Het meesterwerk Adagio for Strings

Ogenschijnlijk had Samuel Barber een zorgeloos leven. Maar in hem verborg zich een melancholie, die hij alleen door muziek kon uiten. Onder meer in het langzame deel van zijn Eerste Strijkkwartet, dat als Adagio for Strings een eigen leven kreeg. Een schreeuw van verdriet en wanhoop die door lichaam en ziel snijdt.
De meest droevige melodie uit de muziekgeschiedenis

In Oostenrijk kon Barber zich bevrijden van zijn puriteinse wortels
Barber schreef het Adagio for Strings oorspronkelijk als het middendeel van zijn Eerste Strijkkwartet. De Amerikaan was zesentwintig jaar oud en bracht de zomer van 1936 door in Europa, in een chalet in het Oostenrijkse Sankt Wolfgang aan de oevers van het Wolfgangmeer, omringd door de Alpen. Hij verbleef daar met een andere componist – studiegenoot, vriend en geliefde – Gian Carlo Menotti. De 
Verschillende keren gingen beide jongelingen naar Europa. Daar kon Barber zich bevrijden van de puriteinse wortels van zijn geboortestad West Chester. Zijn homoseksualiteit – die hij in zijn kindertijd ontdekte – moest hij in het benauwende Pennsylvania verborgen houden. Hij groeide dan ook uit tot een ingekeerde, ietwat nukkige jongeman, die zich alleen in zijn muziek liet kennen. Hij kwam uit een welgesteld artsengezin. Zijn moeder was een amateur-pianiste. De kinderen werden vertroeteld door hun ouders en de bedienden in huis. De zondagen waren bestemd voor muziek. Samuel en zijn zus kregen pianoles en al op zijn tweede verzon hij zijn eigen melodieën achter het instrument. Zijn eerste compositie schreef hij als zevenjarige en de titel Sadness sprak boekdelen. Twee jaar later schreef hij in een wanhopige brief aan zijn moeder: ‘Ik wil je vertellen over mijn verontrustende geheim.’ Hij wilde geen football spelen, zoals de andere jongens, want hij was niet in de wieg gelegd voor de sport. ‘Ik ben voorbestemd om componist te worden, en dat zal ook gebeuren, zoveel weet ik zeker. Soms maakt het me gek als ik erover pieker.’
Verklankte Barber in zijn Adagio de wanhoop van Orpheus?

Orpheus en Euridyce, het verhaal van de zanger die op hun trouwdag zijn geliefde verliest door een slangenbeet. Hij kan zich niet neerleggen bij haar dood en gaat naar de onderwereld, waar hij met zijn muziek iedereen vermurwt. Hij mag zijn geliefde weer meenemen naar het rijk van de levenden, op voorwaarde dat hij onderweg niet omkijkt. Maar hij kan het niet laten en Euridyce sterft voor de tweede keer. ‘Wie of welke waanzin heeft zowel jou als mij ten gronde gericht, Orpheus?’ vraagt zijn geliefde. ‘Het wrede lot roept mij terug en de slaap bedekt mijn brekende ogen. Vaarwel. Ik word teruggedragen en omgeven door de onmetelijke duisternis, terwijl ik mijn krachteloze handen uitsteek – ik die niet meer van jou ben.’ Orpheus probeert nog vergeefs haar schaduw te grijpen. Zou deze mythe aan de basis hebben kunnen staan van Barbers Adagio for Strings? De noten klimmen in het begin immers aarzelend omhoog alsof iemand in het donker zijn weg zoekt, een tocht die eindigt in een wanhoopskreet, en vervolgens wegebt met enkele laatste passen naar boven: misschien Orpheus die in alle eenzaamheid de rest van de weg naar het aardoppervlak moet afleggen.
Dat hij een klassieke hit in handen had, leek Barber te beseffen. 
Aanbevolen opname
Lees en luister ook
Top 10 Componisten uit de 20e eeuw
Muziek en De dood
Top 20 Filmmuziek
Album van de week Virtuoso serie
Top 10 Strijkkwartetten
Playlist Troost





