In de spotlights Rufus Wainwright

Met zijn opera Prima Donna begeeft popster Rufus Wainwright zich op het klassieke pad. ‘Ik voel me een polygamist met twee vrouwen: pop en opera’
‘Na het Requiem van Verdi werd opera een obsessie voor me.’

Tien jaar later vond er een muzikale openbaring plaats, vertelt hij. ‘Als jonge tiener zat ik tot mijn nek in de popmuziek van artiesten als Cindy Lauper en Prince. Mijn moeder draaide soms een klassieke plaat, vooral van de Italiaanse tenor Beniamino Gigli. Mooi, maar het greep me nog niet echt. Op een dag kwam ze thuis met een opname van het Requiem van Giuseppe Verdi, met tenor Jussi Björling en sopraan Leontyne Price. Ze zette de plaat op en daarna veranderde er iets in mijn leven. Het luisteren was als een plotselinge religieuze bekering. Tegen de tijd dat muziek was afgelopen, wilde ik alleen nog maar opera horen. Het mag dan wel een Requiem heten, maar Verdi gaf zijn dodenmis alle dramatiek mee van het theater. Vanaf die dag werd opera een obsessie voor me.’
‘In de opera vond ik antwoord op veel levensvragen’
Uiteindelijk bewoog Wainwrights muzikale loopbaan zich niet in de richting van de opera. Hij werd een singer-songwriter. Wel oefende het theatrale karakter van favoriete componisten als Richard Strauss, Giuseppe Verdi en Giacomo Puccini invloed uit op zijn popmuziek. De melodie van zijn Greek Song kwam bijvoorbeeld uit de opera Der Freischütz van Carl Maria von Weber.

Wel bleef opera een trouwe metgezel voor Wainwright op zijn moeizame weg naar volwassenheid. ‘Niet lang na de kennismaking met Verdi’s Requiem ontlook mijn seksualiteit, in mijn geval de liefde voor mannen. Naarmate mijn roem als popartiest groeide, raakte ik verzeild in een web van seks en drugs. En dan was er in mijn tienerjaren ook de opkomst van het toen nog dodelijke virus aids, die ons in de greep van de angst hield. Maar opera was er altijd, op de achtergrond, wachtend op me wanneer dat nodig was, als troost of om mij de uitgestrektheid van het universum te laten zien. In muziek van Claudio Monteverdi tot Olivier Messiaen vond ik antwoord op veel bestaansvragen. In zekere zin redde opera meerdere keren mijn leven in mijn kwetsbare jaren. Eerst hielp ze me over een trauma heen, toen ik als veertienjarige door een oudere man werd verkracht in een Londens park, en daarna gebruikte ik opera bij het beteugelen van de angst dat deze onbekende mij zou kunnen hebben besmet met het hiv-virus. Wat gelukkig niet zo was.’
‘Ik heb het idee dat ik niet de opera gekozen heb, maar zij mij’

Langzaam groeide in Wainwright ook zelf het verlangen om een opera te schrijven. Hij begon aan Hadrian, over de Romeinse keizer Hadrianus. ‘Maar in die periode had ik mijn klassieke scholing nog niet afgerond. Bovendien was dit werk best complex, omdat het ook massascènes bevat met koren. Ik was onzeker of ik zo’n grote opera wel aan zou kunnen.’
En toen was er plotseling Prima Donna, het verhaal over een dag uit het leven van een operazangeres, die probeert terug te keren naar het podium. Inspiratie ervoor vond hij in de beroemde interviews van Lord Harewood met sopraan Maria Callas. ‘Ik wist meteen dat dit een verhaal was dat ik aankon. Ook omdat de spanningen en onzekerheden die zij tegenkomt, lijken op de mijne. Er kwam op één moment veel samen: het zien van de gesprekken tussen Callas en Harewood, de gedachte om daar muzikaal iets mee te doen en een telefoontje van Peter Gelb, directeur van The Metropolitan Opera, met de vraag of ik voor hem iets zou willen componeren. Het is een keten van gebeurtenissen, die me het idee geven dat ik niet de opera gekozen heb, maar zij mij. Michelangelo zei altijd dat hij in een stuk marmer het beeld al zag zitten, hij moest het daaruit bevrijden. Zo werkte het ook bij mij: de opera diende zich aan en ik had de keuze haar wel of niet te omarmen.’
‘Het Frans inspireert tot kleurrijker en schilderachtiger muziek’
Het was een lange weg, zegt Wainwright. ‘Ik ben vijf tot zes jaar bezig geweest om Prima Donna te maken tot wat het nu is. Hij schreef er een Frans libretto bij, wat een van de oorzaken was dat de Metropolitan Opera tenslotte afzag van de première, want Gelb had een Engels gezongen werk voor ogen. ‘Maar op een of andere manier vond ik Frans beter passen bij dit verhaal. Het speelt zich bovendien in Parijs af. Ik luisterde ook veel Berlioz, Bizet en Debussy in de tijd dat ik Prima Donna componeerde. Die taal inspireert ook tot andersoortige muziek: kleurrijker en schilderachtiger. En ook niet onbelangrijk: you can get away with a lot in French.’
Het verschil met het schrijven van popmuziek is groot, erkent Wainwright. ‘In opera moet je voor elk detail zorgdragen. En dat zijn er vele. Die paar noten van de derde hobo moeten net zo mooi zijn als die van de zangers. Dat is een uitputtend maar bevredigend proces, waarin je je geen fouten kunt veroorloven. Popmuziek daarentegen is de ultieme vrijheid. Vergissingen leveren daarin soms de mooiste vondsten en songs op. Ik voel me een polygamist met twee vrouwen: pop en opera, die elkaar aanvullen als yin en yang.’
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 10 Sopranen
Operastrip Madama Butterfly
Focus Hersenoperatie terwijl je Schubert zingt
Muziek en Castraten
Operastrip La Traviata
Top 10 Tenoren





