Focus Buxtehude in de Marienkirche

Lübeck, Rathaus und Marienkirche. M. Hauttmann, 1880

In 1668, nu precies 350 jaar geleden, werd Dietrich Buxtehude aangesteld als organist van de Marienkirche in Lübeck, Noord-Duitsland. Het is misschien een wat onbekende componist en lijkt een niet zo belangwekkende gebeurtenis, maar deze benoeming zou zijn weerslag op de muziekgeschiedenis hebben.

Een stad en een kerk

In Lübeck staat een trotse kerk met twee opvallende torens. Ze steken scherp af bij de rest van de Duitse stad die, hoewel ook bijzonder op haar eigen manier, de skyline toch echt aan de groene spitsen te danken heeft. Het architectonische hoogtepunt – prijkend op de lijst van werelderfgoed – verbeeldt de macht en pracht van Lübeck uit de zeventiende eeuw: een rijk, maar vooral ook trots handelscentrum en de hoofdstad van het machtige Hanze-verbond. Maar niet alleen de buitenkant van de Marienkirche was magnifiek, ook wat er binnenin gebeurde, weerspiegelde de welvarendheid. Het was een cultureel rijke plek waar niet alleen tijdens de eredienst muziek klonk. Door de indrukwekkende evenementen kreeg de kerk al snel ook als concertzaal naam. De positie van stadsorganist was daarmee logischerwijs een belangrijke, prestigieuze en gewilde baan. Die eer viel in 1668, een kleine 350 jaar geleden, Dietrich Buxtehude te beurt. Buxtehude moest daarvoor niet alleen zijn ongeëvenaarde kunsten als organist laten zien, om de positie als stadsorganist te bemachtigen moest hij ook de dochter van zijn voorganger Franz Tunder trouwen. Dat was het gebruik.

Meester der klavieren

Een dienst bijwonen in de Marienkirche rond de tijd van Buxtehude moet een waar spektakel zijn geweest. Voorafgaand aan, en tussen de verschillende delen van de mis door, trakteerde de kerkorganist de gemeente op zijn briljante spel. Regelmatig klonk er een Praeludium of een Toccata, vrije muziekvormen waarin de bespeler zijn kunnen demonstreerde. Voor Buxtehude het ideale vehikel om zijn befaamde virtuoze vinger- en voetenwerk en improvisatietalent te laten blijken. Maar Buxtehude was ook een meester in het schrijven en spelen van Fuga’s en Passacaglia’s. Zo beroemd was Buxtehude’s spel, zijn muzikale intellect en zijn beheersing van het instrument, dat men van heinde en verre kwam om naar hem te luisteren. Zo ook een een jonge componist wiens naam en faam die van zijn ‘leermeester’ uiteindelijk verre zouden overtreffen.

Het reizen waard

Johann Sebastian Bach reisde – volgens het verhaal meer dan tweehonderd kilometer te voet! – naar Lübeck om Buxtehude te horen. De twintigjarige componist zou zelfs voor Buxtehude gespeeld hebben, die vervolgens zo onder de indruk was dat hij Bach zijn baan aanbood. Hij hoefde alleen maar – naar traditioneel gebruik – met Buxtehude’s dochter te trouwen. Bach sloeg het aanbod beleefd af. Deed hij dit vanwege de al dertig jaar oude dochter? Wel hadden Buxtehude’s spel en stijl grote invloed op Bach. Luister naar een van Bachs toccata’s of fuga’s en de gelijkenis tussen de twee organisten blijkt meteen. Buxtehude’s echo is in deze orgelwerken duidelijk te horen. Minder bekend is dat ook Georg Friedrich Händel de Marienkirche bezocht om de fenomenale kerkorganist in levende lijve te bewonderen en te bestuderen. Ook hij kreeg hetzelfde aanbod als Bach, maar bedankte voor de eer. De reden laat zich raden.

Vergeten

En zo bereikte Bach noch Händel – nu twee van de bekendste barokcomponisten – de positie van stadsorganist van het mooie orgel van de befaamde en prestigieuze Marienkirche. Bach was tijdens zijn leven vrij onbekend, maar groeide na zijn dood uit tot een soort oppergod, Zeus. Ook Händel beklom, al tijdens zijn leven, de muzikale Olympus. Uiteindelijk trouwde Schieferdecker met Buxtehude’s dochter en ‘erfde’ zo de positie in de Marienkirche. Wie? Ook Johann Christian Schieferdecker is, net als Buxtehude en Tunder, grotendeels vergeten. De Marienkirche lijkt niet alleen de skyline van de stad te domineren, maar ook als een Kronos haar kinderen in te slikken. Zou Bach en Händel het zelfde lot getroffen hebben wanneer ze de positie hadden vervuld? We zullen het nooit weten. In ieder geval blijft 1668 in de muziekgeschiedenis een wat onbekend jaartal. Een jaartal dat samen met Buxtehude’s faam na zijn dood is vergeten, maar voortleeft in de muziek die er op volgde.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook