Snapshot Klassiek Viool weg

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op maandagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Viool weg

December, midden jaren 90. Ik heb het Zwanenmeer gespeeld, en rij tegen middernacht naar huis in Den Haag. Het vriest tien graden. In mijn buurt staat alles ramvol geparkeerd en na lang zoeken pers ik, een halve kilometer van mijn voordeur, mijn auto in een gaatje. Thuis ontdooi ik onder een warme douche, en val meteen in slaap.

Om acht uur ’s ochtends zit ik rechtop in bed.
Mijn viool. Hij ligt nog in de auto. Het vriest. En het deurslot is kapot.
Mijn hart staat stil, maar mijn reflexen doen het prima. Ik schiet sloffen aan, ren in mijn pyjama de wijk door, en verbeter eindelijk mijn beroerde hardlooprecord. Daar staat-ie, mijn ouwe Golf. Ik ren, ik hoop, ik bid. Mijn viool ligt gewoon op de achterbank.
Het duurt even voordat mijn adem zakt en ik terugloop naar huis. Aan bekijks geen gebrek. Dan blijkt dat ik mijn huissleutels ben vergeten. Dus sta ik in pyjama, met viool, en een grijns van oor tot oor, bij mijn buren aan te bellen.

Na een concert heb ik mijn vioolkist weleens naast de auto gezet om – daar is-ie weer – mijn sleutel te zoeken. Toen vrolijk weggereden. Mijn viool stond op de parkeerplaats. Ik kwam erachter nét voordat ik de snelweg opdraaide. De flitsende camera’s op de terugweg konden me worst wezen. De parkeerplaats was leeg. Op mijn vioolkist na, zielig, in zijn eentje.

Het is de nachtmerrie voor iedere muzikant, je instrument vergeten, of kwijtraken. Als je erachter komt stopt een seconde alle hersenactiviteit. Daarna ga je in de overdrive, je handelt met een hyperfocus. De mate van opluchting als je hoort dat-ie terecht is, is niet in woorden te vatten. Of jawel, gewoon janken.

Eén keer was het niet mijn eigen schuld. Na een verjaardagsfeestje kom ik thuis, en zie ik voetstappen in de verse sneeuw. De deur staat open, en er liggen hout- en glassplinters op de grond. Visite, maar niet van het soort waar ik blij van word. Ik registreer nauwelijks dat kastlades open staan en er overal zooi op de grond ligt, en loop meteen door naar de studeerkamer. Daar is de hoek waar mijn vioolkist stond leeg. Kaal. Niks. Nada.

Het duurde even voordat het tot me doordrong. En het duurde nog veel langer totdat alles was geregeld: verzekering, andere viool, strijkstok, kist, accessoires. Er was nog geen internet en facebook, ik stond dágenlang te bellen en te faxen. Er moest een waarschuwingsbericht uit naar viooldealers en conservatoria, en naar orkesten binnen en buiten Nederland. Hij is nooit teruggevonden.

Laatst droomde ik dat ik mijn viool in de metro in Londen kwijtraakte, en dat het de politieambtenaar niet boeide omdat-ie net lekker zat te poepen. Het moet niet gekker worden


Lees en luister ook