Muziek en Rembrandt

Het Joodse Bruidje van Rembrandt
Het Joodse bruidje – Rembrandt Harmenszn. van Rijn / Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Het jaar 2019 is omgedoopt tot Rembrandt-jaar. Op 4 oktober 1669 – precies 350 jaar geleden – overleed de wereldberoemde kunstschilder in Amsterdam en vier dagen later werd hij begraven in de Westerkerk.

‘Rembrandt houdt steeds de ware harmonie voor ogen’

‘Ik heb een Rembrandt en een Stradivarius’, grijnsde de Britse komiek Tommy Cooper eens. ‘Maar helaas was Rembrandt een slechte vioolbouwer en kon Stradivarius niet schilderen.’ Toch hebben muziek en schilderen veel met elkaar gemeen. Beide disciplines leven bij de gratie van kleuren en contrasten, de kunst waarin Rembrandt zo’n grootmeester was. Hij verrichtte wonderen, vond zijn vakgenoot Joachim von Sandrart, ‘en houdt steeds de ware harmonie voor ogen, zonder dat een bepaalde kleur verstorend werkt en volgens de regels van het licht’.

Muziek speelt geen wezenlijke rol in Rembrandts werk. In het Rijkmuseum hangt zijn Musicerend Gezelschap, gemaakt rond zijn twintigste. Een intrigerend schilderij, dat wel, omdat het op twee manieren kan worden opgevat. Enerzijds bestaat er de indruk dat de muziek hier een eerbetoon aan God is, maar de instrumenten zouden ook deel kunnen zijn van een verleidingsspel. Ongeveer dertig jaar later maakt hij David speelt harp voor Saul. Met zijn instrument – de Bijbel spreekt over een lier – verdrijft de jongeling de kwade geest die de konings hart vergiftigt. Maar tegelijkertijd ziet de paranoïde Saul in David een vijand, die op zijn troon uit is.
Of dit schilderij uit het Haagse Mauritshuis werkelijk een Rembrandt is, daarover wordt al bijna een halve eeuw een verhit debat gevoerd. In juni keert het gerestaureerde werk – het bestaat uit liefst veertien stukken canvas – terug in het museum, met misschien het definitieve antwoord op die prangende vraag: Rembrandt of niet?
Hoe dan ook: David speelt harp voor Saul schildert de helende en troostende kracht van muziek. Met de jaloerse vorst liep het tenslotte slecht af. Händel componeerde er – zeventig jaar na Rembrandts dood – zijn magistrale oratorium Saul over.

Schilder Rembrandt en componist Van Eyck gebruikten dezelfde techniek

In samenwerking met de National Gallery in Londen – die een indrukwekkende Rembrandt-collectie bezit – verscheen er een dubbelalbum Music and Art in the Time of Rembrandt, met muziek van zijn tijdgenoten. Daar staan helaas geen Nederlanders tussen, zoals Jan Pieterszoon Sweelinck of Jacob van Eyck, terwijl die laatste in zijn fluitstukken eenzelfde techniek toepaste als Rembrandt in zijn schilderkunst. Zo temperde de kunstenaar te harde kleuren door ze te mengen, waarvoor ook de term ‘breken’ gebruikt wordt. Met de verschillende tinten kon Rembrandt ruimte suggereren.
Ook Van Eyck deed muzikaal aan een proces dat ‘breken’ heet. Hij doet hetzelfde met noten als Rembrandt met kleuren: de themanoten in zijn fluitstukken omspeelde Van Eyck in steeds kleinere notenwaarden. In schildertermen: hij gebruikt rood, maar omringt de kleur met lichtere of donkere varianten ervan, waardoor het geheel diepte krijgt, iets driedimensionaals.
Of de kunstenaars elkaar gekend hebben, is de vraag. Hun levens overlapten elkaar zo’n veertig jaar. Rembrandt groeide op in Leiden en verhuisde daarna naar Amsterdam. Van Eyck kwam uit Heusden en belandde in Utrecht. Maar er was één man die beiden goed kende: dichter en musicus Constantijn Huygens. Van Eyck droeg zijn verzameling blokfluitwerken Der Fluyten Lust-hof aan hem op. En Huygens was een van de eerste kunstkenners die het talent van Rembrandt onderkende. Misschien kende de schilder Van Eycks muziek. Andersom was niet het geval, want de componist was al vanaf zijn geboorte blind.

‘Musici schilderen hun beelden op de stilte’

De dubbel-cd van de Londense National Gallery focust op componisten uit de Noord-Duitse traditie, in de eerste helft van de zeventiende eeuw. De oudste van hen is Michael Praetorius, die stierf toen Rembrandt nog maar veertien jaar oud was. De jongste, Heinrich Ignaz Franz von Biber, overleefde de schilder drieënhalf decennium. Het is een mooie doorsnede van zo’n anderhalve eeuw muziek. Hield Rembrandt van muziek? Het is uit zijn kunst niet op te maken. Beide disciplines zijn uiteraard vergelijkbaar. Zoals de dirigent Leopold Stokowski zei: ‘Een kunstenaar schildert zijn beelden op doek. Musici schilderen hun beelden op de stilte.’
De selectie van componisten op Music and Art in the Time of Rembrandt omspant bijna anderhalve eeuw muziekgeschiedenis. En kijkend naar de componisten ben je geneigd je af te vragen wie van hen het meeste doet denken aan Rembrandt. Wie is zijn muzikale evenknie? De meesten van hen leidden heden ten dage een bestaan in de kantlijn van de historie. Hoe mooi hun muziek ook is – en dat bewijst dit album – componisten als Schein, Scheidt, Kerll en Tunder zullen maar weinig blikken van herkenning opleveren. Anders is dat met Praetorius, Schütz en Buxtehude. Geen naam op deze cd heeft in de muziek de weerklank van Rembrandt in de kunst. Biber komt misschien in de buurt, niet als het gaat om roem, maar zo eigenzinnig als de oude Rembrandt zijn penseel op het canvas zette, zo behandelde Bibers strijkstok de viool: als een virtuoos vernieuwer, grillig maar geniaal.

In de stilte of de leegte verbergt zich het geheim

Ambachtelijk was Rembrandt een bijzondere schilder, een meester van licht en donker, maar die techniek stond niet op zichzelf. De schilder vertelde er verhalen mee, drukte er gevoelens van de personages mee uit. Zijn Joodse Bruidje is van een intimiteit die in de toeschouwer van vandaag nog steeds warme emoties oproept. Rembrandt is een toonbeeld van humaniteit: hij portretteert de mens in al zijn kracht en zwakte. Verliefdheid, innerlijke strijd, zielennood – alles wat we maar kunnen voelen, dat vangt Rembrandt in zijn schilderijen, in het licht dat hij op hen werpt, of het duister waarin hij zaken of figuren hult – schimmen die we misschien eerder voelen dan zien.
De kracht van Rembrandt schuilt niet alleen in het zichtbare, zoals de kracht van muziek niet slechts zit in de noten, maar vooral in de stiltes ertussen. Daar verbergt zich het echte geheim. Als het gaat om het diep menselijke, dat Rembrandts werk zo kenmerkt, kan onder zijn muzikale tijdgenoten maar één man gelden als zijn gelijke: de Italiaan Claudio Monteverdi.


kozenaLees en luister ook