De vergelijking Mozarts Pianoconcert nr. 23

Mozart schreef maar liefst zevenentwintig pianoconcerten. Toch kreeg hij het voor elkaar om van elk concert een muzikale parel te maken. Nummer drieëntwintig uit deze indrukwekkende reeks is veruit het meest populair. Talloze opnames zagen het licht, ieder met een eigen karakter. Deze week nemen we drie daarvan onder de loep.
Muzikaal maatwerk
Mozarts Pianoconcert nr. 23 heeft alles: een melancholische opening, een prachtig, ingetogen tweede deel en een swingende, ‘catchy’ finale. Het is dan ook een geliefd concert, dat talloze opnames en uitvoeringen kent. Maar ook ten tijde van de componist zelf was het een populair stuk muziek. Toen de jonge Mozart in 1786 net in Wenen woonde, timmerde hij flink aan de weg met deze concerten. Het publiek was er verzot op. Sterker nog, de componist verdiende met het spelen van zijn eigen pianoconcerten het grootste deel van zijn brood. Naast de maar liefst veertien klavierwerken uit deze periode schreef Mozart in dezelfde periode ook nog zijn beroemde Le Nozze di Figaro — een onwaarschijnlijke hoeveelheid muziek in zeer korte tijd. Toch kunnen we de componist niet beschuldigen van confectie. Ieder pianoconcert is maatwerk met een eigen unieke schoonheid en verhaal. Zo ook nummer drieëntwintig. Het is een uniek werk waar de componist veel verschillende eigenschappen in stopte. We maken kennis met Mozarts heroïek, met zijn tederheid, maar ook met zijn vrolijke en jolige karakter. Zo’n rijk concert biedt legio mogelijkheden tot interpretatie, zoals blijkt uit deze drie opnames.
Maurizio Pollini en de Wiener Philharmoniker

Grigory Sokolov en het Mahler Chamber Orchestra

Alfred Brendel en de Academy of St Martin in the Fields

De vergelijking
In de uitvoering van Mozarts Pianoconcert nr. 23 door Pollini voert de solist een geanimeerd gesprek met zijn mede-musici. Het is een opname voor wie van ongebreidelde en zoete expressie houdt — een vertolking die veel lijkt op die van Vladimir Ashkenazy met het Philharmonia Orchestra. Ook hier horen we een romantische versie van Mozarts klassieke werk met daarin een mooi samenspel tussen orkest en solist. Al zijn de contrasten tussen de twee hier wat sterker: spreekt de piano, dan fluistert het orkest.
Sokolovs spel is totaal anders. Dat kenmerkt zich juist door een verfrissend contrast tussen orkest en solist. De Rus schept met zijn lyrische spel rust in de woelige zee van het orkest; als een engel lijkt hij boven het geheel te zweven. Liefhebbers van deze benadering doen er goed aan ook Rudolf Serkin met het London Symphony Orchestra onder leiding van Claudio Abbado te beluisteren. Serkins zingende piano dartelt net als bij Sokolov boven een fier orkest.
Wie de meer historisch-geïnformeerde benadering van Brendel en de Academy of St Martin in the Fields verkiest, kan ook zijn hart ophalen met András Schiff en de Camerata Academica des Mozarteums Salzburg. De opname spreekt door middel van retorische, licht behapbare figuren en ook Schiff durft opschuddende contrasten te creëren. Anders dan bij Brendel is in deze versie meer aandacht voor de unieke timbres van de verschillende instrumenten. Vooral de houtblazers mogen hier schitteren.
Lees en luister ook
Album van de week Alles van Mozart
Column Peter Buwalda
Sterk verhaal Mendelssohn meets Mozart
Het meesterwerk Mozarts Requiem
Top 10 Pianoconcerten
Kijk Jussens spelen Mozart




Lees en luister ook