Componist Claudio Monteverdi

Claudio Monteverdi

Claudio Monteverdi was een revolutionair componist op de grens van de Renaissance en de Barok. Hij schreef voornamelijk vocale werken, was een meester in het componeren van madrigalen en was verantwoordelijk voor de eerste grote Italiaanse opera’s.

PL monteverdiClaudio Monteverdi

9 mei 1567, Cremona – 29 november 1643, Venetië

Claudio Monteverdi leefde in een tijd van grote veranderingen: de vocale polyfonie van de Renaissance maakte plaats voor de nieuwe vormen van de vroeg-Barok. Hij was beide stijlen meester, speelde soms met de constrasten ertussen binnen eenzelfde compositie en componeerde werken in beide genres. Zijn kerkmuziek leunt nog zwaar op de traditionele Renaissance-vormen, terwijl zijn opera’s vol zitten met lyrische en dramatische innovaties.
Als hofmuzikant heeft hij ongetwijfeld veel dansen en gelegenheidmuziek gecomponeerd, maar bijna al het werk van Monteverdi dat bewaard is gebleven, is vocale muziek.


Mantua

Tijdens zijn opleiding bij Marc’Antonio Ingegneri aan de kathedraal van Cremona, leerde hij zingen en diverse instrumenten bespelen. In 1590 of 1591 werd Monteverdi benoemd tot muzikant aan het hof van de Hertog van Mantua, Vincenzo I Gonzaga. In die tijd waren zijn eerste composities al gepubliceerd: een aantal reeksen met wereldlijke en kerkelijke vocale werken. De eerste daarvan, Sacrae cantiunculae, verscheen in 1582, toen hij pas 15 jaar oud was. Het hof van Mantua was niet groot, maar cultureel zeer actief en Monteverdi kwam er in aanraking met veel vooraanstaande musici. Hij ontmoette Giovanni Gastoldi, een componist van wie veel dansmuziek bewaard is gebleven. Aan het hof werkte Monteverdi onder de leiding van Giaches de Wert, een belangrijk componist van madrigalen. Deze was van grote invloed op Monteverdi’s vroege composities in dat genre.

Al snel liet Monteverdi de traditie achter zich en volgde zijn eigen muzikale pad. Zelfs zo sterk, dat hij – rond 1600 – in een serie artikelen van de hand van Giovanni Maria Artusi hierop werd aangevallen. Deze conservatieve muziektheoreticus bekritiseerde zijn ongerijmde gebruik van dissonantie en stelde allerlei ‘onregelmatigheden’ in de muziek van Monteverdi aan de kaak. Monteverdi verdedigde zijn werk en beschreef het als voorbeeld van de nieuwe stijl, de zogenaamde ‘seconda pratica’. De compositorische vrijheid was nodig, zei hij, om de betekenis van de teksten, de emotie, beter te kunnen uitdrukken in de muziek.

lka orfeo monteverdiIn 1601 werd Monteverdi benoemd tot hofmeester van de Hertog van Mantua. Zijn naam was inmiddels in heel Europa bekend vanwege zijn voortdurend groeiende reeks Madrigaalboeken. Hij ging zich vanaf dat moment ook bezig houden met theatermuziek. Hij schreef het ballet De liefde van Diana en Endymion, maar dat is helaas verloren gegaan. Zijn eerste opera L’Orfeo ging in 1607 in première. Hoewel Jacopo Peri in 1598 met La Dafne – helaas ook verloren gegaan – officieel de eerste opera componeerde, is  L’Orfeo de oudste bewaard gebleven opera die ook vandaag de dag nog regelmatig wordt uitgevoerd.
Net als in zijn madrigalen, gebruikt Monteverdi in zijn opera’s ook dissonantie om het gewicht van bepaalde woorden te onderstrepen. Hij maakt bovendien zeer beeldend gebruik van instrumentale kleuren en bezettingen om bepaalde taferelen kracht bij te zetten. De wereld vol nymfen en herders waarmee het verhaal van de opera begint, wordt bijvoorbeeld muzikaal geïllustreerd door blokfluiten, strijkers en tokkelinstrumenten. Als de handeling zich verplaatst naar de onderwereld, nemen de saque-boutes (voorloper van de trombone) en het regaal (klein, nasaal klinkend toetsinstrument met blaasbalgen en tongen) het over.

pl mariaHet is bekend dat Monteverdi vrij veel opera’s gecomponeerd heeft, maar de meeste ervan zijn niet bewaard gebleven. Van de opera Arianna is alleen de klaagzang van de hoofdpersoon overgeleverd. Het is een iconische aria die bij de première het publiek tot tranen toe beroerde. Het Lamento d’Arianna werd een hit en de aria werd wijd verspreid zowel in handgeschreven als in gedrukte bladmuziek. Monteverdi maakte gebruik van deze populariteit en bewerkte het stuk tot kerkmuziek door er een vijfstemmig madrigaal met de titel Pianto della Madonna van te maken.


Venetië

lka monteverdi vespers gardinerDoor al zijn succes voelde Monteverdi zich overwerkt, onderbetaald en ondergewaardeerd aan het hof in Mantua. In 1610 probeerde hij een positie te verkrijgen aan het pauselijke hof in Rome. Hij stelde een portfolio samen met kerkelijke composities, droeg deze op aan de paus en liet hem drukken onder de naam Vespro della beata Vergine. Zijn plan was de muziek persoonlijk aan paus Paulus V aan te bieden. Ondanks de indrukwekkende kwaliteit van zijn muziek, heeft dit Monteverdi niet de aanstelling gebracht die hij hoopte te krijgen.
Het verlies van Rome werd de winst van Venetië: in 1613 werd Monteverdi aangesteld tot kapelmeester van de San Marco. Hij behield deze positie 30 jaar lang tot het eind van zijn leven, ondanks aanbiedingen van het hof in Wenen en in Warschau. In 1641 publiceerde hij zijn Selva morale e spirituale, een verzameling muziek gecomponeerd voor de San Marco. In 1650 verscheen, postuum, nog een verzameling onder de titel Messa et salmi.

Een van de meest bijzondere en vernieuwende werken die Monteverdi schreef gedurende zijn tijd in Venetië, was het Combattimento di Tancredi e Clorinda (c.1624), later opgenomen in het Achtste Madrigaalboek. Het is een cantate voor drie stemmen en een indrukwekkend voorbeeld van beschrijvende, beeldende muziek met galopperende paarden, een duel en de dood van de heldin. Monteverdi schrijft in dit stuk voor het eerst in de geschiedenis pizzicato (getokkelde snaren) voor in de strijkerspartij.

lka poppeaOpera was in eerste instantie muziek voor het hof en daarmee niet openbaar. Maar in 1637 opende in Venetië het eerste publieke operahuis de deuren. Het was de aanleiding voor Monteverdi om een aantal nieuwe opera’s te schrijven. Twee daarvan hebben de geschiedenis overleefd: Il ritorno d’Ulisse in patria sua (1640) en L’incoronazione di Poppea (1643).
Poppea was uniek in zijn immoraliteit met een verhaal waarin lust, geweld en hebzucht triomferen over de deugd. Hoewel het publiek van Monteverdi’s werk toch geweten moet hebben dat noch Poppea, noch Nero erg gelukkig is geworden na hun huwelijk. De intense, tragische stemming van het werk wordt afgewisseld met een aantal lichtvoetiger, komische scenes met bedienden en schildwachten. Het zou kunnen dat delen van de opera niet van de hand van Monteverdi zelf zijn, maar dat doet niets af aan de betovering van het werk. De muziek en het verhaal zijn in de 21e eeuw nog net zo krachtig als in het jaar van het ontstaan.


Aanbevolen opnamen

lka orfeo monteverdilka vespro gardinerlka poppea


kozenaLees en luister ook