Componist Gustav Mahler

Gustav Mahler was de laatste grote componist in de Duitse romantische traditie. ‘Een symfonie,’ zei hij, ‘moet zijn als de wereld. Hij moet alles omvatten.’
Gustav Mahler (1860-1911)
‘Ik ben’, schreef Gustav Mahler, ‘drie keer dakloos: ik ben een inwoner van Bohemen in Oostenrijk, een Oostenrijker onder Duitsers en een Jood.’ Mahlers gevoel een buitenstaander te zijn, in combinatie met een grote intelligentie en zijn uitzonderlijke talent om zijn omgeving in muziek te verklanken, maakte hem een onrustig en zeer zelfkritische kunstenaar. ‘Een symfonie,’ zei hij tegen collega-componist Jean Sibelius, ‘moet zijn als de wereld. Hij moet alles omvatten.’ Mahlers symfonieën zijn dan ook grootschalige werken met immense filosofische thema’s: liefde en haat, vreugde in het leven en angst voor de dood, de schoonheid van de natuur, onschuld en bittere ervaringen. Hij was eveneens een groot componist van liederen. In deze veel kleinere vorm distilleerde hij de essentie van de menselijke emoties en ontwikkelde en verrijkte hij zijn bijzondere melodische gaven.
Jeugd

Mahlers vader mag dan zijn vrouw hard hebben behandeld, hij erkende wel de muzikale talenten van zijn zoon en moedigde die aan. Gustav gaf zijn eerste pianorecital toen hij tien jaar oud was. Vijf jaar later werd hij meegenomen naar het conservatorium in Wenen om te spelen voor pianist en docent Julius Epstein, die de 15-jarige jongen ‘een geboren musicus’ noemde.
Jonge jaren

Zijn eerste belangrijke werken waren liederen en lied-cycli, met name Lieder eines fahrenden Gesellen (1884) en Des Knaben Wunderhorn (1888-1899). Zijn eerste vier symfonieën zijn nauw verweven met deze liederen. Soms vormt een bewerking van een Wunderhorn-lied zelfs een heel deel, zoals bijvoorbeeld in de Vierde Symfonie (1899-1900). De finale van deze Vierde Symfonie is klassiek Mahleriaans in zijn rijke dubbelzinnigheid. Teder wordt de verrukking van een kind vastgelegd, wanneer het denkt aan de hemel. Maar tegelijkertijd zinspeelt Mahler op donkere zaken onder de oppervlakte. Het thema van de bedreigde onschuld is nog krachtiger aanwezig in de van verdriet doordrenkte Kindertotenlieder (1901-1904). Mahler begon hieraan te werken in het jaar dat hij zijn toekomstige vrouw ontmoette, de mooie en getalenteerde Alma Schindler, en waarin hij zelf een ernstige bloeding maar ternauwernood overleefde.
De jaren met Alma Mahler-Werfel


Laatste jaren
De werken die Mahler schreef na het noodlottige jaar 1907, tonen een verandering in stijl en expressie. Er is meer introspectie, een zoektocht naar vrede eerder dan naar grote climaxen. Das Lied von der Erde culmineert in Oosters-geïnspireerde berusting, terwijl de Negende Symfonie lijkt weg te ebben in stilte. Mahler orkestreerde zijn Tiende Symfonie nooit volledig, maar in de jaren 1960 produceerde de Britse musicoloog Deryck Cooke een overtuigende versie die af en toe wordt gespeeld. Cooke’s werk biedt een fascinerende kijk op hoe Mahlers muziek zich zou kunnen hebben ontwikkeld als hij langer had geleefd. Mahler was gedurende zijn leven al steeds vooruitstrevender geworden in zijn benadering van harmonie, ritme en klankkleur. In zijn intens ironische gebruik van populaire muzikale elementen, in het bijzonder Weense dansmelodieën, was hij ook duidelijk zijn tijd vooruit. Het is daarom geen verrassing dat 20e-eeuwse componisten zo divers als Arnold Schönberg, Alban Berg, Aaron Copland, Dmitri Sjostakovitsj, Benjamin Britten, Hans-Werner Henze en Pierre Boulez erkennen schatplichtig te zijn aan hem.
Lees en luister ook
Focus Het Concertgebouworkest
Focus Riccardo Chailly
Sterk verhaal De hond van Bruckner
Favorieten van Alexander Rinnooy Kan
Focus Pierre Boulez
Focus De Wiener Philharmoniker



