Album van de week Schiff speelt Schubert

In de jaren tachtig haatte pianist Andras Schiff de drang en dwang van de oude muziekgelovigen. ‘De tijd komt dat we sonates van Schubert op Graf fortepiano’s spelen’, zei hij sarcastisch. Die tijd kwam inderdaad. Ook voor Schiff. En hoe wonderlijk mooi klinkt Schubert op zijn Weense Hammerflügel uit 1820.

Mozarts fortepiano veranderde het leven van Schiff

schubert schiff‘Bekentenissen van een bekeerling’, staat er boven het verhaal van Andras Schiff in het boekje van zijn nieuwe Schubert-album. Hij schrijft erin over zijn tweeslachtige houding tegenover de profeten van de oude muziekbeweging, ruim dertig jaar geleden. ‘Ik woonde in New York, een stad waar de muziek bloeide. Het voortdurende debat tussen de puristen en hun tegenstanders was vaak vilein, als een godsdienstige woordenstrijd. Mijn eigen gevoel was verdeeld: ik was gefascineerd door de historische benadering en de trouw aan de partituur, maar ik ergerde me aan de arrogantie en het dogmatisme van de oude muziekbeweging.’
Zijn eigen ervaring in die jaren hielp ook niet mee. Schiff maakte een opname op de Broadwood van Beethoven in het Nationaal Museum van Boedapest, maar het instrument bleek niet in goede staat.

Eind jaren tachtig kreeg hij de eerste aanwijzing dat hij zich misschien teveel had vastgebeten in die eerste ongelukkige ervaring. In Salzburg probeerde Schiff voor een album de Walter fortepiano van Mozart zelf. Het was, erkent hij, ‘een gebeurtenis die mijn leven veranderde’. Plotseling klonken stukken van Mozart als kleine mini-opera’s. Plotseling ontdekte hij klanken en wendingen, die doorgaans bedolven werden onder de ‘gewelddadige’ zware bassen van de moderne vleugel.

Politieke tegenstanders dreigen met het afhakken van zijn handen

schiffNa de ontmoeting met Mozarts pianoforte begon een nieuwe ontdekkingsreis voor de man die als enig kind van twee Holocaust-overlevenden opgroeide achter het IJzeren Gordijn in Boedapest. Hij werd geboren in het jaar dat Sovjet-dictator Jozef Stalin stierf. Even roken de Hongaren de vrijheid, maar drie jaar later rolden de Russische tanks Boedapest binnen. De dictatuur regeerde opnieuw.
In 1979 vertrok Schiff uit zijn vaderland. Hij werd Oostenrijks staatsburger, en vestigde zich uiteindelijk in Florence en Londen. En hoewel De Muur als een kwart eeuw geleden viel, zal Schiff – zoals het er nu uitziet – niet meer terugkeren naar Hongarije. Want nationalisme en Jodenhaat tieren er weer welig, sinds de rechtse Fidesz-partij van premier Viktor Orbán aan de macht kwam. Zo werd in het hart van Boedapest een standbeeld opgericht voor admiraal Miklos Horthy, die in de Tweede Wereldoorlog het land onder zijn hoede nam. Hij was geen held zoals Orbán verkondigt, zegt Schiff, maar ‘een oorlogsmisdadiger, die anti-Joodse wetten uitvaardigde en de deportatie overzag van een half miljoen Joden naar de nazi-dodenkampen’. De kritiek van de pianist passeert niet ongemerkt. Schiff ontving via internet bedreigingen dat zijn tegenstanders zijn handen zullen afhakken als hij het waagt zich te vertonen in Hongarije. En dus kiest de pianist voor vrijwillige ballingschap, want politiek en muziek kun je niet loskoppelen, vindt hij. ‘Ik ben niet naïef.’

Alles bij Schubert is lied, zoals alles bij Mozart opera is

Zijn politieke bewogenheid weerhield Schiff er niet van gestaag te werken de reputatie van een groot pianist. Zijn lezingenreeks over de pianosonates van Beethoven zijn legendarisch. Ook vertolkers van Bach en Mozart profiteerden van Schiffs nauwgezette studies. Hij liet zich de afgelopen jaren kennen als een pianist met een wijze blik en een open geest. Hij kreeg nogal eens het verwijt afstandelijk te zijn. Onder meer na een Schubert-recital vier jaar geleden in het Amsterdamse Concertgebouw. Zijn nieuwe dubbelalbum straalt juist van intimiteit en warmte. Het voelt alsof je bij de pianist op schoot zit, zo dichtbij brengt hij de authentieke klanken van zijn Weense Hammerflügel uit 1820. ‘Hij heeft een tedere zachtheid en een melancholiek zangerigheid’, zegt Schiff.
Zowel het instrument als de bespeler lijken alles te kunnen verbeelden, van het speelse karakter van de Twintigste Pianosonate, de Fantasie, en de laatste vier Impromptus tot de diepe en sombere gevoelens die ten grondslag liggen aan de laatste Sonate uit Schuberts korte leven. Tenslotte is in diens werk alles lied, zoals bij Mozart in wezen alles opera is. En dat illustreert Schiff treffend op zijn fortepiano. Dat instrument is niet iedereens smaak, schrijft Schiff. ‘Maar voor wie durft te luisteren, kan een nieuwe wereld opengaan.’


pianistenLees en luister ook