Sterk verhaal ‘So you think you can sing’

Soms geloven mensen tegen alles in dat ze grote kunstenaars zijn. Dat gold ook voor de Amerikaanse diva Florence Foster Jenkins, die met haar zangtalent niet kon overleven, maar met haar rijkdom wel.

Haar voornaam was Narcissa en ze werd verliefd op haar eigen stem

Aan het einde van de 19de eeuw kende de wereld twee nachtegalen die Florence heetten. Beiden werden geboren in steenrijke gezinnen. De ene Florence Nightingale hoorde als tiener ‘de stem van God’, verzorgde gewonden in oorlogsgebieden en groeide uit tot de moeder van de verpleegkunde. De andere Florence – Foster Jenkins – werd vooral verliefd op haar eigen sopraan. En haar bijnaam Nightingale was vooral spottend bedoeld.
Muzikaal was ze wel, want Foster Jenkins viel op als pianistisch wonderkind. Ze speelde zelfs voor de Amerikaanse president. Maar haar vader wilde geen buitenlandse muziekstudie bekostigen. En dus trouwde ze al rond haar zeventiende met de arts Frank Thornton Jenkins, die er kennelijk wat ongezonde liefhebberijen op nahield, want al snel bleek hij haar te hebben besmet met syfilis. De echtgenoot verdween vervolgens uit beeld. Ze verdiende haar geld met het geven van pianoles in Philadelphia, verhuisde met haar moeder in 1900 naar New York en besloot rond die tijd ook om zangeres te worden.
Negen jaar later kwam een einde aan haar armoedige bestaan door de dood van haar vader. Plotseling was Foster Jenkins een rijke vrouw. Ze richtte een Verdi Vereniging op en begon met het organiseren van jaarlijkse muziekgala’s, overladen met kitsch. Al spoedig besloot ze ook zelf op te treden. Ze ontwierp haar eigen jurken, dikwijls lange schitterende gewaden met engelenvleugels op de rug. Bloemenkronen sierden haar kapsel. Foster Jenkins raakte in de ban van de opera- en vooral zichzelf. Haar eerste voornaam – die ze had laten vallen – was niet voor niets Narcissa. Haar recitals verkochten altijd uit, ondanks torenhoge toegangsprijzen. Deze concerten waren legendarisch en ze wisselde tijdens haar optreden op zijn minst drie keer van jurk.

Er was maar één probleem: het zingen zelf.

‘Het is hard werken om op een goede manier slecht te zingen’

De geslachtsziekte tastte waarschijnlijk ook haar werkelijkheidszin aan. Ze vergeleek zichzelf met de grote diva’s van die tijd. Op een dag toen haar taxi een botsing kreeg, gilde ze van schrik. ‘Vanaf dat moment kon ik een hogere F zingen dan daarvoor’, juichte ze. De verbijsterde taxichauffeur kreeg als beloning een doos sigaren.
Haar hoogtepunt moest komen op 25 oktober 1944. Op 76-jarige leeftijd huurde ze het beroemde concertgebouw Carnegie Hall in New York voor een publiek optreden. De kaarten waren weliswaar peperduur, maar weken van tevoren waren ze niet meer te krijgen. Niemand wilde dit missen. Niet vanwege haar vocale kwaliteiten, maar juist vanwege het gebrek eraan. Het publiek lachte haar bij elk concert uit. Ze beschouwde dat als een complot van haar concurrentes. Twee dagen na de recital in Carnegie Hall kreeg Foster Jenkins een hartaanval tijdens het winkelen. En nog geen maand later overleed ze.
Haar leven was onderwerp van meerdere toneelstukken. Niemand brandde zijn handen wijselijk aan een musical of opera. Hoofdrolspeelster Judy Kay had het al zwaar genoeg in de Broadway-productie Souvenir. ‘Het is hard werken’, zei ze, ‘om op een goede manier slecht te zingen. Want als een op een slechte manier slecht zingt, beschadig je je stem.’


Lees en luister ook