Muziek en Pianoduels

Vroeger gingen muzikale virtuozen regelmatig met elkaar ‘op de vuist’.

Beethoven speelde de partituur van zijn tegenstander ondersteboven

Sport is een betrekkelijk jong fenomeen. In de achttiende eeuw bestonden voetbal, tennis, hockey en wielrennen niet – de fiets moest worden uitgevonden. Maar tweekampen waren er wel, bijvoorbeeld tussen muzikale rivalen. In 1799 beschreef musicus Ignaz von Seyfried over ‘een gevecht tussen twee atleten’, toen de pianovirtuozen Ludwig van Beethoven en Joseph Wölfl tegenover elkaar zaten aan de fortepiano.

Beethoven vocht in die jaren liefst drie pianoduels uit. In 1793 bralde Abbé Gelinek dat hij ‘gehakt’ zou maken van zijn jonge opponent, maar hij bleek kansloos. Zeven jaar later verscheen de Berlijner Daniel Steibelt in Wenen om zijn geluk als virtuoos te beproeven. De adel besloot al snel dat het tot een improvisatie-krachtmeting met Beethoven moest komen. Steibelt begon. Hij wierp een van zijn composities op de grond en ontketende een storm op de piano. De bijval in de salon was enorm. De Berlijner voelde zich – aldus een ooggetuige – ‘zeker van zijn overwinning’. Beethoven haalde diep adem en liep naar het instrument. Onderweg raapte hij de partituur van Steibelt op, wierp een blik op de noten en ging zitten. Hij toonde als een goochelaar de bladmuziek aan het publiek en zette die vervolgens ondersteboven op de lessenaar. Beethoven begon speels te improviseren en variëren op Steibelts eerste vier noten. Vervolgens ging hij de speelstijl van zijn tegenstander ontleden en parodiëren. Steibelt besefte al snel dat Beethoven hem niet alleen pianistisch overvleugelde, maar ook vernederde. Hij liep de salon uit en keerde niet meer terug. In het vervolg zou Steibelt alleen verschijnen op avonden, als hij vooraf de verzekering kreeg dat Beethoven niet tot de genodigden behoorde.

‘Het pianoduel was meer dan alleen een virtuozengevecht’

Een jaar voor de ontmoeting met Steibelt ontmoette Beethoven zijn gelijke in Joseph Wölfl. Hun strijd was veel meer dan een virtuozengevecht. Het evenement beroerde de adellijke wereld van Wenen. ‘Het verdeelde de stad in tweeën’, schreef Von Seyfried. Het betrof hier niet zomaar een tweekamp. Volgens de Britse musicoloog David Wyn Jones waren in die tijd ‘muzikale virtuozen vergelijkbaar met tennissers, worstelaars, boksers en racepaarden uit deze tijd, in de zin dat zij tegenover elkaar in de arena werden gezet om toeschouwers te vermaken. Maar het pianoduel vertegenwoordigde meer dan alleen een sportieve strijd. Het was ook een plek waar discussies werden beslecht over schoonheid en stijl.’

Wölfl stond voor het oude en toegankelijke en Beethoven was de ‘arrogante’ vernieuwer, die goeddeels onbegrepen door het leven moest. Wölfl speelde, mede door z’n immense handen, technisch volmaakt. Hij kon – schreef een tijdgenoot – Mozarts vierhandige Fantasie uitvoeren, alleen achter de piano, zonder een noot te missen. Beethoven daarentegen sprak ‘een mystieke taal, waarvan de hiërogliefen maar door enkele ingewijden kon worden ontcijferd’. Voor het eerst was er sprake van een grens tussen populaire en ‘serieuze’ muziek, tussen liefhebbers en fijnproevers. Hoe het duel uiteindelijk afliep, is niet helemaal helder. Een journalist van de Allgemeine Musikalische Zeitung suggereerde dat het een gelijkspel werd. ‘Het was moeilijk misschien zelfs onmogelijk om een overwinningskrans aan een van de twee gladiatoren uit te reiken’, schreef Von Seyfried. De geschiedenis wees ten slotte Beethoven als winnaar aan, want wie kent tegenwoordig de naam van Joseph Wölfl nog.

Marchand vluchtte liever dan van Bach te verliezen

Ook andere beroemde componisten gingen de strijd aan met hun rivalen. Op rondreis in Italië bestreden de jonge Duitser Georg Friedrich Händel en de Italiaan Domenico Scarlatti elkaar op klavecimbel en orgel, op uitnodiging van de muzikale kardinaal Pietro Ottoboni. Het velde een Salomonsoordeel: Händel won op orgel, Scarlatti op het klavecimbel.
Wolfgang Amadeus Mozart voelde in Wenen de hete adem in de nek van Muzio Clementi, maar keizer Joseph gunde zijn protegé de overwinning met het argument dat Clementi een kunstenaar was, maar dat Mozart die kunst ook nog verenigde met goede smaak.

Een van de beroemdste duels vond nooit plaats. In 1717 in Dresden kreeg de concertmeester Jean Baptiste Volumier aan het hof van koning Augustus concurrentie van een landgenoot, de klavecinist Louis Marchand. De nieuwkomer die bekend stond als ijdel en verwaand maakte grote indruk op de Duitse vorst, die hem meteen een baan aanbood. Dat zinde Volumier niet, en dus smeedde hij een complot. Hij schreef een uitnodiging aan zijn collega van het hof in Weimar, Johann Sebastian Bach. Die kwam graag naar het rijke Dresden om zijn talent te tonen.
Volumier liet Bach stiekem het spel van Marchand horen, en verleidde hem er daarna toe om de Fransman uit te dagen. Marchand nam de handschoen op. De koning hoorde ervan en loofde een klein fortuin uit voor de winnaar. Het paleis van de Graaf von Flemming zou het strijdtoneel zijn. Iedereen zat klaar, maar Marchand was er nog steeds niet. Een boodschapper werd naar zijn onderkomen gestuurd, maar keerde onverrichter zake terug: de Fransman bleek de vorige nacht in een koets te zijn gevlucht. Hij had Bach horen oefenen, en zich gerealiseerd dat hijzelf misschien wel een meester was in het Franse spel, maar dat zijn tegenstander dat minstens even goed beheerste en ook nog uitblonk in alle andere stijlen. Volumier wreef in zijn handen. Dankzij Bach was hij zijn grote concurrent kwijt.



sv-handel-vk_220x220Lees en luister ook