In de spotlights Yuja Wang

Yuja Wang
Yuja Wang / DG © Norbert Kniat

‘Mijn jaren in Beijing stonden in het teken van de verbeelding, van het landschap achter de noten, van de klank en een eigen visie op de muziek’, zegt de Chinese pianiste Yuja Wang. En die fantasie komt tot bloei op haar nieuwe Ravel-album.

Dictator Mao Zedong predikte ‘dood aan de cultuur’

In haar geboortejaar opent de eerste Kentucky Fried Chicken zijn deuren in Beijing. Door de straten waar ze als kind opgroeit, blaast een vrijere wind. China laat de gruwelen van de Culturele Revolutie achter zich. Voorbij zijn de jaren waarin de dictator Mao Zedong de kunsten – ook muziek – ‘vunzig’ noemt en ‘dood aan de cultuur’ predikt, de donkere tijden waarin jongeren zich verenigen in Rode Gardes, piano’s kapot slaan en verbranden als symbolen van het kapitalisme.
Van oudsher kan enkel Beethoven op sympathie van de Chinese communisten rekenen. Hij is immers ook een revolutionair. Meteen na Mao’s dood zendt de nationale radio zijn Pastorale uit. Het nieuwe tijdperk begint met Beethoven. Een decennium later, begin februari 1987, wordt Yuja Wang geboren. In de Sovjet-Unie wil Michail Gorbatsjov in die jaren het communisme een menselijker gezicht geven, maar die omslag betekent het begin van het einde voor het machtige Oostblok. China is omzichtiger. Leider Deng Xiaoping wil betere verhoudingen met het Westen, maar smoort in eigen land elke drang naar democratie. In juni 1989 eindigt een studentenprotest op het Plein van de Hemelse Vrede in een bloedbad. Dat is de historische werkelijkheid waarin Yuja Wang geboren wordt.

‘Misschien is mijn generatie zo gedreven omdat we een verlies willen goedmaken’

Haar ouders maken deel uit van de grote culturele omslag die China na de dood van Mao doormaakt. Want sport en kunst zijn middelen voor het land om uit zijn isolement te treden, om een ‘gevaarloze’ dialoog met de buitenwereld aan te gaan, waarin het zich niet altijd politiek hoeft te verantwoorden. Maar China kan daarmee ook de superioriteit van zijn ideologie benadrukken, want uitblinken in die twee disciplines blijkt prima propaganda voor het systeem. De culturele woestijn van Mao verandert in een oase.
In dat klimaat groeien Yuja Wangs ouders op, moeder Zhai Jieming als klassiek balletdanseres en vader Wang Jianguo als percussionist. Thuis hoort zij behalve Het Zwanenmeer van Tsjaikovski ook Beatles-hits. ‘Ik ben grootgebracht met westerse muziek’, zegt Wang aan de telefoon vanuit New York. Maar ze kent de verhalen over de kaalslag en verschrikkingen van de jaren zestig. ‘Luisteren naar klassieke muziek was tijdens de culturele revolutie verboden en levensgevaarlijk. Wie dat deed, manifesteerde zich als een vijand van de staat. Het moet al bijna een wonder zijn geweest dat er na de culturele revolutie nog ergens in China een gave piano te vinden was. De Rode Gardes vernielden alles wat met klassieke muziek te maken had. Gedurende mijn jeugd hoorde ik over zelfmoorden in kringen van musici en andere kunstenaars. Veel talent ging verloren in die jaren van duisternis. Misschien is onze generatie Chinese musici zo gedreven, omdat we op een of andere manier dat verlies willen goedmaken.’

Haar moeder legde de nadruk op de verbeelding, waar de dictatuur niet kon komen

Afgezien van Mao’s oprisping van cultuurhaat, zegt Wang, heeft de klassieke muziek in China van oudsher het aura van iets subliems, ‘een kunst waar wij naar opkijken en die we ons eigen willen maken’. Als driejarige begint ze thuis op de piano, maar krijgt ook les in kalligrafie en beeldende kunst. Haar moeder legt de nadruk op de kracht van de verbeelding, want in de fantasie zal ze altijd zichzelf kunnen zijn, daar kan de dictatuur niet binnendringen. Ook haar pianolerares aan het conservatorium van Beijing, Lin Yuan, neemt Wang mee naar musea om de nieuwsgierigheid te voeden en haar kijk op de wereld te verbreden. Als ze op haar veertiende naar Noord-Amerika verhuist, verbaast ze zich erover dat het westerse muziekonderwijs zoveel nadruk legt op de partituur. ‘Mijn jaren in Beijing stonden in het teken van de verbeelding, van het landschap achter de noten, van de klank en een eigen visie op de muziek. Al is er natuurlijk ook de andere kant van de Chinese scholing: de harde discipline die kinderen dwingt eerst met heel hun wezen het instrument te leren kennen, bijna als machines.’

yuja wangDie benadering komt vermoedelijk voort uit het taoïsme, dat al eeuwen verankerd zit in de Chinese levenshouding. Die filosofie vindt het belangrijk om boven de materie te staan en zo een stadium te bereiken waarin remmingen – zoals het ego – wegvallen. ‘Na het lichamelijk één worden met het instrument komt er ruimte voor emotie en fantasie. Ik geloof niet dat de partituur in steen gebeiteld staat. Zij is een benadering van wat muziek is of kan zijn. Thuis kon ik verzinken in opnamen van de Russische pianist Vladimir Horowitz, die instinctief en fantasierijk speelde. Naar hem blijf ik luisteren, omdat hij voor mijn gevoel achter de noten kan kijken en toegang heeft tot de gedachten en emoties van de componist. Dat is onze taak. Wij moeten de muziek tot leven wekken. Mahler zei eens: “Traditie is het doorgeven van de vlam, niet het vereren van de as.” Ik zie het bestaan en de muziek als een speurtocht, naar de componist, naar mezelf, naar betekenis. Ik hou ervan als een Sherlock Holmes door het leven te gaan.’

‘Ik blijf altijd zoeken naar de wereld achter de noten’

Wanneer Yuja Wang als veertienjarige uit China vertrekt om in het Canadese Calgary te studeren, probeert ze alleen in haar kamer zichzelf onder meer Engels te leren door boeken te lezen. Als een van de eerste pakt ze een biografie van de schilder Pablo Picasso, waarin ze alleen het woord ‘blauw’ herkent. En ze kijkt films. Haar liefde voor de sfeerschilderingen van camera’s en penselen werkt door in haar spel. Dat valt ook pianist en dirigent Michael Tilson Thomas op, als hij Wang voor het eerst hoort op haar zeventiende. ‘Ik werd getroffen door haar kleurrijke stijl’, zegt hij in The New York Times. ‘En ze bleek zich ook heel bewust van het karakter en de specifieke kleuren van de andere musici. Ze kan als solist spelen, maar kiest net zo gemakkelijk voor de rol van begeleider als ze merkt dat er belangrijke dingen gebeuren in het orkest. Dat is een zeldzame kwaliteit voor een virtuoos. Sommige mensen portretteren haar als de jonge en flitsende pianist, maar dat is voor mij niet wie Yuja werkelijk is.’

i-really-should-be-practicing_220x220Na een jaar Calgary vervolgt Yuja Wang haar studie aan het prestigieuze Curtis Institute in de Amerikaanse stad Philadelphia, bij pedagoog Gary Graffman, de voormalige concertpianist die zijn autobiografie de veelzeggende titel I Really Should Be Practicing geeft. De inmiddels 85-jarige Graffman verdiept zich niet alleen in de piano, maar ook in schrijven, fotografie en oosterse kunst. ‘Als vijftienjarige belandde ik bij een man die me nog veel kon leren over mijn eigen geschiedenis en cultuur. Hij gaf me de vrijheid om muzikaal mijn weg te zoeken. En zijn ogen lichtten altijd op als ik iets nieuws en onverwachts uit de partituur wist te halen, iets dat hij nog niet kende. Die blik van hem inspireert me om altijd te blijven zoeken naar de wereld achter de noten. Hij leerde me dat muziek draait om nieuwsgierigheid.’


focus-cho-horowitz-vk_220x220Lees en luister ook