Het meesterwerk Händels Messiah

mozaiek Jezus
© iStock

‘Ik geloof dat ik de hemel en God voor me heb gezien’, huilde Georg Friedrich Händel nadat hij het tweede deel van zijn Messiah voltooid had. Hoe een uitgerangeerde componist zichzelf opnieuw uitvond met een van de grootste meesterwerken uit de muziek.

Händels vijanden rukken de affiches van de muren

lka messiah hogwoodDublin is in rep en roer als in november 1741 Faulkner’s Journal de aankomst meldt van ‘the celebrated Dr. Handell’ met de packet-boat uit Holyhead. Elke dag krioelt het van nieuwsgierigen rondom de woning van de Londense componist in Abbey Street. Mensen gluren naar binnen en beweren dat hij schrijft aan een nieuw en groots werk, dat hij zal opdragen aan Ierland. Een van hen zweert zelfs tot aan zijn dood dat hij daar getuige is geweest van de geboorte van Händels Messiah.
Het moet zinsbegoocheling zijn, want het beroemdste aller oratoria beleeft in Dublin weliswaar zijn première, in april 1742, maar Händel componeert het werk de zomer ervoor in Londen. Na een paar fiasco’s in het theater trekt hij zich in februari 1741 gedesillusioneerd terug uit het openbare leven. Londen lijkt uitgekeken op Händel. Zijn Italiaanse opera’s raken uit de mode en het publiek loopt ook niet warm voor zijn oratoria Saul en Israel in Egypt. Alles lijkt tegen hem samen te spannen. De strenge winter die eind 1740 uitbreekt, houdt het publiek thuis. De vijanden die hij in de loop der jaren heeft gemaakt, intimideren bij zijn theater de bezoekers die wel de bittere kou durven te trotseren. Ze rukken daar zelfs de posters van de muren.

Alleen Jennens blijft Händel opzoeken in zijn eenzaamheid

Händel verdwijnt van de aardbodem. Als muzikaal ondernemer leeft hij op de rand van een bankroet en niemand merkt hem meer op als hij eenzaam door de straten dwaalt. Londen negeert mensen die mislukken. Händel laat de onverschilligheid van de stad gelaten over zich heen komen. Zijn beroemde uitbarstingen van woede zijn verdwenen. Het zwakke gestel verdraagt ze niet meer en het verdriet over de verstoting lijkt hem milder te maken, schrijft biograaf Newman Flower, alsof die pijn hem juist het lijden van zijn medemensen beter doet begrijpen.
Veel ‘vrienden’ laten Händel in de steek, maar één man komt hem in de maanden van eenzaamheid opzoeken: Charles Jennens. Deze telg uit een rijk geslacht schrijft enkele jaren eerder het libretto van het oratorium Saul. Hij is een excentrieke figuur, die door de Londense straten rijdt in een schitterende koets, voortgetrokken door paarden met pluimen. Achterop zit een lakei die, als zijn meester uitstapt, de stoep moet schoonvegen. Een tijdgenoot beschrijft Jennens als ‘een ijdele dwaas, tot waanzin gedreven door zijn rijkdom, die nog kritiek zou hebben op de almachtige God, als die hem zou toelaten in de hemel’. Hoe verschillend ook, Jennens en Händel delen een paar karaktertrekken: ze zijn vrijgevig, ontvlambaar en eigenzinnig.

‘Ik geloof dat ik de hemel en God voor me heb gezien’

handel-george-fridericEen paar maanden na Händels zelfgekozen ballingschap brengt Jennens de componist een nieuwe verzameling teksten uit de Bijbel, die handelen over de voorspelling van de komst van Christus, zijn geboorte, leven, sterven en opstanding. Plotseling komt de gevelde reus weer tot leven. In slechts vierentwintig dagen schrijft Händel de muziek van zijn Messiah. Als in een droom. Hij sluit zich met de teksten op in zijn kamer. Zijn bediende brengt hem zijn maaltijden, maar vindt na een paar uur het eten vaak nog onaangeroerd terug op de plek waar hij het heeft neergezet. En op de dag dat Händel het tweede deel heeft afgerond met het Hallelujah treft hij zijn meester in tranen. ‘Ik geloof dat ik de hemel en God voor me heb gezien’, roept Händel uit. Het visioen zegt iets over de gemoedstoestand van de componist en de overgave waarmee hij zich op zijn kunst werpt.
Maar Händel is in die tijd zo losgezongen van de wereld, dat hij zijn Messiah schrijft zonder een daadwerkelijke uitvoering in zijn achterhoofd. En daarin onderscheidt het stuk zich van zijn andere werken. Tot dan toe is Händel behalve componist ook een gedreven muzikaal ondernemer. Maar in deze tijd weet hij niet beter dan dat Londen zijn muziek niet meer wil horen. En na de voltooiing half september 1741 verdwijnt zijn Messiah eerst in een bureaula. Wel houdt zijn roes van inspiratie nog even aan en begint Händel een volgend oratorium over de Bijbelse krachtpatser Samson, maar dat zal hij pas een jaar later voltooien.

‘Vrouw, voor dit zijn al je zonden je vergeven’

pl handelDe componist overweegt terug te keren naar zijn Duitse geboortegrond als hij die herfst een uitnodiging krijgt om een aantal liefdadigheidsconcerten te komen spelen in Dublin. Nooit doen goede doelen een vergeefs beroep op hem, hoe penibel zijn eigen financiële toestand ook is. Händel laat Londen en het kluizenaarschap achter zich. In zijn koffer bevindt zich de Messiah.
De begeestering van de Ieren geeft Händel nieuwe levenslust. Het publiek aanbidt de man en zijn muziek. Twee dagen voor kerst 1741 brengt hij de Ieren in extase met een herneming van zijn L’Allegro, il Penseroso ed il Moderato. ‘Zonder enige ijdelheid’, schrijft hij aan Jennens, ‘de uitvoering werd bedolven onder lofprijzingen.’

De gevallen engel blijkt een godheid in Dublin. Aan de kassa is geen kaart meer te krijgen voor zijn concerten, zelfs de in Londen geflopte opera Imeneo is al vooraf uitverkocht. Op 23 maart 1742 verschijnt in Faulkner’s Journal een advertentie dat kaarthouders voor het concert van 13 april vijf dagen eerder gratis de repetitie kunnen bezoeken van een nieuw Grand Oratorio. De wereld maakt voor het eerst kennis met Händels Messiah.
Voor de première krijgen de dames het verzoek om hun hoepeljurken thuis te laten en dat geldt ook voor de zwaarden van de heren, zodat er meer mensen in de concertzaal passen. Die is overvol met zevenhonderd belangstellenden. Buiten wachten er nog honderden. De beroemde actrice Susanna Cibber steelt de show. Na het zingen van de aria He was despised, roept de predikant Patrick Delany vanuit het publiek: ‘Woman! For this thy sins be forgiven thee.’

‘Het zou me spijten als ik het publiek alleen geamuseerd heb’

De negen succesvolle maanden in Ierland herinnert Londen aan zijn verloren zoon. En bij terugkeer lijkt alle leed voorbij. Zijn oratorium Samson brengt het publiek weer massaal op de banken, ook de koning die na de voorstelling in zijn koets ‘melodieën eruit neuriet alsof het de nieuwste deuntjes uit Parijs zijn’.

Händel begint aan een tweede leven als componist. En hij besluit Londen ook zijn Messiah te laten horen. Maar die daad haalt de wonden van een oude vijandschap open. De titel Messiah op een poster zetten, vinden de kerken al een vorm van heiligschennis, maar zo’n verhaal uitvoeren in een theater is nog erger. De controverse blijft het oratorium de rest van Händels leven achtervolgen. Londen is niet rijp voor zijn Messiah. De enkele keer dat hij het programmeert, blijven de zalen leeg. De koning komt wel luisteren en is zo ontroerd door het Hallelujah, dat hij gaat staan en pas weer terug in zijn stoel zinkt als de laatste klanken ervan zijn weggestorven. Maar de predikanten schilderen Händel af als een heiden.
Zelf blijft de componist van zijn oratorium houden. Waarom de Messiah hem zo aan het hart gaat, blijkt als hij na een uitvoering een compliment krijgt van Lord Kinnoul. ‘Ik dank u voor het nobele vermaak dat u Londen schenkt’, zegt de edelman. ‘Het zou me spijten als ik het publiek alleen geamuseerd heb’, antwoordt Händel, ‘ik wil ze betere mensen maken.’


Vergelijking Brahms VKLees en luister ook