouterde profmusici. Hij houdt van muziek met een verhaal. ‘Zoals het symfonische gedicht Mazeppa van Franz Liszt. Dat begint met een jongen die op de rug van een paard gebonden wordt, waarna het dier de steppe op gejaagd wordt. Die woeste galop is heel mooi in de muziek te horen.’ Het is een werk waarmee je, denkt hij, kinderen enthousiast zou kunnen maken voor klassieke muziek.
Dat hij ervan droomt om concertpianist te worden, en dat hij houdt van Bach, Beethoven en Liszt, dat hoeft Nikola vandaag de dag niet uit te leggen aan de leeftijdgenoten om hem heen, want hij doet de middelbare school aan de Jong Talent Afdeling van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. ‘Al zitten er ook de nodige jazzers in de klas’, zegt hij. ‘Maar vooral veel strijkers. Soms spelen we samen kamermuziek, vaak een pianokwartet. Dan moet ik goed luisteren en opletten. Als ik alleen musiceer, hoef ik me uitsluitend op mijn eigen spel te concentreren.’

‘In de muziek moet je altijd een paar noten vooruit kijken’

Zeker bij een concours, ervoer Nikola al in zijn jonge leven, is concentratie van levensbelang. ‘Het is lastig om de gedachte opzij te zetten dat je bezig bent aan een wedstrijd. Maar van denken aan een overwinning, ga je niet beter spelen. Dus je moet proberen dat te vergeten en je, net als anders, richten op het maken van mooie muziek.’
Concentratie vindt hij een mooi fenomeen. Hij leert er ook veel over bij het boogschieten, een van zijn hobby’s, naast het af en toe montainbiken met zijn vader Kolja. ‘Dan moet je je even helemaal leegmaken en aan niets anders denken dan de pijl en het doel. Dat is anders dan bij de piano. In de muziek moet je altijd een paar noten verder kijken dan je op dat moment speelt, dus daarbij zit je eigenlijk met je handen in het heden en het hoofd in de toekomst. Bij het boogschieten telt alleen het heden.’


kinderklassiek-muziek-is-gezondLees en luister ook