In de spotlights Lisa Batiashvili

Lisa Batiashvili met armen wijd
Lisa Batiashvili © Sammy Hart / DG

Ze kwam, musiceerde en overwon. De Georgische violiste Lisa Batiashvili veroverde Nederland.

‘Muziek staat wat mij betreft voor vrijheid’

Batiashvili liet zichzelf van twee verschillende kanten zien. Het Prinsengrachtconcert in de zomerse Amsterdamse buitenlucht was ontwapenend, maar ontroerde ook toen ze haar bewerking van Bachs aria Erbarme Dich uit de Matthäus-Passion opdroeg aan de slachtoffers van de vliegramp met de MH17 boven de Oekraïne. Twee weken later scherpte ze haar statement verder aan, tijdens het Gergiev Festival, dat in het teken stond van de Eerste Wereldoorlog. Na haar concert met dirigent en Poetin-aanhanger Valery Gergiev verraste ze het publiek met de toegift Requiem voor de Oekraïne van haar landgenoot Igor Loboda. Want vrijheid is een sleutelwoord in haar leven en muziek. ‘Ik groeide op in een Georgië, dat net als de Oekraïne nu, met Russische intimidatie te maken kreeg, nadat het onafhankelijk werd. Ik was een jaar of twaalf en het hele land ademde de sfeer van de burgeroorlog. In die tijd verhuisde ons gezin daarom naar Duitsland. Muziek staat in mijn ogen voor vrijheid, en moet dus in dit soort gevallen niet zwijgen.’

‘In mijn verbeelding hoor ik nog altijd het kwartet van mijn vader’

Muziek was er altijd in huize Batiashvili. Haar moeder was pianiste, haar vader violist. Hij gaf les aan huis en studeerde er altijd met zijn strijkkwartet. En de eerste werken die zich in het geheugen van de kleine Lisa verankerden, waren de vioolconcerten van Bach en Mozart. En eindeloos veel strijkkwartetten. ‘Voor mij is dat nog altijd de meest volmaakt klinkende groep instrumenten’, zegt ze. ‘Je hoort elke stem in de muziek. In mijn verbeelding vangt mijn oor altijd de klank van die vier strijkers op, van het kwartet van mijn vader. Helaas biedt de combinatie van een solistenloopbaan met een gezin geen ruimte voor het spelen in een strijkkwartet. Misschien later. De aantrekkingskracht blijft. Nergens lijk je dieper in muziek te kunnen duiken dan in dat repertoire.’


Dmitri Sjostakovitsj – Strijkkwartet Nr.2 in A gr.t., Op.68: Recitative en Romance
Georgian State String Quartet
Konstantine Vardeli – eerste viool, Tamaz Batiashvili – tweede viool
Nodar Jhvania – altviool, Otar Chubinishvili – cello

‘Nu krijgen we de vrijheid onszelf te zoeken in de muziek‘

Batiashvili noemt zichzelf een kind – en musicus – van twee culturen. Oost en West komen in haar samen. ‘De Russische vioolschool, waarin ik in eerste instantie opgroeide, kent een strak systeem, waarin de nadruk bij kinderen ligt op toon, techniek en dagelijkse discipline. In Europa ontbreekt zoiets vaak. Toen ik op mijn twaalfde naar Europa kwam, zat het instrument in mijn vingers, in mijn lijf, was ik er één mee. In Duitsland kon ik me richten op het vinden van een eigen stem. Ik denk dat dat ook het onderscheid is met vroegere violisten. Velen daarvan maakten deel uit van een school: Russisch, Frans, Italiaans – je hoorde het. Nu zijn violisten wereldburgers, niet meer aan naties gebonden. Nu krijgen we de vrijheid onszelf te zoeken in de muziek.’

‘Stradivari’s gedragen zich doorgaans meer als diva’s’

Die eigen stem ontwikkelde Batiashvili, met haar instrument. ‘Violen’, zegt ze, ‘zijn eigenzinnige karakters. Je moet een relatie met ze aangaan. Het instrument vormt de spiegel van mijn hart en ziel. In zekere zin moet het instrument deel van mij worden, en ik op mijn beurt deel van het instrument. Soms kun je na verloop van tijd op elkaar uitgeluisterd raken – in dat geval voel, hoor en verbeeld ik me een andere klank dan mijn viool voortbrengt. Dan wordt het tijd een nieuw instrument te kiezen. Het verbaast me soms hoe verschillend de karakters kunnen zijn van violen – zoals Stradivari’s – van dezelfde maker. Kort door de bocht gedragen Stradivari’s zich wat meer als diva’s en klinken ze engelachtig. Guarneri’s daarentegen zijn aards en geneigd om met je mee te bewegen.’


janineLees en luister ook