In de spotlights Rosanne Philippens

Rosanne Philippens
Rosanne Philippens © Merlijn Doomernik

Kenners voorspellen violiste Rosanne Philippens een grote toekomst. Daarom mag ze haar talent een jaar fijn slijpen op de Stradivarius, waarmee Janine Jansen anderhalf decennium lang triomfen vierde. Onlangs verscheen haar tweede album Myth, met muziek van de grillige en raadselachtige Pool Karol Szymanowski.

Uit haar viool ‘tovert Philippens een wonderwereld aan kleur’

Rosanne Philippens is een gelauwerd violiste. Ze won het Oskar Back Concours, de Kersjesprijs en de Internationale Violinwettbewerb Freiburg, om maar wat wapenfeiten te noemen. De muziekwereld kent haar, maar ook daarbuiten bleef het talent niet onopgemerkt. Ze is nog geen dertig, maar weekblad Viva zette Philippens als een van de weinige klassieke musici drie keer op de lijst van de 400 meest inspirerende vrouwen van Nederland.
Uit haar viool, vond De Volkskrant, ‘tovert Philippens een wonderwereld aan kleur’. En die kleuren komen van pas in de schilderachtige muziek van de Pool Karol Szymanowski, die haar tweede album siert. ‘Grillige noten’, zegt ze. ‘Anders dan een vioolsonate van Johannes Brahms of Franz Schubert, die een heldere structuur hebben, met een begin en einde. Szymanowski schetst hier een motief, daar een groot gebaar en roept tal van verschillende sferen op. Altijd krijg ik het gevoel dat er mysterieuze lagen onder schuilgaan. Soms is de vioolklank zo dun, dat het lijkt alsof ik aan een spinnendraad hang.’

‘Een eenzame nachtegaal in een geurige meinacht in Polen’

Tijdens zijn leven was Szymanowski (1882-1937) een gevierd componist. Daarna werd hij – op zijn Stabat Mater na – goeddeels vergeten. Jammer, want zijn Eerste Vioolconcert bezit een beeldende kracht die je in maar weinig muziek tegenkomt: het trekt als een fascinerende film aan je voorbij. Deze muziek kwam voort uit een verlangen. Met zijn goede vriend, de violist Pawel Kochanski, wilde Szymanowski ‘een nieuwe stijl’ scheppen voor de viool. Als beginpunt voor dit concert gebruikte de componist een regel uit het gedicht Meinacht van zijn landgenoot Tadeusz Micinski: ‘Het eenzame, zorgeloze en vrolijke lied van de nachtegaal in een geurige meinacht in Polen.’ Hier en daar hoor je inderdaad dat vogelgezang, maar in het mysterieuze duister maken veel meer wezens en verhalen hun opwachting. Szymanowski schept in het eendelige Eerste Vioolconcert een spanningsboog, die de luisteraar nergens loslaat: alsof je op de strijkstok van Philippens meereist naar het einde van de nacht. ‘Ik speelde het werk in Apeldoorn met het Nationaal Jeugd Orkest ’, herinnert ze zich. ‘En de zaal leek onder hypnose. Het is muziek die weliswaar door het oor binnenkomt, maar daarna in de bloedbaan zijn weg door het hele lichaam zoekt.’

‘De natuur en de muziek bezingen het leven zonder woorden, zonder oordeel’

Behalve zijn Eerste Vioolconcert schreef Szymanowski drie Mythen voor viool en piano, die Philippens opnam met pianist Julien Quentin. Daarin verklankte de componist drie gedaanteverwisselingen uit het beroemde boek Metamorfosen van de Romeinse dichter Ovidius. ‘Veel van die verhalen kende ik nog uit mijn gymnasiumtijd’, zegt ze. ‘Over de Griekse goden, schrikachtige nimfen en wonderlijke transformaties. Soms zou ik willen dat ons godsbeeld wat meer op dat van de oude Grieken leek: geen almachtig en alleswetend symbool aan wie we alles ophangen, maar goden die aan mensen doen denken met hun goede en slechte kanten. In de muziek heb je ook twee benaderingen: de Apollinische of Dionysische weg. De eerste staat boven de mensen, de tweede juist tussen hen in, je volgt het pad van het intellect en de leerstellingen of die van het gevoel en de roes. Szymanowski gaf zich over aan zijn emoties. Hij was een echte Dionysos, hield van 17-jarige jongens, niet stiekem maar in alle openheid. Hij stond in dat opzicht dichtbij de natuur. Voor mij is de natuur een wonder dat buiten ons om geboren werd en bestaat. We zijn slechts een onderdeel van die onverklaarbare schoonheid. Als het scheppingskracht van de mens betreft, denk ik dat de uitvinding van de muziek het dichtste bij die natuurervaring komt. Beide bezingen het leven zonder woorden en – misschien nog wel belangrijker – zonder oordeel. Ik vind het moeilijk dat veel mensen zo stellig zijn in hun kijk op de wereld. In mijn ogen is niets zwart of wit. Ik hou van twijfel, van de zoektocht. Dat vind ik ook het aantrekkelijke van muziek. Op die manier kom je dichter bij de kern.’

‘Villa Atma van Szymanowski stond daar met zijn glanzende houten buitenkant’

In Szymanowski’s Mythen komen tal van gevoelens en tegenstrijdigheden langs, in de ogen van de violiste. ‘Neem het verhaal van de jonge Narcissus, die verliefd wordt op zijn eigen spiegelbeeld dat hij ziet in het water. De liefde – iets moois – vernietigt hem. Soms zeggen mensen dat ik mijn stijl wat meer zou moeten polijsten. Maar deze muziek moet een scherpe rand houden. Dat is ook wat ik hoorde in de volksmuziek rond Zakopane, waar Szymanowski woonde. Hij was geboeid door het rauwe en pure van de primitieve instrumenten van bergbewoners, en hun zang.’

villa-atmaOm de componist beter te begrijpen, reisde Philippens naar het Poolse dorp Zakopane. Szymanowski’s woonhuis is inmiddels een museum. ‘Het regende op weg ernaar toe’, herinnert ze zich. ‘De steden waardoor we reden, waren lelijk en mistroostig. Maar die naargeestige sfeer loste op in Zakopane. Villa Atma van Szymanowski stond daar met zijn glanzende houten buitenkant. De kamer waar hij componeerde was knus en licht. Aan de muur hing een foto van een jonge danser op wie hij verliefd was. Ik maakte kennis met een man die gevoel bezat voor ruimte, voor elegantie, kleur en schoonheid. Ervaring leert me, dat hoe meer ik me verdiep in een componist en zijn muziek, hoe meer ik ook van mezelf kan tonen. Bij iemand die je kent, hoef je minder voorzichtig te zijn, durf je meer te geven.’

‘Elke viool kent zijn beperkingen, maar deze Stradivarius is grenzeloos’

Ze is verslaafd aan de viool. Drie jaar oud was ze, toen haar vader een mini-versie van het instrument voor haar meebracht uit Rusland. Ze stond ermee op en ging ermee naar bed. ‘Ik vind het vreselijk als ik niet kan spelen’, zegt ze. ‘Mijn dag begint met de viool, dan kan ik pas helder denken. Als ik wakker word, zijn mijn gedachten een chaos, die ik kan ordenen en relativeren door muziek te maken.’
Sinds kort ontwaakt ze ‘naast’ de Barrere Stradivarius, waarmee Janine Jansen vijftien jaar de wereld veroverde. Jansen, Coosje Wijzenbeek – die hun beiden lesgaf – en het Elise Mathilde Fonds zochten een talent ‘met grote ontwikkelingsmogelijkheden’ die pasten bij de beroemde Stradivarius. Hun keuze viel op Philippens. Spelen op de Barrere is een belevenis. ‘De wereld wordt plotseling zoveel groter’, zegt ze. ‘Elke viool kent zijn beperkingen, maar deze voelt grenzeloos. Hij volgt me in alles wat ik wil. De Barrere houdt me nergens tegen.’


aa-jansenLees en luister ook