Favorieten van Mike Boddé

Mike Boddé © NTR

Cabaretier en pianist Mike Boddé is elke zondagmiddag de side-kick van Paul Witteman in het muziekprogramma Podium Witteman. Daarin verkent hij onder meer met andere musici de grenzen van klassiek, jazz en pop.

Sergei Rachmaninov – Cellosonate (1901)

weilerstein rachmaninov‘Toen ik na mijn middelbare school Chinees ging doen in Leiden, ging menige avond op aan bier en muziek bij een studiegenoot met een uitgebreide platenverzameling van jazz en klassiek. Hij liet me kennismaken met de Cellosonate van Rachmaninov. Drie klappen in één als je het mij vraagt: mijn favoriete componist op de twee instrumenten waarvan ik het meeste hou. Mijn liefde voor piano hoef ik niet uit te leggen – die speel ik – en de cello bewonder ik om zijn mooie timbre, dat zo dicht ligt bij de mannelijke stem. Dat instrument heeft zo’n ongepolijste en ruige kant, waarmee die me altijd weet te raken. Rachmaninov ken ik vanuit mijn kindertijd, want mijn vader was weg van zijn muziek. Ik herinner me dat we thuis een plaat hadden met zijn Tweede Pianoconcert door de Engelse pianiste Moura Lympany en dirigent Malcolm Sargent. Daar luisterde ik elk weekend naar. Hij is de componist van grote stemmingswisselingen en contrasten, vaak binnen één muzikale zin. Dat hoor je ook in de Cellosonate. De opname van cellist Lynn Harrell en pianist Vladimir Ashkenazy ligt me het dichtst aan het hart. Die gaan tot het gaatje.’


György Ligeti – Hungarian Rock (1978)

ligeti 220‘Dit is een volkomen geflipt stuk muziek, dat Ligeti schreef voor de klaveciniste Elisabeth Chojnacka. Ik zag het haar uitvoeren. Een kleine vrouw in een leren broek, met een grote bos haar en naaldhakken kwam het podium op en speelde het klavecimbel zowat aan flarden. Het werkte op mijn lachspieren, dat zo’n bescheiden en verfijnd instrument zulke wilde muziek kon voortbrengen. Op het conservatorium stond deze Hungarian Rock op het lesprogramma als voorbeeld van een chaconne, een barokvorm waarin eindeloos gevarieerd wordt op een zich herhalende baslijn. Ligeti is een van de meest humoristische componisten die ik ken. Zo schreef hij behalve die Hungarian Rock ook een pianostuk voor één noot en een werk voor honderd metronomen. Heel geestig.’


Igor Stravinsky – Pulcinella Suite (1920)

lka pulcinella‘Deze muziek sprak me aan, omdat Stravinsky zich daartoe liet inspireren door de Nederlandse componist Unico Wilhelm van Wassenaer. De suite kent veel verschillende sferen: intens droevig, statig, maar ook lieflijk en geestig. Ik hou van de grilligheid die erin zit. Ik ben eigenlijk altijd op zoek naar grappige stukken, omdat humor niet erg dik gezaaid lijkt in de klassieke muziek. In dat opzicht kom ik bij Stravinsky volledig aan mijn trekken. Hij stapelt met regelmaat gekke akkoorden en ritmes op elkaar die me enorm aan het lachen brengen.’


Johann Sebastian Bach – Goldbergvariaties (1741)

bach 220‘Voor mij zijn de Goldbergvariaties de Himalaya van de piano, de hoogste berg die je als pianist kunt beklimmen, de mooiste verzameling contrapuntstukken die er bestaat. Ik heb er de afgelopen jaren enorm veel op zitten improviseren. Ik heb er ook een lied over gemaakt.
Ik leerde het werk kennen tijdens een vakantie in Italië. Op mijn negentiende ontmoette ik daar een mooi Nederlands meisje. We voelden ons enorm tot elkaar aangetrokken, maar zij was nog maar vijftien. Dat kon dus niet. Als aandenken gaf ze me een cassette met aria’s door Maria Callas en Bachs Goldbergvariaties, de laatste opname ervan door Glenn Gould.
Ik bleef contact houden met haar door de jaren heen. En toen ik vijfentwintig was en zij twintig kregen we een korte verhouding. Maar die liefde hield geen stand. De liefde voor de Goldbergvariaties wel.’


Otto Ketting – The Light of the Sun (1978)

‘Dit werk voor sopraan en orkest schreef Ketting voor de opening van de concertzaal Vredenburg, eind jaren zeventig. Het was een van de eerste stukken moderne muziek waar ik iets mee kon. De harmonieën zijn prachtig en de teksten zijn – begreep ik – vertalingen van grafschriften uit tombes van Egyptische farao’s. Ik kreeg bij die muziek dus meteen een beeld voor ogen van de zinderende hitte in de woestijn, van sfinxen, piramides en andere resten uit de oudheid. Mede door Ketting ontdekte ik dat atonale muziek soms beter het ruige, meedogenloze en grimmige karakter van de wereld om ons heen kan verklanken.’


pl-jazz-in-klassiek-vk_220x220Lees en luister ook