Componist Max Reger

Max Reger

Max Reger

19 maart 1873, Brand – 11 mei 1916, Leipzig

In de muziek van Max Reger ontmoet het contrapunt van Johann Sebastian Bach de harmonieën van Arnold Schönberg. Regers stijl van componeren was tegelijkertijd conservatief en vooruitstrevend. Hij greep terug op de traditionele vormen van de 18e eeuw, maar zijn avontuurlijke gebruik van harmonie blikt vooruit, verder de twintigste eeuw in. De complexe en meeslepende structuur van zijn muziek bleek van grote invloed opcomponisten als Alexander von Zemlinsky en Franz Schmidt.

Reger groeide op in een muzikale omgeving. Hij erfde de muzikaliteit van zijn vader, een onderwijzer en bekwaam organist, basklarinettist en hoboïst, die een alom gerespecteerd harmoniehandboek schreef. Al in zijn tienerjaren kreeg Max piano- en orgellessen. En toen hij op vijftienjarige leeftijd in Bayreuth Wagners Parsifal en Die Meistersinger von Nürnberg bijwoonde wist hij het zeker: hij wilde componist worden. Zijn leraar, de zeer gerespecteerde theoreticus en geleerde Hugo Riemann, bracht hem de klassieke tradities van vorm en contrapunt bij. Regers werk zou hier zijn leven lang van doordrongen blijven.
Al op zeventienjarige leeftijd kreeg Reger een aanstelling als docent aan het Conservatorium in Wiesbaden. Het lesgeven bleek hem te liggen, later bekleedde hij belangrijke academische functies in München en Leipzig. Onder zijn leerlingen waren de componisten Erwin Schulhoff en Othmar Schoeck. Naast lesgeven en componeren, ontwikkelde Reger zijn pianospel. Hij speelde samen met vele vooraanstaande musici. De bekendste hiervan was de violist Adolf Busch, voor wie hij aan het eind van zijn leven een aantal Sonates en Preludes voor viool-solo componeerde.

Max Reger was bovendien een zeer gerespecteerd dirigent. In 1911 kreeg hij een aanstelling bij het orkest aan het hof van Saksen-Meiningen, een prestigieuze positie die eerder in handen was van Hans von Bülow en Richard Strauss. Zijn dood op 43-jarige leeftijd was tragisch maar niet onverwacht. Hij stond bekend om zijn buitensporig grote eetlust en overmatig gebruik van tabak en ruime hoeveelheden alcohol. Bovendien leed hij aan ernstige depressies. Desondanks was hij een buitengewoon productieve componist: zijn oeuvre omvat 147 opusnummers in bijna elk genre behalve opera.
Veel van Regers bekendste werken zijn variatiereeksen. Zijn Orchestral Variations and Fuga on a theme of J. A. Hiller, op. 100 (1907) en zijn Mozart Variations op. 132 (1914) worden bewonderd om de vindingrijkheid die Reger hierin ten toon spreidt. Beide werken kunnen worden beschouwd als waardige opvolgers van de Haydn-variaties van Brahms. Virtuoze pianisten als bijvoorbeeld Jorge Bolet en Marc-André Hamelin hebben een sterk pleidooi gehouden voor de Bach Variations, op. 81 (1904) en Telemann Variations, op. 134 (1914). En in een tijdperk dat werd gedomineerd door Franse orgelcomponisten, was Reger vrijwel de enige Duitse componist die voor dit instrument schreef.

Gedurende het grootste deel van de 20e eeuw werd Regers muziek buiten het Duitse taalgebied niet erg gewaardeerd. Hij werd onterecht afgedaan als een componist die alleen in staat was om modderige muzikale texturen met een grote dichtheid te creëren. De afgelopen jaren is deze opvatting veranderd en velen zijn de emotionele diepgang, het pathos en het soms bijna boosaardige gevoel voor humor van Regers werk gaan bewonderen.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook