Favorieten van Franco Fagioli

© Igor Studio

Countertenor Franco Fagioli maakte een album met zijn twaalf favoriete Händel-aria’s. ‘Soms voelt het alsof hij ze speciaal voor mij schreef.’

‘Glucks Orfeo ed Euridice is een keerpunt in de geschiedenis’

Orfeo ed Euridice van Christoph Willibald von Gluck was de eerste opera die ik in zijn geheel zag, gedurende mijn jeugd in Argentinië. Dat werk leerde me veel, niet alleen over zingen, maar ook over het fenomeen opera. Als prille twintiger verhuisde ik van het noordelijke Tucumán naar Buenos Aires, waar ik les kreeg aan de operaschool van Teatro Colón. Daar zong ik voor het eerst de fameuze aria ‘Che faro senza Euridice’, maar mijn fascinatie richtte zich op het hele stuk. Orfeo ed Euridice is tenslotte een keerpunt in de operageschiedenis. Gluck brak de macht van de zangers: niet langer stond hun ijdelheid en virtuositeit op de eerste plek, maar het verhaal en de muziek. Ik bleek de eerste countertenor van deze school. Met die stemsoort hadden ze rond de eeuwwisseling in Argentinië nog geen enkele ervaring. Ik kreeg les van een bariton. Gelukkig waren de docenten ruimdenkend. Ze leerden me wat ze kenden over met name de Italiaanse belcanto-traditie, over Rossini, Bellini en Donizetti. In tegenstelling tot hier in Europa lag de nadruk niet enkel op de barok.’


‘Door Mozarts Zauberflöte wilde ik musicus worden’

‘Mijn operadebuut was op elfjarige leeftijd, in Tucaman, als koorknaap mocht ik een van de drie Knaben uit Mozarts Die Zauberflöte zingen. Op die leeftijd kent een kind een grote gevoeligheid voor wat er om hem heen gebeurt. Dat gold ook voor mij. De magie van Die Zauberflöte deed me beslissen om muziek te willen maken, om bij die betoverende wereld te willen horen. De piano was in eerste aanleg mijn instrument, pas later kwamen het zingen en het dirigeren om de hoek kijken.’


‘Ik geloof dat Mozart altijd opera in zijn achterhoofd had’

Maar eerst was er dat machtige Twintigste Pianoconcert van Mozart. Op mijn achttiende mocht ik dat uitvoeren. De opera heeft woorden, het concert niet – in mijn ogen verzorgt de solist daarin de ondertitels bij de muzikale lijn. Alle concerten van Mozart bevatten zangerige melodieën, alsof hij componeerde met opera in zijn achterhoofd. Die stukken lijken landschappen waar vele personages dwalen. Ook de dialoog speelt een belangrijke rol in Mozarts instrumentale muziek. Diep in mijn hart geloof ik dat je op de noten van het Twintigste Pianoconcert woorden zou kunnen zetten, dat er een onzichtbaar verhaal achter schuilgaat.’


True Colors van Cindy Lauper gaat over onze inspiratie’

‘De hit uit de popmuziek die me het meest aan het hart gaat, is True Colors van Cindy Lauper. “So don’t be afraid to let them show your true colors…” Dat lied verwoordt wat de inspiratiebron van ons zangers is. Ik krijg altijd kippenvel bij het horen ervan. Als musicus staan mijn zintuigen open om zich te laten raken door welke vorm van schoonheid dan ook, of dat nu een schilderij, een beeld, een film, of een popsong is. De aria’s van Händel staan dichtbij de pop, vind ik. Ook hierin wordt één gemoedstoestand verklankt. Soms roept het zingen van een barokaria hetzelfde gevoel in mijn op als True Colors. Argentinië heeft de tango, die vooral de muziek van Buenos Aires is, de stad waar de immigranten binnenkwamen. De tango vormt een mengeling van verschillende stijlen – ook Napolitaanse liederen en opera verschijnen daarin ten tonele. Er is nog een reden waarom True Colors me treft. Wij zangers spelen met kleuren, wij schilderen met onze stem.’


‘Soms voelt het alsof Händel zijn aria’s voor mij schreef’

‘Mijn meest geliefde Händel-opera is Ariodante. Vooral de aria ‘Scherza infida’, over de pijn van een ridder die denkt dat zijn geliefde hem ontrouw is, gaat tot op het bot van de emotie. Veel van zijn aria’s voelen alsof ze speciaal voor mij geschreven zouden kunnen zijn, zoals Billy Steinberg en Tom Kelly True Colors voor Cindy Lauper maakten. Händel verlicht mijn dagen als zanger, hij nodigt me uit om diep in mezelf af te dalen. De eerste aria van hem waarmee ik als jonge zanger kennismaakte, was ‘Cara sposa’ uit de opera Rinaldo. Mijn eerste zanglerares in Tucamán, de Amerikaanse sopraan Annelise Skovmand, bracht de partituur ervan mee naar de les. Het markeerde het begin van een grote fascinatie voor Händel. Ooit zong ik ‘Scherza infida’ en kwamen tijdens het zingen spontaan de tranen. Ik besloot ze maar te laten gaan. Het huilen zit soms dichtbij de emoties die we zingen, het is oppassen dat het verdriet de keel niet dicht knijpt, maar als dat niet gebeurt, kan het huilen soms zelfs de stem helpen.’


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook