Favorieten van Floris Kortie

Floris Kortie
Floris Kortie © Willem Bos

Hij is de klassieke trendwatcher van het televisieprogramma Podium Witteman. Floris Kortie is altijd bezig met nieuw publiek winnen voor de klassieke muziek.

‘Ik voelde me even een solist in Sjostakovitsj Tweede Pianoconcert

shostakovichAan het Tweede Pianoconcert van Dmitri Sjostakovitsj bewaar ik mooie herinneringen. Hij schreef dat werk in 1958 als afstudeerstuk voor zijn 19-jarige zoon Maxim. Er zit een zekere eenvoud in het stuk – kennelijk was Maxim geen groot virtuoos. Vooral het langzame tweede is betoverend. Dat heb ik nog zelf gespeeld als gevolg van mijn ietwat grote mond. In een van de eerste afleveringen van Podium Witteman besprak ik het fenomeen van de Classical Karaoke. Daarbij krijgen amateurs de kans te soleren met beroepsmusici uit bijvoorbeeld het Koninklijk Concertgebouworkest. Voor iedere liefhebber – voor mij dus ook – is dat een droom. Meteen na mijn column op televisie kreeg ik een mail van die musici: “Op 18 maart is de volgende karaoke. Kunnen we je als deelnemer noteren?” Mijn geloofwaardigheid was in het geding. Ik kon natuurlijk niet zoiets aanprijzen en er dan zelf voor weglopen. Ik had ooit wel pianoles gehad, maar deed er nauwelijks meer iets aan. Het was dus zaak om meteen pianolessen te nemen. Dat langzame deel van het Tweede Pianoconcert van Sjostakovitsj moest voor mijn gevoel in die korte tijd wel te leren zijn. Ik heb me in het zweet gestudeerd. Toen de dag kwam bestierf ik het wel. Maar het was een geweldige ervaring. Ik werd begeleid door een strijkkwartet dat zich uiteraard geheel in dienst stelde van mij. Ik voelde even een echte solist. Dat was een geweldige ervaring.’


‘Mozarts Derde Vioolconcert is ultieme zondagochtendmuziek’

Het Derde Vioolconcert van Mozart is de ultieme zondagochtendmuziek. Als ik dat hoor, bekruipt me dat warme gevoel van veiligheid dat hoort bij het ouderlijk huis. Mijn zus en ik keken vroeger dan op die zondagochtenden eerst een tijdje televisie. En dan gingen we naar de woonkamer om met onze ouders te ontbijten. Daar stond dan vaak Mozarts Derde Vioolconcert op. Ik zie de cd-doos nog voor me: een soort balzaal met een geometrisch patroon op de vloer en een man in 18de-eeuws kostuum. Toentertijd vond ik die muziek een ramp. Ik hield er niet van. Maar die discussie kon ik niet winnen van mijn ouders. Mijn vader zei simpelweg: “Soms mag jij kiezen en soms ik. En nu kies ik.” Inmiddels begin ik te voldoen aan het schrikbeeld van een adolescent: ik lijk op mijn ouders. Twee of drie jaar geleden merkte ik dat ik op zondagochtend naar het Derde Vioolconcert van Mozart verlangde. Nu zet ik het regelmatig op.’


‘Als ik verdrietig ben, wil ik getroost worden met een stemmig stuk’

In de categorie tranentrekkers staat bij mij Les larmes de Jacqueline van Jacques Offenbach op één. De cello is toch het instrument dat rechtstreeks tot de ziel doordringt. Ik hou van verdrietige muziek. Sommige mensen geloven dat je naar vrolijke noten moet luisteren bij een melancholie stemming, maar dat is een misverstand. Vrolijke muziek is alleen te verteren als je zelf ook vrolijk bent. Wie verdrietig is, wil getroost worden met een stemmig stuk. Dat werkt als een medicijn, als de jenever die je opwarmt. We kennen Offenbach natuurlijk vooral als een operettecomponist, maar voordien was hij een goede cellist. De tranen van Jacqueline schreef hij voor zichzelf. Ik ben vooral dol op de uitvoering van Harriet Krijgh. Er zit iets onontkoombaars in haar spel, een ontroering waaraan ik niet kan ontsnappen.’


‘De Amerikanen keken reikhalzend uit naar nieuwe muziek’

‘Ik wil toch ook een lans breken voor de muziek van nu. In dit geval van de jonge Amerikaanse componist Andrew Norman. Afgelopen zomer was ik in de Verenigde Staten, omdat een neef van mij ging trouwen in San Francisco. We besloten er een roadtrip aan vast te plakken naar Los Angeles. Ik wilde graag het Los Angeles Philharmonic zien, met dirigent Gustavo Dudamel, in The Walt Disney Concert Hall. We vielen met de neus in de boter. Er was een festival met Amerikaanse klassieke muziek van nu. In Nederland heb je dan toch altijd het gevoel dat je tot een geheim genootschap behoort, maar in Los Angeles hingen een sfeer van: hier gebeurt het. De bomvolle zaal keek opgewonden en verwachtingsvol uit naar al die muziek die voor het eerst te horen zou zijn. De hoofdmoot van het programma waren grootheden als Philip Glass en Bryce Dessner. Maar daar ergens tussenin zat een strijkkwartet van Andrew Norman. Het is geen zondagochtendmuziek, zoals Mozart. Zijn orkestwerk Play is een hallucinante achtbaan met gewelddadige uitspattingen. Maar dat strijkkwartet kreeg het meeste applaus van alle stukken. Ik heb hem gemaild of het niet in Nederland uitgevoerd kon worden, maar hij heeft nog geen tijd om er de nodige correcties in aan te brengen voor een definitieve uitgave.’


‘De underground heeft de klassieke muziek ontdekt’

‘Het slot van Mendelssohns Vierde Symfonie, de Italiaanse, is in mijn oren het meest dansbare stuk klassieke muziek dat ik ken. Een paar jaar geleden hielden we in Amsterdam, in een grote loods, een Classical Music Rave. Oftewel een hele nacht doortrekken met een lichtshow, een goede installatie, een paar deejays – het duo Mengel & Berg – drank en drugs. Dan denk je eerst: “Dat kan niet op klassiek.” Toch waren er zeshonderd mensen op afgekomen door de stromende regen. Dus het kan wel. De underground heeft klassieke muziek ontdekt. Dat zie je ook aan de populariteit van zoiets als de Yellow Lounge.’


Favo Bodde VKLees en luister ook