Column Joram Lürsen

Gijs Scholten van Aschat als vioolbouwer Vedder in Publieke Werken
Gijs Scholten van Aschat als vioolbouwer Vedder in Publieke Werken. Fotograaf: Anouck Wolf

Joram Lürsen regisseerde Publieke Werken, de verfilming van de historische roman van Thomas Rosenboom. Vanaf 10 december is deze te zien in de bioscoop. Voor Sinfini Music schreef hij over zijn grote wens om de muziek van Janine Jansen onderdeel van dit epos te laten uitmaken.

Janine

 

joram-met-snor‘Je gaat toch niet vertellen dat je zelf ook viool hebt gespeeld?’
Hij zegt het alsof ik vandaag alles zou kunnen verprutsen wat we zo zorgvuldig hebben opgebouwd. Frans van Gestel, producent van de door mij geregisseerde film Publieke Werken, zit tegenover me in de intercity naar Utrecht. We gaan Janine Jansen ontmoeten en haar overhalen haar vioolspel te laten klinken in onze film. Een heel goed plan in onze ogen, maar zij is een wereldster en we hebben de documentaire over haar gezien waarin ze als perfectionist overkomt en een zeer gevoelig iemand lijkt te zijn. We zijn best een beetje gespannen over de ontmoeting.
Dat zit zo.

In vorige films hadden we bekende Nederlandse bands gevraagd een titelsong te schrijven voor onze films. Bløf maakte Alles is Liefde voor de gelijknamige film, Racoon het mooie Oceaan voor Alles is Familie en in de laatste film, Bloedlink, hadden we zelfs een song van de rockband Kensington.

Maar wat te doen met een historisch drama als Publieke Werken? De verfilming van de roman van Thomas Rosenboom, een moderne klassieker over het wel en wee van de twee neven Vedder en Anijs? Vioolbouwer Vedder in Amsterdam denkt veel geld te gaan verdienen met het verkopen van zijn huis aan de projectontwikkelaars Ebert en Henkenhaf. De neven willen dat geld gaan investeren. Een sociale belegging, zoals zij het noemen. Ze willen de reis naar Amerika van een hele turfstekersgemeenschap waar de apotheker Anijs zich over heeft ontfermt voorfinancieren. Maar dan moet wel eerst dat huis worden verkocht. Prachtig, monumentaal drama dat zich afspeelt in 1888. Daar past natuurlijk geen modern popliedje bij.
We zochten naar iets klassieks, iets Nederlands, iets van grote international allure, iets met veel gevoel. Het hoofdpersonage is ook nog eens vioolbouwer. En zo kwamen we heel natuurlijk uit bij Janine Jansen. Wereldster en gewoon Nederlands. We belden haar platenlabel, Universal Music. Zo werkt dat. Er kwam een afspraak met de man die haar vertegenwoordigt.

janine jansen bruchOoit zag en hoorde ik Janine in het Concertgebouw het Eerste Vioolconcert van Max Bruch spelen. Ik was diep geraakt en vooral de toon en expressie van haar spel maakte het een onvergetelijk concert. Voor de film Publieke Werken wilde ik heel graag een ander stuk van Bruch laten klinken, namelijk het Tweede Vioolconcert. Dat is zo mooi en lyrisch. Maar dat bleek niet te kunnen. ‘Een violist speelt stukken die in het repertoire zitten en anders niks. Als je persé dat stuk wilt, hebben we nog wel andere violisten in de aanbieding.’ Een hele stapel CD’s kwam mijn kant op. Ik beluisterde ze onderweg naar Budapest waar ik zou gaan filmen voor Publieke Werken. In de auto, een rit van 16 uur. Alle CD’s gehoord. Maar geen enkele uitvoerder bleek mijn hart te raken. Ik bleef bij mijn wens, Janine en anders niet.

We bereidden ons voor op een lange en zware draaiperiode met veel grote decors, grote acteurs (in de belangrijkste rollen Gijs Scholten van Asschat, Rifka Lodeizen en Jacob Derwig) en een prachtig historisch meeslepend verhaal. Met één scene die zich in het Concertgebouw afspeelt. De architecten van het nieuw te bouwen Victoria Hotel zitten tussen de welgestelde Amsterdammers te kijken en luisteren naar muziek terwijl de vioolbouwer aan een viool werkt, de arme turfstekers op het schrale Drentse land ploeteren en de apotheker in conflict raakt met zijn vrouw over zijn ongeoorloofde medische hulp aan die arme mensen op het veld. Een sequentie in de film waar de klassieke muziek onder door blijft klinken. De vraag was alleen nog maar, welke muziek?

janine brahms bartokDan komt er goed nieuws. Janine Jansen gaat een nieuwe CD opnemen, in Rome, met het Orchestra dell’Accademia Nationale di Santa Cecilia onder leiding van Antonio Pappano. Ze nemen het Vioolconcert van Brahms op. Zal einde van het jaar verschijnen. Is dat niet iets?
Ik beluister avonden lang in mijn hotel te Budapest hetzelfde concert dat Janine jaren eerder heeft gespeeld met het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink. Prachtig! Maar welk stuk zullen we nemen. Het zijn drie delen die bij elkaar bijna een veertig minuten duren. Ik probeer van alles uit. Sommige scene’s van de sequentie zijn al opgenomen. Niks past eigenlijk echt heel goed. De viool is lyrisch maar dominant. Ik laat in Nederland door de editor verschillende versies van de montage maken, maar de accenten liggen steeds net niet lekker. De productie en mijn regieassistent willen weten welk stuk van de muziek moet worden voorbereid door het orkest en de solist die het moeten gaan playbacken. We moeten het binnenkort gaan filmen. Terwijl de CD pas over een half jaar wordt opgenomen.

Ik ontmoet drie mogelijke solisten. De eerste kan prachtig zigeunermuziek spelen maar heeft nog nooit iets van bladmuziek gespeeld. Hij valt af. De tweede is metrobestuurder en blijkt helemaal niet te kunnen omdat hij nachtdienst heeft op lijn 3 wanneer we gaan filmen. De laatste is een zwaarlijvige vriendelijke reus, de eerste violist van het al geselecteerde playbackorkest. Hij knikt geestdriftig als de tolk hem namens mij vraagt of hij het Vioolconcert van Brahms kent. Ik laat de openingsminuten horen van Janine. Hij gebaart dat het geen probleem is. ‘Peace of cake’, zegt de tolk.
Ik besluit, met het productionele mes op de keel, de opening van de soloviool uit het eerste deel te nemen en stel daarmee de beslissing hoe we het onder de andere scene’s zetten uit tot in de montage.

Janine Jansen TchaikovskyWe lopen het Utrecht Centraal uit. Richting Tivoli. Daar zal de afspraak met de grote violiste plaatsvinden. Het is inmiddels december. Janine zal die avond Tchaikovsky spelen in haar geliefde Utrecht. Ik vraag aan Frans hoe we het moeten aanpakken. Of we moeten benadrukken dat niet het hele stuk in de film komt. Frans zegt, dat we dat maar beter een beetje in het midden kunnen laten. Ik vraag me af of Janine al weet dat we het inmiddels al hebben opgenomen, de scene met het vioolspel. Op basis van een oude opname. Dat ik me dus zorgen maak dat ze het opeens in een heel ander tempo gaat spelen. En dat het in de film vertolkt wordt door een dikke Hongaarse man. Frans verzekert me dat we het gewoon eerst moeten hebben over de film en over het stuk. Dat we niet moeten praten over wie er in beeld komt als haar muziek klinkt. Dat het gaat om muziek onder de film, dat wij haar bewonderen en of ze het goed vindt dat we haar muziek zouden gebruiken. Niks over dikke Hongaren en synchroniteit van het vioolspel. En laten we in het midden houden of we de film al hebben opgenomen, adviseert hij. Gewoon niet over hebben en een beetje leuk kennismaken. Ik probeer in mijn hoofd te prenten wat ik vooral niet moet zeggen en wat ik allemaal in het midden moet laten. En ik denk aan de nacht dat we de scene opnamen.
cgbHet is rond middernacht in een oud museum in Budapest, waar we nog een andere scene moeten draaien. Het duurt twee uur voordat we kunnen filmen, er moet lang worden uitgelicht. Het orkest moet steeds dichter op elkaar gaan zitten, omdat ze anders buiten het groene scherm vallen. Door die schermen kunnen we de goede achtergrond van het echte Concertgebouw er nog achter plaatsen. De solist loopt zelfverzekerd grapjes te maken met de orkestleden. Het zijn alleen maar mannen, maar dat past wel in de negentiende eeuw. Het Concertgebouworkest bestond in die tijd ook alleen uit mannen heb ik wel eens op een oude foto gezien.
We kunnen beginnen. Geluidsman Kees start voor het eerst de Janine-tape en daar klinkt de prachtige opening van het beroemde concert. De dirigent zwaait met zijn baton, het orkest zet in, gedecideerd en synchroon. De violist in zwart rokkostuum staat geconcentreerd te wachten, viool in de aanslag. Hij heft zijn hand met de strijkstok erin en laat hem theatraal vallen op de viool. Ik sta er op grote afstand naar te kijken en zie iets vreemds. Ik kijk naar mijn monitor en nog eens naar de man die op ruime afstand staat te spelen met grote gebaren. We nemen het eerst vrij ruim en van grote afstand op. Het is alweer klaar, de minuut die ze hebben ingestudeerd is voorbij. Ik roep stop. Er klopt iets niet, maar ik weet niet precies wat het is. Ik laat het shot nogmaals opnemen en kijk er nog eens goed naar. Ik breek het af. Ik kan het niet goed zien en vraag het orkest of ze het nog een keer willen spelen zonder camera. Ik loop heel dicht naar het podium en als de violist inzet zie ik het. Zijn stok zwabbert doelloos over de snaren, als op glad ijs. Het is net of hij de elementaire kennis van de strijktechniek niet onder de knie heeft. Verder doet zijn linkerhand waar hij de snaren mee indrukt slechts een vage poging het snelle en lastige stuk te volgen. We hebben een probleem.
jansen-kistJanine geeft een zachte vriendelijke hand, dat is fijn. Ze drinkt muntthee en zit er ontspannen bij. Ik heb, vanwege een wonderlijke onderlinge afspraak met alle mannen van de crew, een grote snor laten staan. Omdat we in Nederland nog wat moeten opnemen, heb ik hem er nog niet afgehaald. Ik zie haar kijken en ze glimlacht. Lief maar ook een beetje spottend. Of beeld ik me dat maar in? Haar viool staat achteloos naast haar geparkeerd. Met van die hengsels aan de koffer, zodat je hem op je rug kunt dragen. Ik vraag of dat de Stradivarius is en ze beaamt het. Ze is er net mee op de fiets door het drukke Utrechtse spitsverkeer naar Tivoli gereden. Ik vertel, dat ik vroeger ook viool heb gespeeld en op een traumatische dag mijn viool na een les op de kermis ben verloren. Ik had hem even op een brievenbus geparkeerd, toen ik een ritje in de botsauto’s ging maken. Ik zie Frans naast me nerveus met zijn ogen knipperen.

‘Heb je die stok wel goed geharst?’, vraag ik de violist. De eerste violist spreekt Engels. Hij vertaalt, ‘gyanta’ blijkt het woord voor hars te zijn. Het antwoord kan ik raden. Nee, hij heeft hem juist extra vet gemaakt, zodat de klank van zijn eigen spel hem niet afleidt. Een wonderlijk idee. Het helpt wellicht de violist om zich beter te concentreren op het geluid van de opname van Janine, maar het ziet er niet uit. Zijn stok zwabbert alle kanten op. Zwabberen is ‘feltörlö’, hoor ik. Ik stel voor dat hij de stok van de eerste violist van het orkest gebruikt en kijk of dat helpt.
Na vijf uur en heel veel instellingen filmen en stukjes goed terugkijken besluiten we er mee te stoppen. Ik los het wel op in de montage, denk ik.

Janine is benieuwd welk stuk van het concert we zouden willen gaan gebruiken. Frans houdt een lang betoog over keuzes die we nog moeten gaan maken. Dat het vooral om de sfeer gaat. En het stuk kan in elk geval onder de aftiteling en die wordt vast heel lang. Er zijn zoveel mensen bij zo’n film betrokken. Ik haak in met mijn constatering dat bij het filmen de meeste Hongaarse mannen het moeten doen met een selecte keuze uit maar een paar voornamen. Zo hadden we op de set een paar Zoltan’s, of Zolly’s, of Zolt’s. Twee grippers (de mensen die de camerabewegingen verzorgen) heetten Pistie en er waren ook een aantal Arpad’s of Arpie’s bij de opnamen in het enorme studiocomplex vlak buiten Budapest.
concert-september-janine-vk_220x220‘Opnamen? Hebben jullie dan al opgenomen?’, vraagt Janine verbaasd. ‘Ja, maar nog niet alles hoor!’, hoor ik mezelf naar waarheid zeggen. Ik leg uit, dat we een deel in Hongarije opnemen en een deel in Nederland. Ik vraag haar snel over haar opnamen, hoe ze selecteert welke take gebruikt wordt voor de CD. Ze legt me uit, dat ze het concert een aantal keer gaat opnemen in Rome. Dat ze daarna thuis uitgebreid gaat luisteren en selecteren. Dat ze niet meer alleen maar streeft naar perfectie, maar ook heel erg zoekt naar emotie. De emotie van het moment met het orkest samen. Eindelijk kan ik haar vertellen dat ik haar al een paar keer live heb horen spelen en dat ik juist dat zo aan haar bewonder. Haar overdonderende passie die, gecombineerd met een fluwele techniek en gedurfde dynamiek haar spel zo uniek en emotioneel maakt. Dat ik dat zo graag in onze film wil laten horen. Dat ik niet zou weten wie ik dat anders zou kunnen vragen. Dat ik mijn rechterarm zou willen afstaan voor het gebruik van haar klanken in Publieke Werken. Dat laatste zeg ik niet echt, maar ik stond op het punt het te doen toen Frans me onderbrak en zei dat we toch nodig weer naar Amsterdam moesten en of Janine niet al bijna moest gaan optreden.
We schudden nog maar eens die zachte en magische hand en vertrokken, haar veel succes wensend met het optreden die avond en vooral met de opnamen van de CD. Zij wenste mij succes met de opnamen in het Concertgebouw. Ze was benieuwd wie haar stand-in zou worden. Ik beloofde haar een zorgvuldige keuze daarin. We verlaten Tivoli. ‘Appeltje eitje’ zegt Frans, buiten gehoorsafstand. Ik heb kriebel onder mijn snor.

Inmiddels is de film af. Het Brahms Vioolconcert van Janine Jansen zit onder een paar scene’s van de film en het einde van het eerste deel klinkt lang door onder de aftiteling. Alles past perfect. Het is net of de violist in beeld het stuk zelf speelt en ik ben reuze trots op het eindresultaat. We zijn op 30 november in het Koninklijk Concertgebouw in premiere gegaan en draaien vanaf 10 december in het hele land in de bioscoop. En…we hebben de grootste ster van de Nederlandse klassieke muziek van dit moment voor de ‘titelsong’ van Publieke Werken!

Joram Lürsen


janine-pappano-vk_220x220Lees en luister ook