Favorieten van Marco Riaskoff

Marco Riaskoff © Peter Boer

Al dertig jaar haalt Marco Riaskoff de beste klavierleeuwen naar Amsterdam voor zijn serie Meesterpianisten. Komende zondag is er een feestconcert met als rode draad de Russische School. ‘Niemand kan die mysterieuze Russische ziel beschrijven, maar in de muziek herken je hem meteen.’ Verwondering en ontroering strijden om voorrang in de vijf favorieten van Marco Riaskoff.

‘Ik wilde thuis de hele dag alleen maar dansen’

lka tchaikovsky‘Mijn eerste ervaring met klassieke muziek mag niet ontbreken’, zegt Riaskoff. ‘Als kind woonde ik met mijn ouders en tante – die een soort oma voor mij was – in de Uruguayaanse hoofdstad Montevideo. Begin jaren vijftig, zo rond mijn vijfde, namen mijn moeder en tante me mee naar een dansvoorstelling van het Ballets du Marquis de Cuevas, een voortzetting van het beroemde en beruchte Ballets Russes van Sergei Diaghilev. We zagen Les Présages van de choreograaf Leonide Massine, op muziek uit de Vijfde Symfonie van Tsjaikovski. Die confrontatie met muziek en ballet op één avond begeesterde me. Ik wilde daarna thuis de hele dag alleen maar dansen. Mijn moeder wilde niet dat ik balletdanser zou worden in Zuid-Amerika. Want het machismo beheerste destijds nog de samenleving. Nu is dat minder en komen er fantastische dansers uit Argentinië. Later, hier in Nederland, keerde de hartstocht terug. Ik mis bijna geen voorstelling van Het Nationale Ballet. Mijn liefde voor dans is net zo krachtig als die voor de muziek. Wanneer ik de Vijfde Symfonie van Tsjaikovski ergens hoor, krijg ik spontaan kippenvel.’


‘Bij Schubert voel ik het leven, het mens-zijn’

lka amadeus schubert kwintet‘Gedurende mijn jonge jaren speelden het Amadeus Quartet en cellist William Pleeth op een avond het Strijkkwintet van Franz Schubert. In het geborgen schemerdonker van de Concertgebouwloge luisterde ik naar het Adagio. De tranen stroomden over mijn wangen. Het was alsof een mens me een verhaal vertelde over alles wat het leven betekent: lijden, wanhoop, verstilling, eenzaamheid, maar ook de zon die zo nu en dan door de wolken breekt. Die tegenstelling is karakteristiek voor Schubert. Alles zit in zijn muziek. Schubert grijpt me altijd bij de keel. Bach en Beethoven zijn van een metafysisch niveau waar je je vaak alleen maar aan kunt vergapen, waar je niet bij kunt. Maar bij Schubert voel ik het leven, het mens-zijn. Hij stierf al op zijn eenendertigste. Waar haalde hij die diepgang vandaan?’


‘Radu Lupu leerde me de essentie van de muziek’

lka lupu schubert‘Als de Roemeense pianist Radu Lupu inspiratie voelt en Schubert speelt, dan gebeurt er iets magisch, dan kan hij me laten vergeten dat er hamerkoppen op een vleugel zitten, dan hoor ik klanken die ik niet van een piano verwacht, pure muziek. Het is als een wonderschone opera-aria die maar niet wil ophouden. Ik herinner me de Grote Zaal in de Rotterdamse Doelen, 1971, en Lupu die na de pauze begint aan Schuberts Achttiende Pianosonate, bijgenaamd Fantasie. De klanken zweefden. Ik had nog nooit zoiets gehoord. Zijn spel maakte op mij een verpletterende indruk. Lupu leerde me de essentie van muziek. Wat dat is? Dat je van binnen voelt: zo moet het. Er zit in zijn manier van muziek maken zoveel kennis en liefde. En die vloeit vervolgens naar mijn hart. Lupu’s spel is eerlijk tot op het bot. Of zoals Chopin het eens uitdrukte: “Als je al die noten hebt gespeeld, dan komt eenvoud naar boven als de ultieme bekroning van de kunst.” Dat geldt voor het leven in het algemeen: je moet het ontdoen van alle flauwekul. Lupu toonde me op een dag een van zijn partituren van een late Schubert-sonate. Eén en al potloodaantekeningen. Hij denkt over elke komma en noot na. Maar als hij het podium opkomt, laat hij die gedachten allemaal weer los, dan speelt Lupu alsof hij de sonate improviseert. Dat kunnen alleen de waarlijk grote kunstenaars.’


‘Soms zijn er van die heilige momenten als je ze niet verwacht’

pl meesterpianisten‘Als jongeling was ik een romanticus. Ik smolt weg bij het Eerste Pianoconcert van Tsjaikovski en het langzame deel uit Bruchs Eerste Vioolconcert. Maar met het klimmen van de jaren – ik ben de zeventig gepasseerd – neig ik meer naar Bach. Mijn oom was een groot Glenn Gould-fanaat. Hij probeerde me de liefde voor Bach bij te brengen. Maar op mijn veertiende, vijftiende was ik daar nog niet rijp voor.  Op 8 maart 1988, tijdens mijn eerste seizoen Meesterpianisten, speelde de Italiaanse Maria Tipo. Ik had opnames van haar gehoord, van Bach en Scarlatti. Haar spel ademde zang. Italië is het land van de opera. Dat hoorde ik bij haar terug. Die 8ste maart zat ik alleen in de loge en Tipo vertolkte Bachs Goldbergvariaties. Er gebeurde iets met die muziek, iets wat geen bezoeker na afloop kon uitleggen. Maar het was magisch. Een soortgelijke ervaring onderging ik bij Murray Perahia. Hij wilde op een zondagmorgen de vleugel uitproberen voor het recital van die avond. Behalve hij zaten we met zijn vieren in de Grote Zaal. Perahia begon te spelen. Meestal doet een musicus dat een paar minuten, stopt een moment om een passage over te doen en kijkt daarna even hoe de piano reageert. Maar Perahia speelde zonder enige onderbreking de volledige Goldbergvariaties. In zo’n lege zaal krijgt de klank dan nog iets vollers. Het orgel torende boven hem uit. De inspiratie vloeide. Na afloop heerste er een intense stilte. “Wat hebben we hier meegemaakt”, dacht ik. Toen zei Perahia: “Marco, als ik vanavond dertig procent van dit niveau haal, ben ik een gelukkig mens.” Soms zijn er van die heilige momenten als je ze niet verwacht. Daar doe je het voor.’


‘Zoveel verschillende gevoelens komen in Prokofjev naar boven’

lka prokofiev ashkenazy‘Zondag de Russische School. Dan moet ik toch altijd denken aan Prokofjev, aan zijn ballet Romeo en Julia. Zo mooi, zo aangrijpend, zo grillig. Zondag staat een deel van zijn Zevende Pianosonate op het programma. Veel uiteenlopende gevoelens komen daarin naar boven. Mensen spreken altijd over de Russische ziel. Hoe ik die moet omschrijven, weet ik niet. Maar ik kan hem wel horen. Je hebt fantastische pianisten die Prokofjev of Rachmaninov uitvoeren, maar dan mist er toch iets. Wanneer je dan Volodos hoort, zingt het van alle kanten. Of Radu Lupu, weliswaar een Roemeen van geboorte, maar vanaf zijn twaalfde kreeg hij les in Rusland. Hetzelfde geldt voor de Kroaat Ivo Pogorelich. Het mooie van die Russische School van pianisten en violisten, vind ik dat ze die solide technische basis hebben, de volledige beheersing van hun instrument, maar zelfs wanneer ze dezelfde leraar hadden, bezitten ze allen een volkomen eigen geluid. In Rusland verhuizen families duizenden kilometers als blijkt dat één kind een uitzonderlijk muzikaal talent bezit. De ouders offeren zich op. Dat is een andere mentaliteit. Die kinderen gooien zich met alles wat ze hebben op de muziek. En die overgave hoor je terug in hun spel.’


Aanbevolen opnamen

lka perahia bachlka Pollini boxlka trifonov


argerich barenboimLees en luister ook