Componist Carl Nielsen

In 1865, 150 jaar geleden, werden twee Scandinavische giganten geboren: Jean Sibelius in Finland en Carl Nielsen in Denemarken. Sibelius geniet al de status van een der grootste componisten, maar de muziek van Nielsen is minder bekend. Door zijn jubileumjaar hebben orkesten wereldwijd een goed excuus om een nieuw publiek kennis te laten maken met Nielsens rijke klankwereld. Kimon Daltas beschrijft Nielsens leven aan de hand van zes belangrijke werken.

Maskarade

Carl Nielsen had als componist een ietwat late start. Hij was 41 jaar oud toen hij zijn eerste succes boekte met de opera Maskarade, die in 1906 door het Koninklijk Deens Theater in Kopenhagen werd opgevoerd. Hij had toen al een aantal symfonieën gecomponeerd, maar met deze komische opera – een zoektocht naar vrijheid en blijdschap – leek hij zijn naam te vestigen.
Het libretto is gebaseerd op een toneelstuk van Ludvig Holberg, een achttiende-eeuwse duizendpoot die net zo belangrijk is voor de Denen als Goethe is voor de Duitsers. De intellectuele elite en de kranten waren aanvankelijk sceptisch over het project, maar omarmden het direct na de premiere. Het is nog steeds de bekendste Deense opera, maar afgezien van de Ouverture en het ballet Hanedansen wordt hij niet vaak buiten Denemarken uitgevoerd.


Symfonie Nr.3 Sinfonia Espansiva

In 1911, op het hoogtepunt van een periode waarin Nielsen werd gezien als de Deense nationale componist zoals Edvard Grieg dit voor de Noren en Jean Sibelius dit voor de Finnen was, voltooide hij zijn Sinfonia Espansiva. Anders dan andere componisten, die de volksmuziek moesten ‘ontdekken’ om die in hun werk te kunnen integreren, groeide Nielsen midden in die volkstraditie op. Het platteland, wijde velden en ritmisch gezang klinken door in zijn Derde Symfonie, maar je hoort daarin ook al de complexe en tegenstrijdige elementen die zijn volgende symfonieën domineren.


 

nielsen completeSymfonie Nr.4

Nielsens Vierde Symfonie, De Onblusbare, voltooide hij in 1916. De muziek vertoont de littekens van de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Denemarken zonder al te veel kleerscheuren uit het conflict tevoorschijn kwam, lijkt de oorlog een groot en blijvend effect op Nielsen te hebben gehad. ‘Nationale trots,’ zo schreef hij een vriend, ‘stond tot nu toe bekend als iets prijzenswaardigs en moois, maar is nu verworden tot spirituele syfilis.’
Rond dezelfde tijd liep zijn stormachtige huwelijk op de klippen. In 1914 – na 23 jaar huwelijk – dwong Nielsens vrouw, beeldhouwster Anne Marie Brodersen, een scheiding af na het ontdekken van zijn meest recente affaire. Luister naar de duellerende pauken in het laatste deel, of die symbool staan voor de oorlog of voor de conflicten dichter bij Nielsens bed zullen we nooit weten.


Symfonie Nr.5

Net zo’n slagwerk-experiment is waarschijnlijk het meest memorabele onderdeel van de Vijfde Symfonie, voltooid in 1922. Tegen het einde van het eerste van twee lange delen, krijgt de bespeler van de kleine trom de opdracht te improviseren ‘alsof hij ten koste van alles de voortgang van het orkest wil stoppen’. De muitende drummer die langzaamaan wordt opgeslokt door het orkest biedt een vreemde en opwindende luisterervaring.


Vioolconcert

Nielsens Vioolconcert (1911) is zowel uitdagend voor de solist als ingetogen, met een rustieke charme. De componist gebruikt een bekend Deens kinderliedje in het eerste deel, het werk zit ook verder vol melodie. Nielsen was, net als zijn vader, violist en speelde voor een groot deel van zijn leven Tweede Viool in het Deens Koninklijk Orkest.
Op uitnodiging van Edvard Griegs weduwe bracht Nielsen de zomer van 1911 door in het vakantiehuisje van de overleden Noorse componist in Troldhaugen, alwaar hij aan het concert begon. Hij schreef het voor zijn schoonzoon, de Hongaar Emil Telmányi, maar de succesvolle premiere werd uiteindelijk verzorgd door een andere virtuoos, Peder Møller. Samen met de Derde Symfonie – die op hetzelfde concert in premiere ging – en Maskarade is het Vioolconcert een van de hoogtepunten van Nielsens vooroorlogse periode.


Fluitconcert en Klarinetconcert

Het Fluitconcert (1926) en het Klarinetconcert (1928) komen uit een compleet andere muzikale klankwereld dan het Vioolconcert, eentje vol muzikale moderniteit. Een aantal jaar daarvoor, in 1922, kreeg Nielsen een hartaanval die hem enigszins afremde, maar ook zorgde voor een blijvende verzoening met zijn vrouw.
Deze late werken zijn harmonieus zeer avontuurlijk en qua stijl een beetje zoekende, maar ook speels en toegankelijk. Vooral in het Klarinetconcert worden de mogelijkheden van het solo-instrument ten volle benut.


bach 220Lees en luister ook