Instrument Hoorn

De zachte, ronde toon en het grote bereik van dit instrument maakte het tot een favoriet van veel componisten, waaronder Mozart en Richard Strauss.

De hoorn

De ‘Franse’ hoorn – zo genoemd om het instrument te kunnen onderscheiden van de ‘Engelse’ hoorn (de althobo) – wordt gespeeld met een trechtervorming mondstuk. De hoorn heeft een smalle, conische buis, die in een spiraal gewikkeld is en uitmondt in een grote beker. Het instrument staat meestal in F, wat wil zeggen dat de noot een kwint hoger geschreven wordt dan hij klinkt. Ofwel: je ziet op de notenbalk een C staan, maar er klinkt een F. De hoorn heeft een bereik van vijf octaven – het grootste bereik van alle koperblaasinstrumenten in het symfonieorkest.
De hoorn zoals wij die kennen vindt zijn oorsprong in de jachthoorn, een vrij luid instrument met een grote, ronde buis die tijdens de jacht over de schouder gehangen kon worden.
Aanvankelijk kon je op de hoorn slechts een beperkt aantal tonen spelen – natuurtonen. Maar halverwege de 18e eeuw ontstond er een bepaalde techniek, waarbij een speler de lengte van de buis van het instrument veranderde door zijn rechterhand in de beker te stoppen. Hierdoor werd het mogelijk op de hoorn meer verschillende tonen te produceren. Dit leidde ertoe dat het instrument beter te gebruiken was en daar werd door veel componisten – met Mozart aan kop – dankbaar gebruik van gemaakt.

Door het grote bereik van de hoorn wordt de meeste orkestmuziek geschreven voor vier hoorns. Doorgaans nemen hoorns 1 en 3 de hoge partijen voor hun rekening en hoorns 2 en 4 de lage. De hoorn was van wege zijn klank favoriet bij veel componisten, waaronder Richard Strauss. Zijn symfonisch gedicht Till Eulenspiegel wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door het steeds terugkerende chromatische thema van de hoorn.


Werken

Telemann – Hoornconcert in D gr.t. (c.1720)

Telemann was een van de eerste componisten die het potentieel van de hoorn als solo-instrument zag in zijn concerten voor de corno da caccia (de jachthoorn).

Mozart – Tweede Hoornconcert in Es gr.t. (1783)

De techniek van het ‘stoppen’ (de hand in de beker leggen) zorgde voor meer interesse in de ‘hand hoorn’. Mozart schreef zijn hoornconcert voor zijn jeugdvriend, hoornist Joseph Leutgeb.

Schumann – Konzertstück voor vier hoorns en orkest in F gr.t. (1850)

Schumanns levendige stuk voor vier hoorns werd geschreven voor de relatief nieuwe chromatische ventielhoorn. Het is een uitdagend stuk voor alle hoornspelers en dat kan verklaren waarom het niet zo vaak uitgevoerd wordt.

Wagner – Der Ring des Nibelungen (1848-1874)

Dit is niet specifiek een werk voor de hoorn: het is een cyclus van vier opera’s. Toch is de prominente rol die Richard Wagner de hoorn vanaf het begin van de eerste opera, tot het triomfantelijke hoorngeschal van Siegfried geeft, reden om dit werk in het rijtje op te nemen. De Ring is een van de belangrijkste werken in het hoornrepertoire.


Beroemde hoornisten

Dennis Brain (1921–1957)

brainDennis Brain kwam uit een familie van hoornisten. Zijn vader Aubrey was eerste hoornist van het BBC Symphony Orchestra. Zijn moeder Marion was componiste en schreef de cadensen voor de hoornconcerten van Mozart, die haar man uitvoerde.
Dennis studeerde aan de Royal Academy of Music en was korte tijd eerste hoornist van het National Symphony Orchestra, voordat de oorlog uitbrak. In 1943 begon zijn solocarrière, toen Benjamin Britten de Serenade voor tenor, hoorn en strijkers voor hem en Peter Pears schreef. Na de oorlog werkte Brain met veel Londense orkesten. Zijn opnamecarrière kwam tot bloei onder de baton van Von Karajan bij het Philharmonia Orchestra, met wie hij gedenkwaardige platen maakte van Mozarts hoornconcerten. Hij stierf op 36-jarige leeftijd door een auto-ongeluk.

Barry Tuckwell (1931)

Barry Tuckwell

Volgens Barry Tuckwell was hij geen uitblinker op een instrument, totdat hij op 13-jarige leeftijd begon met hoornspelen. Twee jaar later speelde hij op professioneel niveau met het Melbourne Symphony Orchestra. Hij verhuisde naar Groot-Brittannië, waar hij op 24-jarige leeftijd de eerste hoornist van het London Symphony Orchestra werd.
Na 13 jaar verliet hij het orkest om zijn steeds groeiende solocarrière voort te kunnen zetten. Onder meer Thea Musgrave, Oliver Knussen en Richard Rodney Bennett componeerden stukken speciaal voor hem. Naast zijn concerten als solohoornist, ging Tuckwell ook aan de slag als dirigent in Noord-Amerika, Australië en het Verenigd Koninkrijk.


Aanbevolen opnamen

lka britten serenade hoorn lka strauss hoorn previn lka abbado mozart hoorn


fotoalbum 220Lees en luister ook